Immunotherapie bij pollen-, huisstofmijt- en dierenallergie

dossier Immunotherapie, ook desensibilisatie of hyposensibilisatie genoemd, is een relatief nieuwe behandelingsvorm voor bepaalde types van allergie. Het is een behandeling die ingrijpt in het werkingsmechanisme zelf van een allergische aandoening. Een immunotherapie houdt in dat men het afweersysteem minder gevoelig maakt door de stof waarvoor iemand allergisch is, bv. graspollen, in toenemende hoeveelheden toe te dienen zodat het immuunsysteem daarop gaat reageren. In feite wordt het kwaad met het kwaad bestreden. Doel is de allergische klachten drastisch te doen afnemen of zelfs geheel te laten verdwijnen, zodat je geen of alleszins veel minder medicamenten moet nemen.

Immunotherapie wordt in toenemende mate gebruikt voor de behandeling van
• hooikoorts of seizoensgebonden allergische rhinitis/conjunctivitis en allergische astma die veroorzaakt worden door pollen (van grassen, berken en andere bomen, onkruid),
• niet-seizoensgebonden allergische rhinitis en allergische astma door huisstofmijt,
• allergie voor huidschilfers van dieren (vooral katten).

Het wordt ook meer en meer gebruikt voor mensen die allergisch reageren op een steek van een wesp, bij of hommel.

Lees ook: Immunotherapie bij insectenallergie

Immunotherapie kan alleen gebruikt worden bij een type I allergie die berust op de aanmaak van specifieke IgE-antistoffen (wat met een huid- en/of RAST-test moet zijn aangetoond).
Het kan ook alleen gebruikt worden bij mensen die allergisch zijn voor één of twee allergenen (bv. gras- en/of berkenpollen). Wanneer meer allergenen moeten gemengd worden, dan zijn de dosissen te laag om nog effect te hebben.

Voor wie?

• Bij een luchtwegenallergie wordt immunotherapie voornamelijk aangeraden bij mensen met ernstige klachten bij wie de klassieke anti-allergische medicatie niet of onvoldoende werkt, niet verdragen wordt of wanneer de allergie gepaard gaat met astma die verergert, kan immunotherapie opgestart worden.
Immunotherapie kan ook zinvol zijn bij mensen met een pollenallergie die gepaard gaat met een voedselovergevoeligheid voor bv. selder of wortelen (een zogenaamde kruisallergie).

• Immunotherapie mag alleen toegepast worden wanneer een in allergie gespecialiseerd arts met huid- en/of RAST-testen en eventueel een nasale provocatietest heeft aangetoond dat het effectief om een type I allergie gaat.

• Immunotherapie kan alleen toegepast worden bij personen die allergisch zijn voor één of maximaal twee groepen allergenen omdat een relatief hoge dosis van het allergeen moet worden toegediend. Wanneer meerdere allergenen samen worden ingespoten, zouden de dosissen te veel verlaagd moeten worden waardoor ze niet meer doeltreffend zijn.

• Immunotherapie kan opgestart worden vanaf de leeftijd van 3 jaar voor kinderen met allergische rhinitis/conjunctivitis, en vanaf 5 jaar voor kinderen met allergisch astma.

• Bij een allergie voor huisdieren wordt immunotherapie slechts uitzonderlijk toegepast omdat het effect kan tegengevallen en de kans op bijwerkingen vrij groot is. Met name mensen die beroepshalve in aanraking komen met dieren (bv. veeartsen).

Wanneer wordt immunotherapie afgeraden?

• Bij kinderen jonger dan 3 jaar.
• Immunotherapie wordt niet gestart tijdens een zwangerschap, maar een lopende behandeling kan tijdens de zwangerschap worden verdergezet als ze goed verdragen wordt.
• Bij milde vormen van astma is immunotherapie mogelijk, maar bij ernstige astma die het hele jaar behandeld moet worden met inhalatiecorticosteroïden of dagelijks bèta-2-sympathicomimetica, wordt het afgeraden.
• Bij mensen met een hart- en vaatziekte of hoge bloeddruk die bètablokkers nemen.
• Bij mensen die lijden aan een ziekte die de werking van het immuunsysteem ernstig belemmert (bv. kanker)
• Bij mensen met chronische hart- of longaandoeningen.

Waarom immunotherapie?

Immunotherapie is een interessante optie voor mensen die veel last hebben van hun allergie. De effecten zijn vergelijkbaar met die van corticoïden die via de neus worden toegediend, en zijn superieur aan die van andere allergiegeneesmiddelen zoals antihistaminica en antileucotriënen. Meestal is er al tijdens het eerste jaar een vermindering van de klachten merkbaar.
Groot voordeel van immunotherapie is dat het effect minstens 6 tot 12 jaar aanhoudt nadat de behandeling is stopgezet.
Een bijkomend voordeel is dat het, alleszins bij kinderen, de kans op ontwikkeling van astma en andere allergieën vermindert.
Hoe jonger je bent als je de behandeling begint, en hoe minder lang je symptomen hebt, hoe beter meestal het resultaat.

Nadelen van immunotherapie zijn o.m.:
• Het is een langdurige behandeling die relatief veel tijd vraagt;
• risico op bijwerkingen (zie verder);
• Immunotherapie kan een negatieve invloed hebben op sommige bijkomende ziekten. Astma kan bijvoorbeeld verergeren. In sommige gevallen zal de immunotherapie gestopt moeten worden
• Er is vooraf geen zekerheid te geven over het uiteindelijke effect. Dat kan variëren van minder klachten bij dezelfde hoeveelheid medicijnen tot helemaal geen klachten zonder medicijnen. Helaas zijn er ook mensen bij wie immunotherapie helemaal niet helpt.
• Bij een immunotherapie tegen katten mag je geen katten meer houden.

Lees ook: Immunotherapie bij insectenallergie

Drie toedieningsvormen


Er bestaan drie methoden:
1. via inspuiting (subcutane immunotherapie of SCIT),
2. via druppels of tabletten die men onder de tong laat smelten (sublinguale immunotherapie of SLIT),
3. via de neus (lokale nasale immunotherapie of LNIT).

1. SUBCUTANE IMMUNOTHERAPIE (SCIT)

Onderzoek heeft aangetoond dat SCIT doeltreffend is bij volwassenen en waarschijnlijk ook bij kinderen. Het leidt tot een duidelijke vermindering van de klachten tot 6 à 12 jaar na het stoppen van de immunotherapie. Ook het risico op ontwikkeling van allergisch astma en op andere allergieën bij kinderen met allergische rhinitis zou verminderen.

• Bij een luchtwegenallergie door gras-, onkruid- en berkenpollen verminderen de klachten na twee jaar met 50 tot 80%. De meeste patiënten vertonen een verlichting van de symptomen na 6 – 8 maanden behandeling. Soms wordt een patiënt na afloop van de kuur zo goed als helemaal klachtenvrij.

• Bij een huismijtallergie of een allergie voor dieren is de doeltreffendheid iets minder groot.

• Het effect is het grootst voor neus- en oogklachten, iets minder voor allergische astma.

Hoe gaat het in zijn werk?
De injectiekuur wordt altijd gestart in een relatief klachtenvrije periode, bijvoorbeeld voor hooikoorts patiënten ruim voor het pollenseizoen, dus in september of oktober.
De injectiekuur bestaat uit 2 fasen:

Instelfase
In de instelfase, die normaal twee tot zes maanden duurt, worden er elke week 1 of meerdere onderhuidse injecties gegeven (in bovenarm of bovenbeen), afhankelijk van het aantal te behandelen allergieën. Bij sommige patiënten wordt gekozen voor een snelle instelfase, waarbij op één dag meerdere injecties worden gegeven. De hoeveelheid wordt in de instelfase wekelijks opgehoogd tot na een aantal maanden de hoogste dosering is bereikt. Daarna gaat de behandeling over in de onderhoudsfase.

Onderhoudsfase
In de onderhoudsfase wordt gedurende 3 à 5 jaar iedere maand een injectie gegeven.

Mogelijke bijwerkingen
• Vaak treden milde en eerder onschuldige en voorbijgaande lokale reacties op op de injectieplaats (zwelling, pijn…). Deze reacties treden meestal op in de eerste minuten na de injectie, maar kunnen ook pas enkele uren later optreden. Als de zwelling pas na een aantal uren optreedt, kan je zelf een paar dingen doen om de klachten te verminderen, zoals koelen van de zwelling door middel van een ijspakking. Als de klachten heel hevig zijn, kan je een aspirine nemen. Omwille van deze mogelijke bijwerkingen kunnen preventief een antihistaminicum en een puffer worden voorgeschreven. Deze worden enkel ingenomen indien zich nevenwerkingen voordoen.

• Soms kunnen ook veralgemeende reacties optreden, zoals jeuk over het hele lichaam, uitslag, neusloop, misselijkheid, buikpijn enz. Er bestaat een uiterst klein risico op ernstige reacties, zoals een bloeddrukdaling, shock of hartstilstand. Daarom mogen de injecties alleen door een arts worden en uitgevoerd en moet je na de injectie minstens 30 minuten onder toezicht van een arts blijven zodat de dokter meteen kan ingrijpen als er zich een ernstige allergische reactie zou voordoen.
Bij mensen die ook astma hebben, is de kans op ernstige nevenwerkingen groter.

Lees ook: Wat is een anafylactische shock?

2. SUBLINGUALE IMMUNOTHERAPIE (SLIT)

Sinds enkele jaren bestaat de mogelijkheid om het allergeen via de mond toe te dienen, onder de vorm van druppels of een pilletje dat men gedurende enkele minuten onder de tong moet laten smelten. Deze methode wordt tegenwoordig meer en meer toegepast voor luchtwegallergenen zoals een pollen-, huismijt- en huisdierenallergie.
In vergelijking met SCIT zijn bij SLIT hogere dosissen van het allergeen nodig. De behandeling moet minstens 2 jaar voortgezet worden.
SLIT heeft als groot voordeel dat er geen arts nodig is bij het toedienen van de immunotherapie en dat de behandeling dus thuis kan worden toegepast.

Werkzaamheid
Over de doeltreffendheid van sublinguale desensibilisatie voor graspollen lopen de meningen uiteen.

• In de Consensustekst van het RIZIV (november 2010) wordt gezegd dat SLIT even efficiënt is als SCIT.
- SLIT wordt zowel voor volwassenen als kinderen aanbevolen voor de behandeling van allergische rhinitis door gras- en berkenpollen. Ook tegen onkruidpollen is SLIT werkzaam.
- Voor ambrosiapollen is de werkzaamheid tot nu toe nog niet aangetoond.
- Voor huisstofmijt is alleen bij volwassenen aangetoond dat de klachten verminderen en minder geneesmiddelen nodig zijn. Bij kinderen is dat effect evenwel niet aangetoond.
- Voor huisdieren tenslotte werkt het waarschijnlijk tegen kattenallergenen, maar voor hond, paard, rat en muis is nog geen effect aangetoond.
- Het effect is het grootst voor de neus- en oogklachten. Ook de klachten van allergisch astma nemen af, maar minder dan bij SCIT.
Het effect van SLIT blijft minstens duren tot één jaar na het stoppen van de behandeling.

• Volgens de recentste versie (oktober 2011) van de Transparantiefiche ‘Medicatie bij seizoensgebonden allergische rhino-conjunctivitis’ van het Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie, is het effect van SLIT beperkt en blijven andere medicijnen nodig.

• Het Nederlands Huisartsengenootschap beveelt sublinguale immunotherapie niet aan omdat de werkzaamheid op lange termijn nog onvoldoende is aangetoond en vanwege de hoge prijs.

Mogelijke bijwerkingen
Soms treden milde en voorbijgaande lokale reacties op, zoals zwelling en jeuk of een branderig gevoel onder de tong. Ernstige veralgemeende reacties werden nooit vastgesteld. Uitzonderlijk werd wel een astma-aanval gesignaleerd.
SLIT is dus veiliger dan SCIT door de afwezigheid van systemische reacties.

3. LOKALE NASALE IMMUNOTHERAPIE (LNIT)

96971959_M123-neusdrs-hooikoorts-allerg-03-19.png
Bij lokale nasale immunotherapie of LNIT worden vrij hoge dosissen allergeen via de neus toegediend via een poeder of een waterige oplossing. Deze behandeling geeft goede resultaten bij seizoensgebonden allergische rhinitis, zowel voor graspollen, boompollen en onkruidpollen, als voor huisstofmijt en kat.
In België wordt deze methode echter nauwelijks of niet gebruikt.

Mogelijke bijwerkingen
Soms treden milde en voorbijgaande lokale reacties op. De waterige oplossing wordt doorgaans slechter verdragen dan het poeder. Ernstige veralgemeende reacties werden nooit vastgesteld.

Enzym-gepotentieerde desensibilisatie is een nieuwe techniek waarbij een combinatie van diverse allergenen vermengd met een enzym in de huid wordt geïnjecteerd. Deze methode wordt o.m. bij een voedselallergie en bij hooikoorts gebruikt. Over de doelmatigheid hiervan bestaan zeer tegenstrijdige onderzoeksresultaten, zodat deze methode alsnog niet kan worden aanbevolen.

Duur van de behandeling

Om een effect op lange termijn bij volwassenen te bekomen, is een behandelingsduur van minimaal 3 jaar aangewezen. Het stopzetten van de immunotherapie moet individueel bepaald worden. Bij kinderen wordt een minimale behandelingsduur van 18 maanden aangeraden.

Meestal wordt aangeraden om met de behandeling te starten op het ogenblik dat er weinig allergenen in de omgeving zijn.
- ben je allergisch voor bomen: omstreeks mei
- ben je allergisch voor grassen: omstreeks september
- ben je allergisch voor huisstofmijt: omstreeks januari
- ben je allergisch voor huidschilfers van dieren: als je het dier kunt vermijden (als het dus uit huis is verwijderd).
Wat SLIT betreft is er geen verschil in effectiviteit wanneer het wordt toegediend net voor het pollenseizoen (vanaf februari) of SLIT gedurende heel het jaar.

Voorzorgsmaatregelen
In het begin kan er vermoeidheid optreden. Daarom moet intense sportbeoefening, zware arbeid, sauna, een warm bad of overmatig alcoholgebruik vermeden worden in de eerste drie uur na de injectie.

Geneesmiddelen
Indien je begint met een immunotherapie moet je steeds aan je arts meedelen of en welke geneesmiddelen je inneemt. Ook tijdens de behandeling moet je de arts steeds melden als je nieuwe geneesmiddelen moet nemen.
Beta-blokkers voor hoge bloeddruk mogen bijvoorbeeld niet ingenomen worden tijdens de behandeling.

Ziekte
Indien je verkouden bent, zich griepachtig voelt, koorts hebt of onlangs ziek geweest bent of gevaccineerd bent (bv. voor reizen), moet de behandeling minstens één week uitgesteld worden.

Zwangerschap
Het wordt afgeraden om de immunotherapie op te starten gedurende de zwangerschap. Eenmaal de onderhoudsdosis bereikt is, mag de kuur wel verder gegeven worden.

Immunotherapie en andere vaccinaties
Tussen de immunotherapie (de laatste injectie) en andere vaccinaties (griepprik, injecties voor vakantie enz.) moet altijd minstens 1 week zitten. 

Bronnen:

https://www.uzgent.be//nl/zorgaanbod/mdspecialismen/allergienetwerk/Paginas/Immunotherapie.aspx
https://www.uzgent.be//nl/home/Lists/PDFs%20patienteninformatiefolders/allergeenspecifieke-immunotherapie-voor-wespen-en-bijengif.pdf
https://www.uzleuven.be/nl/hyposensibilisatiekuur
https://www.janpalfijn.be/sites/default/files/public/attachments/informatiefolder_wespen_bijengif_allergie_a5_1.pdf
https://www.uza.be/behandeling/allergie-voor-insectengif
https://www.riziv.fgov.be/SiteCollectionDocuments/consensus_korte_tekst_20101125.pdf
Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie 




Laatst bijgewerkt: april 2019

Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.

eenvoudig terug uit te schrijven
Wij verwerken jouw persoonsgegevens conform het Privacy-beleid van Roularta Media Group NV.
volgopfacebook

volgopinstagram