Probiotica kan opgeblazen gevoel verlichten

Mensen met functionele dyspepsie, maagklachten zonder duidelijke oorzaak, krijgen in eerste instantie zuurremmers toegediend, maar bij langdurig gebruik kunnen zuurremmers de natuurlijke darmflora aantasten. Om dat te voorkomen, bestaan er voedingssupplementen met probiotica. 

Een Belgisch-Nederlands onderzoeksteam onder leiding van de KU Leuven heeft nu onderzocht of een nieuwe generatie probiotica met sporenvormende bacteriën ook functionele dyspepsie kunnen aanpakken. Van de 68 patiënten die deelnamen aan het onderzoek, werd de helft gevraagd om dagelijks het supplement in te nemen, terwijl de andere helft een placebo kreeg. Gedurende acht weken werden de maagklachten, bloedstalen en stoelgangstalen geanalyseerd, met een duidelijk resultaat. 

Prof. dr. Tim Vanuytsel, gastro-enteroloog in UZ Leuven: “De behandeling had een duidelijk effect op de symptomen: in vergelijking met de placebogroep, hadden veel minder patiënten nog maagklachten nadat ze een tijdje probiotica kregen. Zij hadden dubbel zoveel kans op een significante afname van de symptomen. Dit was de eerste dubbelblinde en placebogecontroleerde studie die de meerwaarde van probiotica onderzocht bij functionele dyspepsie.”

In de tweede fase van het onderzoek kregen alle patiënten probiotica, om de effecten op lange termijn te bepalen. Dr. Lucas Wauters, gastro-enteroloog in opleiding en doctoraatsstudent: “Het langdurig innemen van probiotica leidde tot positieve veranderingen in de darmflora en het afweersysteem, waardoor de maagklachten afnamen. Bovendien waren er geen ernstige nevenwerkingen en is de

behandeling dus veilig.”

“De meerderheid van de deelnemende patiënten toonde interesse om het commercieel beschikbare supplement ook na afloop van de studie te blijven gebruiken. Aan mensen die naar ons doorverwezen worden en vaak al van alles geprobeerd hebben tegen hun maagklachten, raden we het vandaag zeker aan. Wel is het nog te vroeg om probiotica als eerstelijnsbehandeling in te voeren bij alle patiënten. Eerst moeten de huidige resultaten bevestigd worden in een internationale, multicentrische studie bij veel meer patiënten”, besluit professor Vanuytsel.