Hoe werkt een huidtest voor allergie?

De huidpriktest wordt gebruikt voor klassieke allergieën zoals pollen (stuifmeel), huisstofmijt, dieren (kat, hond,...) en voedsel. De arts brengt op je onderarm telkens een druppel aan die een bepaald allergeen bevat. Dat kan bijvoorbeeld een druppel met pollen zijn, of met huidschilfers van honden. Vervolgens prikt hij met een kleine naald doorheen die druppel in de huid. Op die manier komt de huid in contact met het allergeen. Als je huid op het allergeen reageert, verschijnt er na ongeveer 15 minuten een bultje, jeuk en roodheid. Die reactie betekent dat je allergisch bent voor dat bepaald allergeen. Deze test is met name voor heel jonge kinderen geschikt.

Een kanttekening hierbij is wel dat de huidpriktest voornamelijk allergenen opspoort die een allergische reactie op de huid kunnen veroorzaken. Niet elke allergie wordt dus gedetecteerd via deze test. In sommige gevallen is het dus raadzaam een bloedtest uit te voeren.

Een allergie voor geneesmiddelen of voor bijen en/of wespen kan je vaststellen via een intradermale of subcutane huidtest (injectie in of onder de huid). Deze test is vergelijkbaar met de huidpriktest, maar hier wordt een kleine hoeveelheid van de stof waar je vermoedelijk allergisch aan bent, rechtstreeks in of net onder de huid geïnjecteerd. Daardoor is de test iets gevoeliger en het resultaat ook iets nauwkeuriger. Voorts is de beoordelingswijze dezelfde als bij de huidpriktest.

De epicutane test (plakproef) dient om een contactallergie op te sporen. Bij een contactallergie ben je overgevoelig voor bepaalde stoffen die regelmatig in contact komen met de huid of slijmvliezen. Gedurende 48 uur brengt de dermatoloog pleisters met een bepaald allergeen aan op je huid. Als je allergisch bent, zal de huid onder de pleister hierop reageren. Deze tests worden uitgevoerd op de rug of armen en zijn pijnloos.