Bij ADHD vijf hersengebieden iets kleiner

123-adhd-vergrootgl-hers-08-16.jpg

nieuws Bij mensen met ADHD blijkt dat vijf hersengebieden gemiddeld kleiner zijn dan bij mensen zonder de stoornis. De verschillen zijn het duidelijkst bij kinderen en minder groot bij volwassenen. Dat blijkt uit hersenonderzoek aan de Radboud Universiteit Nijmegen dat gepubliceerd werd in Lancet Psychiatry.

ADHD wordt gekenmerkt door symptomen van aandachtstekort en/of impulsiviteit en hyperactiviteit. Een op de twintig kinderen heeft hier last van, en twee derde daarvan houdt symptomen in hun volwassen leven.
Eerder hersenonderzoek naar de relatie tussen ADHD en hersenvolumes liet vaak tegenstrijdige resultaten zien, waarschijnlijk door het gebruik van verschillende onderzoeksmethoden, of te kleine onderzoekspopulaties. De meest duidelijke verschillen tussen mensen met en zonder ADHD zagen wetenschappers in de basale ganglia, het gedeelte van het brein dat betrokken is bij emotiecontrole en cognitie.

Vijf gebieden
Deze studie is het grootste onderzoek tot nu toe naar hersenvolumes in mensen met ADHD. In totaal zijn de hersenbeelden vergeleken van 1713 mensen met ADHD en 1529 mensen zonder ADHD, in de leeftijd van 4 tot 63 jaar.
Hieruit bleek dat drie onderdelen van de basale ganglia gemiddeld iets kleiner zijn bij de groep mensen met ADHD. Daarnaast waren de volumes van de amygdala en de hippocampus iets kleiner, en ook het totale hersenvolume.

De verschillen waren het beste zichtbaar in kinderen en minder duidelijk in volwassenen. Overigens betekent dit niet dat er tussen de hersenen van volwassenen met en zonder ADHD geen verschillen kunnen zijn. In het huidige onderzoek is maar een klein gedeelte van de hersenen onderzocht. Ander onderzoek geeft aanwijzingen dat er op andere plaatsen in het brein ook bij volwassenen verschillen worden gevonden.

Kleine verschillen
De gevonden verschillen zijn niet bij iedereen met ADHD aanwezig of even groot. Een diagnose ADHD stellen op basis van hersenscans behoort dus niet tot de mogelijkheden.

Oorzaak en effect
De conclusie dat ADHD gekoppeld is aan verschillen in bepaalde hersengebieden, betekent niet dat deze verschillen de stoornis ook veroorzaken. Het ontstaan van ADHD is complex. Zowel genetische als omgevingsfactoren spelen hierbij een rol. Beide factoren zijn van invloed op de vorming van de hersenen en de hersenfunctie, en ook op de symptomen van ADHD. Andersom kunnen aanhoudende gedragsafwijkingen, zoals concentratieproblemen of hyperactiviteit, ook invloed hebben op hersenfunctie en –structuur.

Het onderzoeken van de relatie tussen oorzaak en effect was niet het doel van de huidige studie. Onderzoek in de toekomst zal hier meer duidelijkheid over moeten geven.

Correctie voor IQ
In verschillende reacties op het onderzoek is opgemerkt dat er niet is gecorrigeerd voor het IQ van de proefpersonen, terwijl ander onderzoek heeft laten zien dat IQ wel invloed heeft op het hersenenvolume.
Overigens hebben de onderzoekers achteraf wel gekeken wat een correctie op IQ voor gevolgen heeft voor de resultaten. Na deze correctie bleken vier van de vijf gevonden verschillen in hersengrootte nog steeds zichtbaar in de resultaten.

Geen effect van medicatie
De resultaten van de studie laten ook zien dat het gebruik van de meest gangbare ADHD-medicatie (stimulantia) geen effect had op de onderzochte hersenvolumes van mensen met ADHD, ondanks eerdere aanwijzingen dat dit wel zo zou zijn.

Stigmatiserend
Critici hebben aangegeven dat een label van ADHD als hersenstoornis stigmatiserend kan zijn. De onderzoekers schrijven in een antwoord op de reacties op de studie in Lancet Psychiatry het volgende:

"Het is belangrijk om vast te stellen wat ADHD is, om zo te voorkomen dat we als maatschappij teruggaan naar de relatief recente geschiedenis waarin mensen met ADHD werden bestempeld als moeilijk en lui, en hun ouders als niet vaardig in de opvoeding. Onderzoek naar de biologie achter ADHD heeft geholpen om de aandacht te richten op het ontwikkelen van ‘evidence-based’ behandeling van de belastende symptomen van de aandoening, en niet stil te blijven staan bij het moreel veroordelen van patiënten en hun naasten.

Uit de positieve reacties van patiënten en patiëntenorganisaties op de publicatie blijkt dat velen vinden dat de resultaten van het onderzoek bijdragen aan het verminderen van stigma’s. Het is belangrijk om aan te geven dat ADHD door de nieuwe bevindingen niet irreversibel is geworden. Sommige kinderen groeien er overheen, en behandeling is vaak succesvol.”

Laatst bijgewerkt: juni 2017

Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.

eenvoudig terug uit te schrijven
Wij verwerken jouw persoonsgegevens conform het Privacy-beleid van Roularta Media Group NV.
volgopfacebook

volgopinstagram