Grote kwaliteitsverschillen tussen ziekenhuizen

nieuws Volgens het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) bestaat er een verband tussen de uitkomst van een operatie en het aantal operaties dat door een chirurg of in een ziekenhuis werd uitgevoerd. De mate waarin er een verband bestaat, verschilt wel van ingreep tot ingreep.

Bij pancreaskanker is er duidelijk bewijs dat de resultaten beter zijn in ziekenhuizen of bij chirurgen die jaarlijks minstens 11 van dergelijke ingrepen uitvoeren. Het gaat immers om een complexe, zeldzame operatie met een hoog sterfterisico. Slechts 5 van de 74 ziekenhuizen die jaarlijks deze ingreep uitvoeren bereikten in 2004 het hogervermelde minimum en de overleving was er beter. Daarom adviseert het KCE om de expertise met betrekking tot pancreaskanker chirurgie te centraliseren in een beperkt aantal ziekenhuizen.

Voor slokdarmkanker operaties, een ander voorbeeld van een eerder zeldzame en complexe ingreep met hoog sterfterisico, leverden de Belgische gegevens van 2004 onvoldoende bewijs om centralisatie aan te bevelen. In de wetenschappelijke literatuur wordt centralisatie wel unaniem aanbevolen. Het KCE adviseert daarom om de overlevingscijfers in grote en kleine ziekenhuizen te vergelijken op basis van recentere gegevens die over meerdere jaren lopen.

Voor borstkanker blijkt uit de gegevens van 2004 dat de beslissing om de expertise in borstklinieken te centraliseren gegrond was. De overleving is beter in ziekenhuizen die minstens 150 patiënten per jaar behandelen. Dit minimum werd op Europees niveau vastgelegd en zal vanaf 2011 in België van toepassing zijn voor de erkenning van de borstklinieken. Het KCE beveelt een verdere evaluatie aan van de borstklinieken, met inbegrip van de andere behandelingen (radio-, chemo-en hormoontherapie).

Bij patiënten die geopereerd werden voor darmkanker of longkanker werd er geen verschil in overleving gevonden tussen grote en kleine ziekenhuizen.

Hartchirurgie wordt in België uitgevoerd in 29 hartcentra (B2-B3 centra genoemd). Het KCE onderzocht de ziekenhuissterfte na coronaire bypasschirurgie: in de 16 centra die jaarlijks minstens 200 van zulke ingrepen uitvoeren, overlijdt 3% van de patiënten. De 13 centra die dit minimum niet halen, hebben te kampen met meer dan 5% sterfte. Vooraleer een minimaal aantal hartchirurgische ingrepen per centrum aan te bevelen, zouden potentieel negatieve gevolgen hiervan moeten bestudeerd worden. Zulke beslissing zou immers kunnen leiden tot overbelasting van bepaalde ziekenhuizen, met een lagere zorgkwaliteit als gevolg. Het KCE pleit er dan ook voor om eerst na te gaan welke zorgprocessen de centra met de beste uitkomsten toepassen. Zo kan men een strategie ontwikkelen om de zorg in alle ziekenhuizen te verbeteren.

De volledige tekst van de studie is beschikbaar op de website van het KCE: http://kce.fgov.be (rubriek publicaties) onder de referentie KCE Reports vol.113A.


Laatst bijgewerkt: augustus 2019

Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.

eenvoudig terug uit te schrijven
Wij verwerken jouw persoonsgegevens conform het Privacy-beleid van Roularta Media Group NV.
volgopfacebook

volgopinstagram