Knobbeltje in de borst: goedaardige borsttumoren
dossier
Vrouwen die een knobbeltje of een verharding in de borst voelen, denken uiteraard onmiddellijk aan borstkanker, maar de meeste gezwellen in de borst zijn goedaardig. Omdat er altijd een kans bestaat dat ze toch kwaadaardig zijn, moeten dergelijke knobbeltjes echter onmiddellijk door een arts worden onderzocht.
Lees ook: In de lies, oksel, nek...: Moet je je zorgen maken over knobbeltjes?
Goedaardig of kwaadaardig?
Wanneer je een abnormaal knobbeltje voelt in de borsten, of wanneer bij een borstonderzoek afwijkingen worden gezien, moet je dat altijd laten onderzoeken. Het doel van deze onderzoeken is om na te gaan of het om een goed- of kwaadaardige aandoening gaat.
Het risico dat het om een kankergezwel gaat is groter als
- je ouder bent dan 40 jaar
- de massa onregelmatig afgelijnd is
- de knobbel vast aanvoelt
- de knobbel niet kan bewogen worden
- er veranderingen of intrekkingen van huid of tepel te zien zijn
- er sprake is van bloederige tepelafscheiding
- de lymfeklieren gezwollen zijn
De kans dat het om een goedaardig gezwel gaat, is groter als
- je nog niet in menopauze bent
- het knobbeltje glad of rubberig aanvoelt
- het knobbeltje kan bewogen worden
- er meerdere kleine knobbeltjes zijn
Vrouwen die regelmatig knobbeltjes in de borst ontwikkelen, die zo groot worden dat men ze kan voelen, hebben een iets grotere kans om op een dag een kwaadaardig gezwel te krijgen. Dit geldt echter niet voor bindweefselknobbels (fibroadenomen).
Daarom zullen vrouwen die geregeld dergelijke gezwellen hebben, van nabij worden opgevolgd door de arts.
Lees ook: Welke symptomen wijzen (niet) op borstkanker?
Lees ook: Is er een link tussen overgewicht en borstkanker?
Borstonderzoeken
• Borstonderzoek
De arts zal de borsten bekijken en betasten (palpatie). Hij bekijkt ook de huid en de tepels, en gaat na of de lymfeklieren gezwollen zijn.
• Mammografie
Een mammografie is een röntgenfoto van de borsten. Met de foto wordt bekeken wat voor soort knobbels of onregelmatigheden zich in de borst bevinden. Op deze manier is het mogelijk een scherpe afbeelding van de borst te krijgen.
Ook goedaardige gezwellen kunnen op de mammografie afwijkingen veroorzaken, zodat dit onderzoek meestal niet volstaat.
Bovendien geeft een mammografie bij vrouwen jonger dan 30 jaar en bij zwangere vrouwen, waarvan de borsten bijna volledig gevuld zijn met klierweefsel, vaak een slecht beeld waarop weinig of niets te zien is. Een echografie is dan een veel betere techniek.
• Echografie
Bij een echografie wordt een afbeelding van de borsten gemaakt door geluidsgolven. Dit geeft informatie over de verschillende weefsels in de borst. Op deze manier kan een arts bijvoorbeeld een cyste onderscheiden van een ander soort knobbel. Vooral bij jonge vrouwen bij wie het klierweefsel een dichte structuur heeft, kan een echografie goede aanvullende informatie geven.
• Weefselonderzoek
Door de uitkomsten van deze onderzoeken kan de chirurg bepalen of weefselonderzoek nodig is. Vaak wordt dan een punctie verricht. Zonodig volgt daarna een biopsie.
- Punctie: Bij een cytologische punctie worden weefselcellen of vocht opgezogen met een dunne holle naald. Dit materiaal wordt vervolgens door de patholoog onderzocht onder de microscoop of er al dan niet kwaadaardige cellen aanwezig zijn.
-
Biopsie:
Bij een excisie biopsie maakt de chirurg een sneetje in de borst en haalt het afwijkende stukje weefsel weg. Dit wordt vervolgens onder de microscoop onderzocht. Afhankelijk van de situatie kan een biopsie onder plaatselijke of algehele verdoving gebeuren.
Lees ook: Gratis borstonderzoek voor vroege opsporing van borstkanker
Soorten goedaardige borsttumoren
1. Fibrocystische veranderingen
De meeste gezwellen in de borst worden veroorzaakt door "fibrocystische" veranderingen. Fibrose verwijst naar de vorming van bindweefsel of littekenweefsel, cysten zijn holtes gevuld met vloeistof. Pijn of zwelling van de borst wijst vaak op fibrocystische veranderingen. Voor deze aandoening bestaan vele verouderde benamingen zoals ziekte van Reclus, fibrocystische mastopathie, mammaire dysplasie.
Vrijwel alle vrouwen hebben een bepaalde knobbeligheid in hun borsten tegen de tijd dat ze in de dertig en veertig zijn. Tijdens elke cyclus die doorlopen wordt zet het borstweefsel uit en krimpt het weer, waardoor bindweefselgebiedjes achterblijven die aanvoelen als knobbels of kleine gezwelletjes verspreid door de hele borst. Soms worden de borsten op verschillende plaatsen gevoelig. In de premenstruele periode kan de gevoeligheid erger worden en het aantal knobbels kan toenemen omdat cysten de neiging hebben zich rond deze tijd te vormen.
Eigenlijk gaat het hier dus om een normale evolutie van de borst en niet om een aandoening.
Wat moet je doen?
Als je regelmatig pijn hebt in de borst en kleine onregelmatigheden voelt, raadpleeg je best je huisarts.
Lees ook: Mastopathie: gezwollen en pijnlijke borsten door aandoening borstklierweefsel
2. Bindweefseltumoren
Een goedaardige bindweefseltumor in de borst is een woekering van bindweefsel (steunweefsel) van de borst. De oorzaak van goedaardige bindweefseltumoren is onbekend. Omdat de tumoren pas ontstaan na het op gang komen van de menstruele cyclus wordt vermoedt dat het hormoon oestrogeen een rol speelt.
- Bindweefselknobbel (Fibroadenoom): Een fibroadenoom of ‘borstmuis’ is het meest voorkomende goedaardige bindweefseltumor in de borst.
Een fibroadenoom is een klein (2 à 3 cm, maximaal 4 cm in doorsnede), rond knobbeltje dat aanvoelt alsof het van rubber is. Wanneer het knobbeltje tussen twee vingers wordt vastgehouden, kan het heen en weer worden bewogen. Het zit dus niet vast aan de huid of aan een diepere laag van de borst. Het bevindt zich vaak in de buurt van de tepel. Er kunnen meerdere fibroadenomen tegelijk ontstaan.
Omdat een fibroadenoom hormoongevoelig is kan de grootte voor de menstruatie of tijdens een zwangerschap veranderen.
Een fibroadenoom is meestal pijnloos, maar tijdens een zwangerschap, bij borstvoeding of vlak voor de menstruatie kan het wel gevoelig zijn.
Fibroadenomen komen meestal voor bij jongere vrouwen (-35 jaar). Het grootste gedeelte van de borstgezwellen die zich voordoen in de leeftijdsgroep tussen 15 en 25 jaar betreffen fibroadenomen. Naar schatting heeft zowat een kwart van de vrouwen tussen 20 en 30 jaar een fibroadenoom. In de leeftijdsgroep van 30 tot 40 jaar zijn 15 % van alle voelbare borstgezwellen fibroadenomen. Ze kunnen ook op oudere leeftijd voorkomen, maar niet meer na de overgang, behalve bij vrouwen die een hormoonvervangende behandeling krijgen. Zijn fibroadenomen al aanwezig, dan zullen deze na de overgang meestal in grootte afnemen.
- Phyllodeale of bladvormige bindweefseltumoren
Deze bindweefseltumoren komen veel minder vaak voor en worden vooral gezien bij vrouwen tussen de 35 en 55 jaar oud.
Een phyllodeale bindweefseltumor voelt meestal hobbelig aan en kan in korte tijd snel groeien. Een kleine tumor geeft meestal geen verschijnselen. Een grote tumor kan pijnlijk zijn en de contouren en de grootte van de borst veranderen. De huid over de tumor kan dunner zijn en glanzen.
Wat moet je doen?
Fibroadenomen zijn opgebouwd uit klier- en bindweefsel en zijn onschadelijk. Ze vergroten het risico op borstkanker niet.
Toch is het belangrijk om een knobbeltje altijd te laten onderzoeken, zelfs wanneer men ervan uitgaat dat het om een fibroadenoom gaat. Een mammografie en een echografie en eventueel onderzoek met magnetische resonantie (MRI) zijn hiervoor de meest aangewezen technieken. Bovendien zal altijd een weefselafname gebeuren om kwaadaardigheid te kunnen uitsluiten.
Eens vaststaat dat het om een onschadelijk fibroadenoom gaat, is een jaarlijkse controle via echografie aangewezen om de evolutie op te volgen.
Wanneer een fibroadenoom groot (+ 3 cm) of erg pijnlijk is, of wanneer het begint te groeien, kan het heelkundig verwijderd worden. Dat gebeurt via een kleine ingreep onder algemene verdoving in daghospitalisatie.
Een phyllodeale of bladvormige bindweefseltumor wordt meestal verwijderd omdat er, zeker bij vrouwen met een familiale voorgeschiedenis van borstkanker, een licht verhoogde kans bestaat dat het uiteindelijk kwaadaardig kan worden.
3. Hamartoma
Een hamartoma is een goedaardige tumor bestaande uit weefsels die aanwezig zijn in de borst (epitheel, bindweefsel, vet). Dit type van knobbeltje voelt heel zacht aan en is meestal scherp afgelijnd.
Het letsel wordt op jonge leeftijd aangetroffen.
Wat moet je doen?
De behandeling en opvolging is hetzelfde als bij een fibroadenoom.
Lees ook: Inflammatoire borstkanker: een zeer agressieve vorm van borstkanker
4. Verhard klierweefsel (scleroserende adenose)
Adenose betekent een toename van klierstructuurtjes in de eindvertakkingen van de melkklieren, in de zogeheten lobuli. Deze nieuwe kliertjes zijn opgebouwd uit normale goedaardige cellen. Dit gaat samen met toename van fibreus weefsel eromheen, sclerose genoemd.
De getroffen gebieden zijn klein en het weefsel wordt hard en kan soms door de huid heen gevoeld worden als een knobbel. De knobbel is niet beweeglijk binnenin het borstweefsel. Meestal wordt deze diagnose gesteld wanneer er weefselonderzoek is gedaan van kalkspatjes gezien op een borstfoto.
Verhardende adenosis treft meestal maar een borst en komt voor bij menstruerende vrouwen, maar het vormt geen obstakel bij borstvoeding.
Wat moet je doen?
Deze aandoening is onschuldig en een operatie is niet nodig. Om zeker te zijn dat het om deze aandoening gaat, moet wel een biopsie worden uitgevoerd.
Lees ook: Borstvoeding geven verlaagt het risico op borstkanker
5. Papillomen
In de hoofdmelkgangen, net onder de tepelhof, komen soms kleine, wratachtige gezwellen voor die papillomen worden genoemd. Soms produceren ze een geel vocht, of veroorzaken ze een ingetrokken tepel. Na verloop van tijd kunnen ze verkalken en kan er littekenweefsel gevormd worden (fibrose).
Ze komen het meeste voor bij vrouwen tussen 30 en 50 jaar. Papillomen kunnen zich in meerdere melkgangen tegelijk ontwikkelen.
Wat moet je doen?
Een papilloom is vaak moeilijk te herkennen op een mammografie of een echografie. Omdat het ook vaak moeilijk is om een onderscheid te maken met bepaalde kwaadaardige tumoren, zal de aangetaste melkgang meestal operatief weggehaald worden.
6. Cyste
Een cyste is een met vocht gevulde holte die duidelijk voelbaar is. Ze kunnen ontstaan door verstopping van een melkgang.
Borstcysten kunnen zeer klein zijn, maar ook enkele centimeters in doorsnede. Ze veroorzaken soms pijn in de borsten. Als de borsten gespannen zijn, is een cyste te voelen als een ronde, stevige knobbel. In de loop van de menstruatiecyclus kan de cyste groter of kleiner worden.
Er kunnen meerdere cysten tegelijk in de beide borsten voorkomen. Dit wordt dan 'fibrocysteuze mastopathie' genoemd.
Borstcysten komen veel voor, vooral in de leeftijdsgroep 35-55 jaar. Na de overgang ontwikkelen cysten zich meestal niet, behalve in zeldzame gevallen of wanneer een vrouw een oestrogeenvervangende behandeling ondergaat.
Wat moet je doen?
Meestal zal je huisarts een echografie en mammografie laten uitvoeren. Daarnaast wordt vaak wat vocht uit de cyste opgezogen en onderzocht in het laboratorium. Afhankelijk van de uitslag hiervan kan een biopsie noodzakelijk zijn. Hierbij wordt een stukje van de wand van de cyste verwijderd en in het laboratorium onderzocht.
Vrouwen jonger dan 50 jaar bij wie een voelbare cyste wordt gevonden, en zeker wanneer er een familiale geschiedenis van borstkanker bestaat, moeten nauwgezet opgevolgd worden. De aanwezigheid van een cyste wijst immers om een verhoogde activiteit van epitheelweefsel, wat een hoger kankerrisico betekent. Daarom zal jaarlijks een mammografie en een echografie worden uitgevoerd.
Ook wanneer de cyste niet kwaadaardig is, kunnen grote cysten die pijnlijk zijn, onder echografische geleiding gemakkelijk leeggeprikt worden (drainage).
Lees ook: Slaap je beter wel of beter niet met een beha aan?
7. Vetnecrose
Vetnecrose betekent letterlijk het afsterven van vetweefsel. Vetnecrose kan ontstaan na een trauma van de borst, bv. een ongeluk, een stoot tegen de borst of een operatie (bv. na een borstverkleining of-vergroting of een borstreconstructie). Soms ontstaat vetnecrose in de borst spontaan. Het wordt vooral gezien bij vrouwen met overgewicht en/of zware borsten.
Bij een vetnecrose voel je één of meerdere stevige knobbeltjes. De huid van de borst kan een beetje rood zien.
Wat moet je doen?
Er kan een foto van de borst (mammografie) of echo nodig zijn om meer duidelijkheid geven. Op de foto of de echo kan vetnecrose soms sterk lijken op een kwaadaardige aandoening. Om in dat geval de diagnose met zekerheid te stellen, wordt met een dunne naald wat vocht uit een knobbel opgezogen en daarna onderzocht. Dit wordt dunne naald aspiratie cytologie genoemd.
Vetnecrose verdwijnt vanzelf, meestal binnen een maand.
Daarbij kan wel littekenweefsel ontstaan.
Soms ontstaat een cyste (holte) die gevuld is met afgestorven vetweefsel. De cyste kan met een dunne naald worden leeggezogen.
Het risico op borstkanker is niet verhoogd.
8. Vetweefselknobbel (Lipoom)
Een lipoom of vetbolletje is een geïsoleerde, kleine, niet pijnlijke massa die bestaat uit vetweefsel en traag groeit. Het voelt meestal zacht aan.
Lipomen kunnen overal in het lichaam voorkomen waar vetcellen zitten. De meest voorkomende plaatsen zijn de oksels, bovenbenen, onderarmen, de hals en de romp.
Wat moet je doen?
Meestal zijn lipomen goedaardig en is een behandeling niet nodig. Het lipoom wordt pas chirurgisch verwijderd wanneer het hinderlijk is omdat het op andere weefsels drukt, of ervan wordt verdacht kwaadaardig te zijn. In dat geval gaat het niet om een lipoom maar om een liposarcoom, een tumor die zelden in de borst voorkomt.
Lees ook: Dertig feiten en misverstanden over borstkanker
9. Verwijde melkgang (ductectasie)
Ductectasieën zijn verwijde melkgangen die gepaard kunnen gaan met een chronische ontsteking en tepelvloed. Het gaat om heldere, witte of soms groene vloeistof die uit de tepel komt. De borst voelt pijnlijk, warm en rood aan. Verwijde melkgang komt vooral voor rond de leeftijd van vijftig jaar, voor of rond de menopauze. Het is onbekend wat de oorzaak hiervan is.
Wat moet je doen?
Zijn de tepelvloed of chronische ontstekingsverschijnselen erg storend, dan is het raadzaam om operatief enkele verwijde melkgangen te verwijderen (microdochectomie). Het verwijderen van alle tepeluitgangen heet een conusexcisie. Hierbij wordt het klierweefsel verwijderd achter de tepel en tepelhof middels een snee langs de tepelhof.
Lees ook: Wat zijn de overlevingskansen bij borstkanker?
Bronnen:
https://www.uzgent.be
https://www.think-pink.be