Wereld bloeddonordag: waarom bloeddonor worden?
nieuws
Dagelijks hebben honderden mensen bloed, plasma of bloedplaatjes nodig, bv. slachtoffers van een verkeersongeval, leukemiepatiënten, brandwondenpatiënten, bij een bevalling of operatie. In deze gevallen worden mensen geholpen door transfusie van bloedcomponenten die uit één bloedgift kunnen worden bereid. Iedereen kan ooit een bloedtransfusie nodig hebben. In België krijgt ongeveer 2/3 van de bevolking ooit bloed toegediend.
In België is er zelden een tekort aan bloed, maar het bestand van donoren is doorgaans slechts net voldoende om in de vernieuwing van de voorraad te voorzien. België telde toen om en bij de 270 000 donoren. Dat betekent dat er onder de Belgen die bloed kunnen geven, zo’n 5 % dit effectief regelmatig doet. Deze groep is goed voor gemiddeld 30 bloeddonaties in een leven.
Bent u tussen 18 en 65 jaar en in goede gezondheid, dan kan u bloedgever worden. Bloed geven is noch slecht, noch goed voor de gezondheid. De afname gebeurt onder veilige en hygiënische omstandigheden, met steriel materiaal. Er is dus geen risico op infecties. U mag tot viermaal per jaar bloed geven. Er dient wel een periode van minimum twee maanden tussen twee bloedgiften te liggen
In bijna elke gemeente organiseren de plaatselijke Rode Kruisafdelingen bloedinzamelingen. U kunt daarnaast ook bloed geven in een bloedtransfusiecentrum van het Rode Kruis. Zoekt u de dichtstbijzijnde plaats om bloed te geven, ga dan naar de onderstaande website of bel gratis 0800 777 00.
U wordt niet betaald voor een bloedgift. U mag wel een geschenkje of een geschenkbon kiezen.
Hoe verloopt een bloedafname?
Wanneer u voor de eerste keer bloed wil geven, moet u uw identiteitskaart meebrengen (nadien volstaat het bloedgeverspasje). U moet een vragenlijst over uw gezondheid invullen. Daarna overloopt een dokter de vragenlijst en wordt uw bloeddruk gemeten. Het is de dokter die beslist of u al dan niet mag bloed geven en hoeveel bloed u mag geven (deze hoeveelheid is o.a. afhankelijk van je lichaamsgewicht). Bij een bloedafname geeft u 7,5 ml bloed per kilogram van uw lichaamsgewicht. Het minimum is 400 ml bloed, het maximum dat u geeft is nooit meer dan 500 ml.
Dan gaat u op één van de bedden liggen. De dokter of verpleegkundige legt een knelband aan rond je arm, geeft een prikje met een steriele naald en de bloedgift begint. Als u dat wenst, krijg je een knijpballetje, zodat uw bloed sneller naar het bloedafnamezakje stroomt. Na de afname krijgt u een drankje en kan u even rusten. Daarna kan u gewoon weer aan de slag.
Rode bloedcellen
In de huidige geneeskunde krijgt de patiënt alleen het bloedbestanddeel toegediend dat hij nodig heeft. Daarom wordt het afgenomen bloed gesplitst in de drie belangrijke delen: plasma, rode bloedcellen en bloedplaatjes. Een donor die plasma of bloedplaatjes geeft, geeft één van de bloedbestanddelen in grotere hoeveelheden.
Rode bloedcellen worden toegediend aan patiënten die aan bloedarmoede lijden of die ernstige bloedingen hebben, bijvoorbeeld bij ongevallen of operaties.
Bloedplasma geven
Naast bloed geven kunt u ook bloedplasma en bloedplaatjes geven. Bloed bestaat voor ongeveer 55 % uit plasma. De andere 45 % zijn rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes. Rode bloedcellen transporteren zuurstof door het lichaam. De witte bloedcellen staan in voor de afweer tegen ziektes en de bloedplaatjes helpen bloedingen te stoppen.
Plasma bestaat voor 93 % uit water en voor 7 % uit opgeloste stoffen zoals eiwitten, suikers, vetten, zouten, hormonen en vitaminen. Dit zijn levensnoodzakelijke stoffen. Er zijn mensen die tijdelijk of blijvend een tekort hebben aan deze stoffen: mensen met brandwonden, zwangere vrouwen, leukemiepatiënten of - meer algemeen - mensen met een verzwakt afweermechanisme.
Voor hemofiliepatiënten, die op elk moment een blijvende bloeding kunnen krijgen, is het zelfs een dagelijkse noodzaak om te overleven. Ons land heeft elk jaar meer dan 240.000 liter plasma nodig om in de behoefte te voorzien.
Een plasma-afname vindt plaats in een bloedtransfusiecentrum van het Rode Kruis. Bij een plasma-afname wordt uw bloed afgenomen. Een toestel zorgt ervoor dat het plasma van het bloed wordt gescheiden. Zo komt uw plasma terecht in een afnamezak en krijg u uw bloed terug toegediend.
Bloedplaatjes geven
Iedereen met bloedgroep O of A, die minstens 2 keer bloed of plasma heeft gegeven en interesse heeft om bloedplaatjes te geven, kan contact opnemen met een donor- of bloedtransfusiecentrum in hun buurt.
Bloedplaatjes zijn zeer kleine bloedelementen die gevormd worden in het beenmerg. Ze zijn samen met de stollingsfactoren belangrijk voor het stelpen van bloedingen. Een volwassene beschikt over zo'n 150 tot 400 miljard bloedplaatjes per liter bloed. Mensen met te weinig bloedplaatjes lopen een groot risico op levensbedreigende bloedingen. De oorzaak kan liggen in een verhoogde afbraak of een gebrekkige aanmaak van bloedplaatjes. Patiënten met leukemie, transplantatiepatiënten en patiënten met andere bloedziekten hebben dikwijls nood aan bloedplaatjes.
Vaak worden bij chemotherapie en bestraling niet enkel de kankercellen maar ook een aantal gezonde cellen vernietigd. Deze patiënten hebben daarom plaatjestransfusies nodig om bloedingen te voorkomen. Een te laag bloedplaatjesgehalte kan zich ook voordoen in andere omstandigheden zoals bij massieve bloedingen.
Uw bloed wordt afgenomen. Tijdens de afname loopt uw bloed naar een toestel. Daarin worden de bloedplaatjes door centrifuge afgescheiden en opgelost in een kleine hoeveelheid plasma. De andere bloedbestanddelen, cellen en plasma, worden u teruggegeven. Slechts een beperkte hoeveelheid bloedplaatjes wordt afgenomen, waardoor het plaatjesaantal in uw lichaam maar lichtjes daalt. De afgenomen bloedplaatjes worden trouwens snel weer aangemaakt. U blijft beschikken over een voldoende aantal plaatjes. Een bloedplaatjesafname duurt gemiddeld 2 uur.
www.rodekruis.be
www.wbdd.org
www.bloedgevendoetleven.be/