Wie arm is, gebruikt minder gezondheidszorg

123-dr-bezoek-geld-euro-spuit-170_01.jpg

nieuws Mensen in armoede gaan maar de helft zo vaak naar de tandarts voor een preventieve controle dan anderen. Ze gaan ook minder naar de huisarts en vaker naar de spoeddienst, zo wijst een CM-studie uit.

In 2010 en 2011 ging 20 procent van de mensen met een leefloon (en hun gezinnen) naar de tandarts voor een preventief mondonderzoek. Niet-leefloners deden dat dubbel zo vaak. De kostprijs speelt hier zeker een rol. Ook de vrees voor de prijs van een vervolgbehandeling (bv. een beugel) speelt mee.

Dat kan vreemd lijken, want sommige maatregelen beperken de kostprijs voor tandzorg, zoals de gratis tandzorg tot de 18e verjaardag voor iedereen en de volledige terugbetaling van het mondonderzoek en tandsteenverwijdering voor mensen met verhoogde tegemoetkoming (o.a. leefloners) tussen de 18e en 63e verjaardag die het jaar ervoor ook naar de tandarts gingen. Maar ook het gebrek aan informatie speelt een rol. Mensen in armoede geven aan dat ze de regels niet kennen, vaak omdat de informatie niet bij hen geraakt of niet duidelijk gecommuniceerd wordt. Een laatste verklaring is wellicht dat mensen in armoede veel urgente problemen hebben waarvoor een oplossing zich opdringt, waardoor er minder aandacht is voor de preventie van mogelijke problemen in de toekomst.

Minder naar huisarts, meer naar spoed
Mensen in armoede gaan ook minder naar de huisarts. 63 procent van de leefloners ging in 2011 minstens eenmaal naar de huisdokter, bij niet-leefloners was dit 9 procent meer. Dat ondanks het feit dat verschillende studies al aangeven dat mensen in armoede ongezonder zijn. Ook hier spelen bovenvermelde factoren een rol: vrees voor de kostprijs, de verwachte kostprijs van de opvolgbehandeling (bv. medicatie, naar de specialist), en het gebrek aan informatie. Een lichtpunt zijn de wijkgezondheidscentra: zij slagen er in om met hun laagdrempelig aanbod toch bijna 12 procent van de leefloners te bereiken.

Wie een leefloon ontvangt, gaat ook vaker naar de spoeddienst, dan wie geen leefloon krijgt (resp. 24 procent en 15 procent). Deze duurdere vorm van gezondheidszorg blijkt meer vertrouwen te krijgen van mensen met een leefloon. Dat daar de rekening niet meteen moet betaald worden, speelt ongetwijfeld een rol. Ook zijn de wachtdiensten van huisartsen nog niet overal even toegankelijk.

Het ziekenfonds doet drie voorstellen om de sociale ongelijkheid in het gebruik van gezondheidszorg weg te werken:

1. Het belang van de eerstelijnszorg (de huisarts) en preventie (bvb. tandzorg) dient van jongs af onder de aandacht gebracht te worden. CM beveelt aan dat het onderwijs aan deze thema’s aandacht besteedt.

2. Een verdere automatisering van de rechten voor mensen uit sociale categorieën, zoals de automatische toepassing van de derdebetalersregeling (waarbij de patiënt enkel het remgeld betaalt) en de pro-actieve opsporing van gerechtigden op het Omnio-statuut door de ziekenfondsen versterken via een automatisch signaal van de belastingsadministratie.

3. Een betere afstemming tussen de huisartsenwachtpost en de spoedgevallendienst van het ziekenhuis met het oog op een optimaler gebruik bij spoedgevallen.


Laatst bijgewerkt: maart 2021

Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.

eenvoudig terug uit te schrijven
Wij verwerken jouw persoonsgegevens conform het Privacy-beleid van Roularta Media Group NV.
volgopfacebook

volgopinstagram