Het verwijderen van eierstokken (of Ovariëctomie)

dossier De belangrijkste redenen voor het verwijderen van de eierstokken kunnen zijn:
1. Het verminderen van de kans op eierstokkanker.
In dit geval zullen behalve de eierstokken ook de eileiders verwijderd worden. Deze "preventieve maatregel" vindt doorgaans plaats bij vrouwen die een sterk verhoogd risico hebben op de ontwikkeling van eierstokkanker. Dit verhoogde risico bestaat bij vrouwen bij wie een DNA-afwijking is gevonden of bij vrouwen waarbij eierstokkanker in de familie voorkomt en die een erfelijke vorm lijkt te zijn.

2.Als behandelingsmethode bij borstkanker.
In dit geval zullen doorgaans alleen de beide eierstokken worden verwijderd. Wanneer de beslissing tot verwijdering van de eierstokken is genomen, zijn er 2 methodes om dit uit te voeren:
- de laparoscopische operatie
- en de laparotomie.

De gevolgen van het verwijderen van eierstokken

De hormoonhuishouding
Als u nog niet in de overgang bent, betekent de ingreep dat u plotseling in de overgang komt. Dit is vaak een moeilijk te verwerken situatie in een periode dat al zoveel van uw emotionele en psychische draagkracht wordt gevraagd. Overgangsklachten zijn niet bij iedereen dezelfde en kunnen erg wisselend zijn. Het meest op de voorgrond staan de klachten van opvliegers en (tijdelijke) veranderingen van uw stemming of humeur.

Omdat de kans op botontkalking kan toenemen, worden lichaamsbeweging en een gevarieerd dieet met ruime kalktoevoer geadviseerd. In overleg met uw arts worden hormoonvervangende medicijnen voorgeschreven.

Zwangerschap
Als beide eierstokken zijn verwijderd, is het in principe niet meer mogelijk zwanger te worden.

Seksualiteit
Het verwijderen van uw eierstokken is een ingrijpende behandeling, die onder meer van invloed zal zijn op uw seksuele activiteit. Geslachtsgemeenschap kunt u weer hebben wanneer u daar aan toe bent, maar het kan soms lang duren tot de zin in gemeenschap terugkomt. Daar komt bij dat de schede minder vochtig kan worden bij seksuele opwinding, waardoor gemeenschap stroever verloopt of pijnlijk is. Het gebruik van een glijmiddel kan dan een oplossing bieden.

Aanpassing aan de nieuwe situatie kan moeilijk zijn, zowel voor uzelf als voor uw eventuele partner. Aarzelt u niet om dit met uw arts te bespreken, ook al vindt u het misschien ongepast om dit onderwerp ter sprake te brengen.

Risico’s en complicaties

De meeste operaties verlopen zonder complicaties.
De meest voorkomende complicatie bij een laparoscopische operatie is dat er toch een "gewone" buikoperatie (laparotomie) moet plaatsvinden via een grotere snede. In wezen is dit geen echte complicatie, omdat het soms gewoon te moeilijk is om zorgvuldig te opereren met behulp van de laparoscopische methode. Dit kan met name voorkomen bij ernstige verklevingen door endometriose of een eerdere buikoperatie. Ook andere technische problemen kunnen voorkomen, zoals het niet goed zichtbaar zijn van afwijkingen. Houdt u er dus altijd rekening mee dat u met een grotere snede dan gepland wakker kunt worden. De opname in het ziekenhuis en het herstel duren dan langer.

Bij het opereren zelf kunnen complicaties optreden. In zeer zeldzame gevallen kunnen de urinewegen of darmen beschadigd worden. De gevolgen kunnen soms pas merkbaar worden als u al uit het ziekenhuis ontslagen bent. Bij ernstige buikpijn, koorts of pijn in de nierstreek (aan de zijkant van de rug) is het dan ook verstandig direct met de dienstdoende gynaecoloog contact op te nemen. Deze beschadigingen zijn meestal goed te behandelen, maar het vraagt extra zorg en het herstel zal langer duren.
• Elke narcose brengt risico’s met zich mee. Als u verder gezond bent, zijn deze risico’s zeer klein.
• Bij de operatie wordt meestal een katheter in de blaas gebracht. Daardoor kan een blaasontsteking ontstaan. Dit is lastig en pijnlijk, maar goed te behandelen.
• Er kan in de buikwand een nabloeding optreden. Meestal kan het lichaam zelf een bloeduitstorting verwerken, maar dit vergt een langere periode van herstel. Bij een ernstige nabloeding is soms een tweede operatie nodig, vaak via een grote snede.
• Bij iedere operatie is er een klein risico op het ontstaan van een infectie of trombose.
• Een littekenbreuk is een complicatie op langere termijn. Darmen en buikvlies puilen dan door de buikwand onder de huid naar buiten. Dit is een complicatie die bij alle buikoperaties kan voorkomen, dus ook bij laparoscopische ingrepen.
• Sommige vrouwen hebben na de operatie klachten als: duizeligheid, slapeloosheid, moeheid, concentratiestoornissen, buik- en/of rugpijn. Deze zijn niet ernstig te noemen, maar kunnen vervelend zijn.
• Als het herstel na de operatie anders is of langer duurt dan verwacht, is het verstandig dit met uw huisarts of gynaecoloog te bespreken.

Voorbereidingen voor de laparoscopische operatie en de laparotomie

De gynaecoloog bespreekt met u hoe lang de verwachte ziekenhuisopname is en wanneer u wordt opgenomen. Dit kan de dag van de operatie zijn of de dag ervoor. Meestal vindt er poliklinisch vooronderzoek plaats: bloedonderzoek, soms een longfoto, een hartfilmpje (ECG) en een algemeen lichamelijk onderzoek. Soms hebt u op de polikliniek een gesprek met de anesthesioloog (de arts die de narcose geeft). Dit gesprek en het vooronderzoek kunnen ook op de afdeling plaatsvinden, als u een dag voor de operatie wordt opgenomen.

Voordat u wordt opgenomen, is het aan te raden één en ander te regelen voor de periode na de operatie. Ook al hebt u geen grote buikwond, u kunt nog wel pijn hebben en zich slap voelen. Afhankelijk van de zwaarte van de operatie en de situatie thuis, hebt u na thuiskomst soms enige hulp nodig. Bespreek dit van tevoren met uw gynaecoloog of huisarts. Als u buitenshuis werkt moet u over het algemeen rekenen op één of enkele weken afwezigheid. De zwaarte van de operatie en de snelheid van uw herstel spelen een rol.

1. De laparoscopische operatie

123-afb-oper-laparasc-chir-200-12.jpg
Laparoscopie betekent in de buik (laparo) kijken (scopie). Bij deze ingreep wordt via een dunne naald koolzuurgas in de buikholte ingebracht. Meestal gebeurt dit via een sneetje onder de navel. Als men vermoedt dat er verklevingen bestaan, brengt men soms de naald op een andere plaats in, bijvoorbeeld onder de ribbenboog.

Daarna wordt de laparoscoop (kijkbuis) ingebracht en aangesloten op een videocamera. Het operatiegebied kan nu op de monitor gezien worden. Ook op een paar andere plaatsen - zoals net boven het schaambeen en de zijkanten van de onderbuik - worden sneetjes gemaakt, waardoor de operatie-instrumenten worden ingebracht. Via de schede en baarmoederhals kan een staafje in de baarmoederholte worden gebracht om deze tijdens de operatie te bewegen.

Bij een laparoscopische operatie blijft de buikholte afgesloten. In vergelijking met een "gewone" operatie treedt minder prikkeling van het buikvlies op en gaan de darmen weer sneller werken. Door de kleinere sneetjes treedt minder wondpijn op. Hierdoor is ook het verblijf in het ziekenhuis korter en gaat het herstel thuis doorgaans sneller. Wel duurt de operatie soms langer, zodat u langer onder narcose bent.

De operatiedag

Als u de dag van de operatie wordt opgenomen moet u "nuchter" komen. Dat betekent dat u vanaf middernacht niet gegeten, gedronken of gerookt mag hebben. Een verpleegkundige ontvangt u op de afdeling. Soms wordt het bovenste deel van het schaamhaar geschoren en krijgt u een prik om trombose te voorkomen. U krijgt operatiekleding aan. Vlak voor de operatie krijgt u soms nog een medicijn waar u slaperig van wordt. Een droge mond is een bijwerking daarvan.

U wordt in bed naar de operatieafdeling gebracht. Via een naald in uw arm wordt de narcose toegediend. U valt in slaap en merkt niets meer tot u na de operatie wakker wordt. De duur van de operatie varieert van een half uur tot een aantal uren, afhankelijk van de bevindingen en de aard van de ingreep. Het weefsel dat tijdens de operatie verwijderd is, zal door de patholoog-anatoom worden onderzocht op de aanwezigheid van eventuele kankercellen. De uitslag van dit weefselonderzoek duurt ongeveer 14 dagen.

Na de operatie

• Na de operatie gaat u terug naar de afdeling als u goed wakker bent.
• Soms kunt u keelpijn hebben als gevolg van een buisje dat onder narcose werd ingebracht om u te beademen.
• Via een infuus krijgt u vocht. Vaak bent u misselijk en soms moet u overgeven. Het infuus blijft over het algemeen aanwezig tot de misselijkheid verdwenen is en u zelf voldoende drinkt.
• Soms is tijdens de operatie een katheter in de blaas gebracht waardoor de urine wordt afgevoerd.
• Afhankelijk van de soort en zwaarte van de operatie worden infuus en katheter dezelfde of de volgende dag verwijderd.
• Voor pijn na de operatie krijgt u pijnstillers toegediend.
• Soms kunt u behalve buikpijn ook schouderpijn hebben. Dit wordt veroorzaakt door het koolzuurgas dat bij de operatie gebruikt werd om meer ruimte in de buik te maken.

Lees ook: Laparoscopie: kijkoperatie van de buikholte

Herstel thuis

123-vr-rust-moe-slapen-zetel-170-09.jpg
Afhankelijk van de zwaarte van de operatie en uw conditie blijft u één of enkele dagen in het ziekenhuis. Over het algemeen moet u voor herstel zeker op 2 tot 3 weken rekenen. De eerste dagen kunt u over het algemeen wel voor u zelf zorgen, maar niet voor een gezin. Vaak bent u sneller moe en kunt u minder aan dan u dacht. In dat geval is het verstandig toe te geven aan de moeheid en extra te rusten. Te hard van stapel lopen heeft vaak een averechts effect. Uw lichaam geeft aan wat u wel en niet aankunt. Daarnaar luisteren is belangrijk.

Als u zich voelt opknappen kunt u geleidelijk uw activiteiten uitbreiden. Een vlotter herstel bij een laparoscopische operatie in vergelijking met een "gewone" operatie wordt als één van de voordelen van deze ingreep gezien. Voor sommige vrouwen is het ook een nadeel. Voor de omgeving kan het lijken, alsof u met deze kleine sneetjes en het snelle ontslag uit het ziekenhuis eigenlijk nauwelijks ziek bent, zodat u minder hulp en steun thuis krijgt dan na een "gewone" operatie met een grotere snede. Het is verstandig de signalen van uw lichaam ook na een laparoscopische operatie serieus te nemen.

Bloedverlies
Na de operatie kunt u bloedverlies uit de schede hebben. Dit kan variëren van een paar dagen tot een paar weken.

Hechtingen
Voor de littekentjes worden doorgaans hechtingen gebruikt die uit zichzelf oplossen. Dit duurt ongeveer 6 weken. Soms wordt materiaal gebruikt dat binnen 1 week oplost. Indien hechtingen worden gebruikt die na ongeveer 1 week moeten worden verwijderd, gebeurt dit op de polikliniek of door de huisarts. Zolang er nog wondvocht uit de wondjes komt, is het verstandig een pleister of een gaasje aan te brengen. Als de wondjes droog zijn, is dit niet meer nodig.

Douchen en baden
U mag gerust douchen. Als u alleen buiklittekentjes heeft, is er geen bezwaar tegen baden of zwemmen.

2. De Laparotomie

Soms is het niet mogelijk om de operatie door middel van laparoscopie uit te voeren. In dat geval wordt een buikoperatie (laparotomie) uitgevoerd; dit heeft de arts vooraf met u besproken. Bij deze operatie wordt een horizontale snee in de buik gemaakt, waarna de eierstokken en eventueel eileiders worden verwijderd.

Voorbereiding

Als voorbereiding op de operatie vinden een aantal handelingen plaats. De dag voor de operatie wordt u gelaxeerd met een klysma, een middel dat de ontlasting stimuleert. Laxeren is nodig omdat het laatste deel van de darmen zo goed mogelijk schoon moet zijn. U krijgt één maal daags een injectie met fraxiparine (bloedverdunnend medicament) om trombose tegen te gaan.

De dag voor de operatie komt de anesthesioloog bij u langs in verband met de narcose die u zult krijgen. De anesthesioloog vertelt u het tijdstip van de operatie en spreekt ook eventuele slaapmiddelen af voor ‘s avonds en de volgende ochtend. U hoort vanaf welk tijdstip u niet meer mag eten en drinken.

De operatiedag

123-vr-operatie-ziek-zh-170-07.jpg
De dag van de operatie kunt u zich gewoon wassen of douchen. U krijgt speciale operatiekleding van het ziekenhuis en uw bed wordt klaargemaakt. Als u dit met de anesthesioloog heeft afgesproken krijgt u een tablet om beter te kunnen ontspannen. De verpleegkundige brengt u naar de operatiekamer. Via een naald in uw arm wordt de narcose toegediend. U valt in slaap en merkt niets meer tot u na de operatie wakker wordt. De operatie duurt 1 à 2 uur. Het weefsel dat tijdens de operatie verwijderd is, zal door de patholoog anatoom worden onderzocht op de aanwezigheid van eventuele kankercellen. De uitslag van dit weefselonderzoek duurt ongeveer 14 dagen.

Na de operatie

• U heeft na de operatie een infuus in de arm voor vochttoediening en medicijnen. Als u niet misselijk bent en normaal kunt eten en drinken, kan dit verwijderd worden.
• U mag, als u dat kunt, meteen na de operatie uit bed.
• Tijdens de operatie wordt een blaaskatheter ingebracht. Deze wordt meestal verwijderd voordat u wakker wordt, maar soms blijft de katheter iets langer zitten en wordt later verwijderd.
• De verpleegkundige ondersteunt u bij de algemene lichamelijke verzorging.
• Door de operatie zullen de darmen tijdelijk niet goed functioneren. Afhankelijk van de snelheid waarmee dit herstel plaatsvindt en de ontlasting op gang komt, mag u het eten uitbreiden.
• Stapsgewijs wordt het eten aangepast, van kleine slokjes water tot aan de normale voeding.
• Om pijn tegen te gaan krijgt u medicijnen. Als deze niet voldoende werken, dan kunt u dit altijd aangeven zodat er iets aan gedaan kan worden.
• De hechtingen kunnen na 7 tot 10 dagen verwijderd worden.

Naar huis

Als u zich goed voelt en de gynaecoloog ermee instemt, kunt u na de laparotomie na 7 dagen naar huis. U krijgt een afspraak voor een controle op de polikliniek 6 weken na de ingreep. Als u thuis klachten krijgt, als klachten verergeren of als u om een andere reden onzeker bent, verzoeken wij u contact op te nemen met het ziekenhuis. In elk geval moet u bellen bij bloedverlies dat meer is dan bij ontslag te verwachten was, bij toenemende buikpijn en/of bij temperatuurverhoging (meer dan 37,5 °C).

De eerste periode mag u thuis alle activiteiten uitoefenen waar u toe in staat bent. Het is wel verstandig om geen zware gewichten te tillen en regelmatig te rusten. Thuis kan het verwerkingproces opstandige en verdrietige gevoelens oproepen en heeft u meer behoefte aan aandacht. Misschien heeft u vragen waar u over wilt praten. Met vragen over verwerking, seksualiteit of relaties kunt u terecht bij uw gynaecoloog of één van de seksuologen die aan een afdeling verbonden zijn.

bron: AMC- Academisch Medisch Centrum Amsterdam

Laatst bijgewerkt: mei 2021
100 Jaar Stichting tegen Kanker 100 Jaar Stichting tegen Kanker
Stichting tegen Kanker

In 2024 viert Stichting tegen Kanker haar 100-jarig bestaan onder de Hoge Bescherming van Koningin Mathilde. Al van bij de start in 1924 was haar belangrijkste drijfveer: hoop omzetten in overwinning.

100 jaar strijd tegen kanker - Stichting tegen Kanker

Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.

eenvoudig terug uit te schrijven
Wij verwerken jouw persoonsgegevens conform het Privacy-beleid van Roularta Media Group NV.
volgopfacebook

volgopinstagram