Hoe herken je een aderontsteking (flebitis) en hoe wordt het behandeld?

dossier Flebitis is een ontsteking in een oppervlakkig gelegen ader in de benen of de lies, maar het kan ook elders voorkomen, bijvoorbeeld in de armen. Flebitis is meestal een pijnlijke maar relatief ongevaarlijke aandoening. De mogelijke complicaties kunnen wel gevaarlijk zijn. Daarom is het verstandig om toch altijd een arts te raadplegen.

Welke symptomen kunnen wijzen op flebitis?

Bij flebitis wordt de huid in de zone van de ontstoken ader binnen korte tijd huid rood en gezwollen. Het ziet eruit als een harde, wormvormige streng. De plek voelt warm aan en is hard en pijnlijk of extra gevoelig. 
Een flebitis is meestal enkele centimeters lang, maar het komt ook voor dat de hele ader dicht zit met gestold bloed, over de hele lengte van het onderbeen en/of bovenbeen.

Lees ook: 10 manieren om zelf je bloedsomloop te verbeteren

Hoe ontstaat flebitis?

Flebitis ontstaat door de vorming van een bloedstolsel die een oppervlakkig gelegen ader afsluit. Het bloedstolsel trekt cellen van het afweersysteem aan die proberen de bloedprop op te ruimen. Dit veroorzaakt een ontstekingsreactie rond het bloedvat. De aderontsteking is dus niet de oorzaak maar het gevolg van een bloedstolsel. 

De medische term voor een stolsel in een bloedvat is trombose. Daarom spreekt men ook van tromboflebitis of van oppervlakkige veneuze trombose

Er kan ook een stolsel ontstaan in aders die dieper in het been liggen, dat heet diepe veneuze trombose of trombosebeen

Lees ook: Diepe veneuze trombose (DVT) of trombosebeen

Risicofactoren voor het ontstaan van flebitis

123-flebitis-aderontstek-06-19.png
Een bloedstolsel ontstaat wanneer het bloed te traag stroomt, wanneer het bloed te snel stolt of wanneer een bloedvat wordt beschadigd.

Sommige factoren verhogen het risico op tromboflebitis.

  • Erfelijke aanleg.
  • Voorgeschiedenis van trombose of tromboflebitis.
  • Leeftijd: het risico neemt toe met de leeftijd, vooral vanaf 50 jaar.
  • Zwangerschap en de eerste periode na de bevalling.
  • Het gebruik van hormonen, zoals orale anticonceptiva of hormoonvervangende behandeling bij menopauzeklachten.
  • Spataders: de aandoening komt vaak voor bij mensen met spataders, maar lang niet iedereen met spataders krijgt tromboflebitis.
  • Een operatie of verwonding aan de benen.
  • Langdurige inactiviteit van de ledematen, bijv. bij bedlegerige patiënten, bij een gipsverband...
  • Langdurig stilzitten tijdens lange autoritten of langeafstandsvluchten.
  • Een aangeboren bloedstollingsziekte.
  • Bepaalde vormen van kanker.
  • Obesitas (BMI van 30 of meer).

Lees ook: Longembolie na vliegtuigreizen: het 'economy class' syndroom

Is een oppervlakkige tromboflebitis gevaarlijk?

Oppervlakkige veneuze trombose op zich is niet gevaarlijk, het is hinderlijk maar het geneest meestal vanzelf na enkele weken. Er zijn voldoende andere oppervlakkige vaten in het been waardoor het bloed terug kan stromen naar het hart. 

  • Er is een risico van circa 2 tot 20 procent dat het stolsel aangroeit en dat er in diepere vaten ook een stolsel ontstaat. Dat risico bestaat vooral als het stolsel dicht in de buurt zit van een verbinding naar de diepere aders (bijv. bij een aderontsteking rond de knie of de lies), of langer is dan 5 cm. Een diepe veneuze trombose is wel een ernstig probleem.
    Risicofactoren van een uitbreiding naar een diepe veneuze trombose zijn onder meer oudere leeftijd, immobilisatie (bedrust) en een inwendige kanker (bijv. prostaatkanker of baarmoederkanker). Ook stollingsafwijkingen vormen een risicofactor voor een meer agressief verloop van een tromboflebitis.
  • Een ander gevaar bij oppervlakkige veneuze trombose is dat er stolseltjes los kunnen schieten en dan via het hart in de longvaten terechtkomen. Dan ontstaat longembolie.
  • Na een doorgemaakte tromboflebitis is de kans op het ontstaan van spataders zeer groot. 

Lees ook: Longembolie: hoe gevaarlijk is een trombose in de longen?

Diagnose: hoe stelt de arts flebitis vast?

123-dr-oz-aderspet-flebitis-aderontstek-06-19.png
Wanneer de arts op basis van de symptomen flebitis vermoedt, kan hij/zij bepaalde onderzoeken doen om uit te maken waar het probleem zich juist situeert en of er kans bestaat op een diepe veneuze trombose (trombosebeen). Bij vermoeden van een trombosebeen zal zo’n onderzoek altijd gebeuren.

  • Het zogenoemde duplexonderzoek combineert twee onderzoeken in één toestel: een echografie brengt de bloedvaten in beeld, en met de Doppler wordt de snelheid van de bloedstroming gemeten (of de traagheid in het geval van een ader die door een klonter wordt geblokkeerd).  
  • Een D-dimeer-test spoort de hoeveelheid D-dimeer op in het bloed. D-dimeer is een component afkomstig van een bloedklonter. De hoeveelheid D-dimeer in het bloed is altijd laag, behalve als er een bloedstolsel aanwezig is (geweest).
  • Om een eventuele onderliggende oorzaak op te sporen, kan ook een bloedonderzoek naar stollingsafwijkingen gebeuren.

Hoe wordt flebitis behandeld?

Een oppervlakkige tromboflebitis geneest meestal vanzelf na 2-4 weken. Het doel van een eventuele behandeling is, enerzijds, het verminderen van klachten en, anderzijds, het verminderen van de kans op uitbreiding of op een diepe veneuze trombose. 

  • Bewegen kan pijnlijk zijn door aderontsteking. Toch is het belangrijk te blijven bewegen, om de doorbloeding te stimuleren. 
  • Lang staan en zitten is ongunstig en moet regelmatig worden afgewisseld met bewegen. (Bed)rust wordt alleszins afgeraden. Leg bij het zitten of liggen uw benen wat hoger. 
  • Meestal zal de arts aanraden om gedurende enkele weken overdag elastische steunkousen (klasse 2) te dragen. Zeker bij zeer pijnlijke en/of uitgebreide aderontstekingen en bij lange afstandvluchten, wordt het dragen van elastische kousen aangeraden.

Lees ook: Compressiekousen: wat zijn Therapeutisch Elastische Kousen (TEK)?

  • Bij een grote aderontsteking (meer dan 5 cm) of een verhoogd risico op een uitbreiding naar een diepe veneuze trombose (‘trombosebeen’) zal je gedurende enkele weken bloedverdunners moeten gebruiken.
  • Om de pijn en de ontsteking te onderdrukken kan de arts paracetamol of een niet-steroïdale ontstekingsremmer (NSAID) zoals ibuprofen voorschrijven. Krijg je bloedverdunners, dan worden NSAID's afgeraden.
  • Bij hevige pijn en bij patiënten met een tromboflebitis boven de knie, met een verhoogde kans op een diepe veneuze tromose, kan een kleine ingreep gebeuren waarbij het bloedstolsel onder plaatselijke verdoving wordt verwijderd. 
  • Warme of koude kompressen. Er is geen bewijs dat koude of warme kompressen helpen bij de genezing van de aderontsteking, maar het kan de pijn wel verlichten.
  • Er is geen wetenschappelijk bewijs dat zalven of gels zoals Algis-Spray, Hiridoid, Mobilat, Reparil Gel Kamperzalf, Kamillosan enzovoort enig nut hebben. Bovendien kunnen ze allergische reacties uitlokken.

Wanneer een huisarts raadplegen bij een aderontsteking?

Bij een aderontsteking raadpleeg je het best altijd de huisarts. Zoek zeker medische hulp:

  • als je merkt dat de aderontsteking zich uitbreidt;
  • als het been dikker of pijnlijker wordt;
  • als er ook andere klachten optreden, zoals benauwdheid, moeilijker of sneller ademen…

Bronnen
www.thrombosiscare.be
www.thuisarts.nl
www.nhg.org
http://richtlijnendatabase.nl
www.huidarts.com
www.huidziekten.nl
www.farmacotherapeutischkompas.nl


Laatst bijgewerkt: januari 2023

Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.

eenvoudig terug uit te schrijven
Wij verwerken jouw persoonsgegevens conform het Privacy-beleid van Roularta Media Group NV.
volgopfacebook

volgopinstagram