Alles wat je moet weten over slaapproblemen

dossier

Een op drie mensen zou kampen met slaapproblemen. Meestal zijn die van tijdelijke aard en een gevolg van een of andere bijzondere gebeurtenis, maar soms kunnen ze wijzen op een ernstiger probleem.

Laat ons beginnen met het ontkrachten van de mythe dat iedereen 8 uren slaap nodig heeft om te kunnen spreken van een goede nachtrust. Niets is minder waar. Slaaponderzoek heeft uitgewezen dat de slaapbehoefte verschilt van persoon tot persoon en schommelt tussen vier en elf uren per nacht. Ongeveer 10% van de bevolking heeft genoeg aan een gemiddelde van 6,5 uur per nacht en zowat 15% heeft meer dan 9 uren nodig. Kinderen hebben meestal iets meer slaap nodig, terwijl bejaarden het doorgaans met iets minder kunnen stellen. Ook geografische factoren kunnen een rol spelen. Zo slaapt men normaal iets langer in de bergen en minder lang aan zee.

Onschuldig

Iedereen heeft wel eens last om in slaap te raken of slaapt wel eens minder goed of heeft ‘s morgens last om uit bed te komen. Dikwijls heeft dat te maken met een ongewone of pijnlijke gebeurtenis overdag - een overlijden, een ruzie, een tegenslag of een blijde gebeurtenis - met een bijzonder stresserende bezigheid of gewoon omdat er letterlijk iets op de maag is blijven liggen na een te zware maaltijd voor het slapengaan, of omgekeerd omdat men met een lege maag naar bed gaat. Sommige vrouwen slapen elke maand rond hun menstruaties iets minder goed. En ook na een lange vliegtuigreis waardoor onze biologische klok verstoord is, kunnen tijdelijk slaapproblemen optreden.

Meestal verdwijnen dit soort slaapproblemen na een paar dagen spontaan als de aanleiding is verdwenen of vergeten, en hoeft men zich daarover geen zorgen te maken. Integendeel zelfs, wie zich teveel zorgen maakt en zich opwindt over dat slaapprobleem, riskeert de zaken alleen maar erger te maken.

Men spreekt pas van slapeloosheid wanneer iemand zonder duidelijke reden dagenlang (meer dan 3 weken) last heeft om in slaap te raken of ‘s nachts geregeld wakker wordt, én wanneer dit ook overdag zijn weerslag heeft (men voelt zich moe en geprikkeld, concentratieproblemen, eventueel hoofdpijn, enz.). In dergelijke gevallen is het aangewezen om een arts te raadplegen, en kan het eventueel nodig zijn om een onderzoek te laten doen in een gespecialiseerd slaaplaboratorium.

Lees ook: Slaap en de biologische klok

Vele oorzaken

• Slapeloosheid is geen 'ziekte' op zich, maar is, net zoals bijvoorbeeld koorts, eerder een symptoom dat er iets anders aan de hand is. Sommige ziekten, zoals bijvoorbeeld diabetes, astma of andere ademhalingsproblemen, hartritmestoornissen, reuma, enz., kunnen gepaard gaan met slapeloosheid. Soms kan slapeloosheid ook wijzen op een psychiatrisch probleem, zoals bijvoorbeeld een depressie. In al die gevallen heeft het uiteraard weinig zin om het slaapprobleem op zich aan te pakken, maar moet de onderliggende oorzaak worden behandeld. 
• Een andere mogelijke oorzaak van slapeloosheid is het zogeheten 'restless leg'-syndroom : nauwelijks in bed wordt men geplaagd door een onaangenaam, prikkelend gevoel in de benen waardoor men niet stil kan blijven liggen. Tot 5% van de bevolking zou hieraan leiden. Het komt iets meer voor bij ouderen en tijdens de zwangerschap. De preciese oorzaak is nog onbekend, maar er bestaan geneesmiddelen waarmee men dit syndroom goed onder controle kan houden. 
• Ook sommige geneesmiddelen (zoals bepaalde anti-depressiva, geneesmiddelen tegen hooikoorts, tegen hoge bloeddruk, enz.), opwekkende dranken zoals koffie en cola, en alcohol kunnen slaapproblemen veroorzaken. 
• Ten slotte kunnen ook ploegen- of nachtarbeid of andere omstandigheden die onze biologische klok permanent verstoren, tot chronische slapeloosheid leiden.

Lees ook: Snurken: oorzaken en behandelingen

Lees ook: Wat is slaapapneu en hoe kan je het voorkomen en behandelen?

Leren slapen

Zoals gezegd is het slaappatroon heel individueel : men heeft kort- en langslapers. Het ogenblik waarop men gaat slapen en opstaat kan men echter een beetje beïnvloeden. Men hoeft zich helemaal geen zorgen te maken als men eens een keer slecht inslaapt of een enkele keer lang wakker liggen. Als men eens iets minder lang geslapen heeft, hoeft men die verloren uren de volgende dag ook niet in te halen door een paar uren langer te slapen. Het lichaam haalt die verloren uren zelf in door meer en langere periodes in de diepe slaap te verkeren. Daarnaast zijn er tal van tips die kunnen helpen om beter te slapen, al werkt niet ieder hulpmiddel bij iedereen even goed.
• Ga, indien mogelijk, steeds op hetzelfde tijdstip slapen en sta op hetzelfde uur op. Dit helpt om een vast slaap-waakritme te ontwikkelen en het bevordert de kwaliteit van de slaap.
• Slaap zoveel uren als je nodig hebt om de volgende dag fit en uitgerust te zijn.
• Jouw activiteiten overdag beïnvloeden sterk je nachtrust: zorg voor een goede afwisseling tussen inspanning en ontspanning. Inspannende activiteiten vlak voor het slapengaan kunnen het inslapen wel bemoeilijken.
• Zorg voor een rustige slaapomgeving. Reserveer de slaapkamer voor seks en slaap, niet om TV te kijken of aan powertraining te doen.
• Zowel honger als een volle maag kunnen je belemmeren om in slaap te vallen. Wees ‘s avonds voorzichtig met opwekkende stoffen zoals tabak, koffie, cola enz. Wie 's avonds veel alcohol drinkt, zal wel sneller inslapen maar ook minder diep slapen en vroeger wakker worden.
• Als je voelt dat je niet in slaap raakt, begin dan niet te woelen en je te enerveren, maar sta op en doe iets anders tot je slaperig wordt.
• Neem je problemen niet mee naar bed: zorg ervoor dat je ze op de ene of de andere manier buiten de slaapkamer houdt door er bv. over te praten of te schrijven.
• Incidenteel en kortstondig gebruik van een kortwerkend slaapmiddel kan nuttig zijn om een tijdelijke verstoring van het slaap/waakritme aan te passen (b.v. op reis, wanneer men in een ander bed slaapt, enz.).

Lees ook: Gedragstherapie bij slaapklachten

Slapen is een complex gebeuren

Slapen is een complex gebeuren waarvan zeker nog niet alle aspecten ontrafeld zijn. Sterk vereenvoudigd kan men een nacht onderverdelen in een 5-tal slaapperiodes of cycli van elk zo’n 90 minuten, die elkaar opvolgen zoals de wagons van een trein. Elke cyclus bestaat uit twee stadia, twee soorten slaap: een rustige of trage slaap, gevolgd door een actieve of snelle slaap. Naarmate de nacht vordert, wordt het stadium van de ‘trage slaap’ korter en dat van de ‘snelle slaap’ langer.

Elk van die twee stadia wordt nog eens onderverdeeld in een aantal fasen.

1.In de rustige slaap of NREM-slaap (non-Rapid-Eye-Movement) onderscheidt men vier fasen.

• Fase 1
Fase 1 duurt zowat één tot drie minuten en is de inslaapfase tijdens dewelke men een gevoel van in-een-put-vallen kan hebben. Na enkele minuten gaat men over in fase 2.
• Fase 2
De wekdrempel verhoogt, maar men heeft nog niet het gevoel diep te slapen. Men kan nog reageren op uitwendige of inwendige prikkels (b.v. straatgeluiden of een kloppende deur, een hongergevoel...). Wanneer men in deze fase wordt gewekt, kan men de indruk hebben nog niet te hebben geslapen.
• Fase 3
Ongeveer een half uur na het inslapen wordt fase 3 bereikt.
De ademhaling verloopt zeer regelmatig, het hartritme daalt, de spieren zijn totaal ontspannen en de slaap wordt steeds dieper.
• Fase 4
Tenslotte komt men in fase 4, de echte diepe slaap die zorgt voor de fysieke recuperatie.
Fase 3 en 4 samen worden ook wel de Slow-Wave-Sleep (SWS) of diepe slaap genoemd. De SWS of diepe slaap domineert grotendeels in de eerste helft van de nacht. Vanaf 40 jaar is er afname van de totale SWS, die bijna volledig verdwijnt op 70 jaar. Ook de REM-slaap vermindert met de leeftijd. Vandaar dat bejaarden inderdaad minder lang en vooral minder vast slapen.

2.De actieve slaap of REM-slaap (Rapid-eye-movement, zo genoemd omdat de ogen in alle richtingen bewegen) begint ongeveer 1,5 uur (= 90 minuten) na het inslapen. Juist vóór en tijdens de REM-fase daalt de spierspanning nog meer, met tussenpozen treden er snelle bewegingen van groepen kleine spieren op. Bovendien is de wekdrempel het hoogst.

Dromen doen zich vooral in deze fase voor, die daarom ook droomslaap of paradoxale slaap wordt genoemd (paradoxaal omdat de hersenactiviteit dan het grootst is, terwijl de spieren nagenoeg verlamd zijn). Deze REM-periode duurt ongeveer 10 minuten, maar naarmate de slaap vordert, worden de REM-fasen langer. Na elke REM-slaapfase is er gewoonlijk een kort ontwaken (onbewust).

Nadien begint de slaapcyclus opnieuw van voorafaan.

Lees ook: Wees voorzichtig met slaap- en kalmeermiddelen

Waarop letten bij aankoop van een bed?

Wat goed is voor de een is niet noodzakelijk goed voor de ander. Je persoonlijke kenmerken (lengte, gewicht, leeftijd) en die van je eventuele partner, bepalen welk type matras het best bij jou past. Ook je slaaphouding, of je allergisch bent, veel zweet... zijn belangrijke factoren.

Lees ook: Waarop letten bij aankoop van een bed?

Waarop letten bij aankoop van een matras en matrasdrager?

De matras moet het lichaam tijdens de slaap ondersteunen. Zij moet veerkrachtig zijn en die veerkracht blijven behouden om de lichaamsdruk op te vangen en te verdelen. Zij moet bovendien het transpiratievocht kunnen opnemen en het door verdamping weer kunnen afvoeren. 

Matrasdragers kunnen opgebouwd zijn uit : springveren, spiraaldraadmat, gevlochten staaldraadmat, spaanderplaten, planken en lattenbodems, met of zonder kantelbare latten en al dan niet in de hoogte verstelbaar.

Lees ook: Waarop moet je letten als je een nieuwe matras wil kopen?

Lees ook: Welke matrasdrager kiezen?

Lees ook: Wat is de beste slaaphouding?


Laatst bijgewerkt: mei 2020

Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.

eenvoudig terug uit te schrijven
Wij verwerken jouw persoonsgegevens conform het Privacy-beleid van Roularta Media Group NV.
volgopfacebook

volgopinstagram