Vijfde kinderziekte: gevaarlijk tijdens zwangerschap
nieuws
Wanneer een vrouw tijdens de zwangerschap besmet wordt met het Parvo19-virus dat de ‘vijfde kinderziekte’ of Erythema infectiosum veroorzaakt, dan kan het virus door de placenta heen de foetus infecteren. Dat kan uitmonden in een spontane abortus, foetale bloedarmoede of het afsterven van de foetus. Het risico van een doodgeboren kindje blijkt het grootst te zijn wanneer de infectie zich voordoet tijdens het eerste en tweede trimester van de zwangerschap.
Van de vrouwen in de vruchtbare leeftijd heeft voorzover bekend ongeveer 50 à 60% antistoffen tegen het virus. Deze vrouwen en hun ongeboren baby's zijn dan ook beschermd tegen infecties. 30-40% van deze vrouwen heeft geen antistoffen. Er wordt aangenomen dat ongeveer 1% van alle zwangere vrouwen tijdens de zwangerschap een infectie met het virus doormaakt. In ongeveer 3 op 10 van de besmettingen wordt het virus doorgegeven via de placenta. Doorgaans ondervindt de ongeboren baby hiervan geen hinder, maar bij zowat 1 vrouw op 10 (of zowat 20% van de vrouwen die besmet worden) geeft dit aanleiding tot een miskraam of een spontane abortus.
• Wanneer een zwangere vrouw niet immuun is en nog niet besmet is, is het belangrijk dat elk contact met mensen die besmet zijn, zo veel mogelijk vermeden wordt. Het heeft evenwel weinig zin om zwangere leerkrachten en vrouwen die in ziekenhuizen en in kinderdagverblijven werken van het werk of de school te weren nadat er een infectie is vastgesteld, omdat de ziekte enkel besmettelijk is in de week voordat de uitslag optreedt en de ziekte herkend wordt.
• In België is de werkgever verplicht een risicoanalyse te laten uitvoeren in samenwerking met de bedrijfsarts. Wanneer uit de evaluatie blijkt dat de zwangere vrouw een risico loopt van blootstelling aan het parvovirus B19, mag ze geen risocovolle arbeid verrichten. Het risico is niet aanwezig als aangetoond werd dat de zwangere werkneemster tegen het virus beschermd werd. Het Fonds voor Beroepsziekten kan in dergelijke omstandigheden financieel tussenkomen.
• De kans dat zwangeren door derden geïnfecteerd raken tijdens het brengen en halen van hun kind naar school of kinderdagverblijf is erg klein. Contact met andere kinderen is niet intensief. Veel groter is de kans dat hun eigen kind geïnfecteerd raakt en hen besmet. Dit is niet te vermijden.
• Zwangere vrouwen die tijdens de eerste 20 weken van hun zwangerschap in nauw contact gekomen zijn met besmette personen, moeten een bloedtest laten uitvoeren om na te gaan of ze al dan niet besmet zijn. Doel van de antistoffenbepaling is vooral geruststelling. De behandelingsmogelijkheden zijn beperkt.
• Verder is het aangeraden om een arts te raadplegen en de toestand van de ongeboren baby te volgen door middel van ultrasonografie. Het afbreken of beëindigen van de zwangerschap is niet aangewezen aangezien parvovirus-infecties geen ontwikkelingsstoornissen of geboorteafwijkingen veroorzaken bij foetussen die de infectie overleven en levend ter wereld komen.
Lees ook: De vijfde ziekte (Erythema infectiosum)