Groen is goed voor psychische gezondheid

Wie opgroeit in een groene omgeving heeft later minder kans om een psychische stoornis te ontwikkelen dan wie zijn jeugd in een grote, niet zo groene, stad doorbracht. Dat blijkt uit een grootschalig Deens onderzoek, gepubliceerd in Proceedings of the National Academy of Sciences.

De onderzoekers analyseerden gegevens van alle Denen geboren tussen 1985 en 2003 die op hun tiende nog steeds in het land woonden. Dat zijn ruim 900 000 Denen.  De wetenschappers brachten met behulp van satellietbeelden de omgeving waar de kinderen tot hun tiende in opgroeide in kaart. De hoeveelheid groen in de buurt deelden ze op in vijf gebieden. Van weinig groen tot veel groen waren dat: de hoofdstad, voorsteden van de hoofdstad, provinciesteden, provinciedorpen en het platteland. 

De kinderen die in de hoofdstad opgroeiden hadden 55 procent meer kans om een psychische stoornis te ontwikkelen dan de kinderen die op het platteland woonden. Het verhoogde risico was op alle stoornissen van toepassing behalve voor een verstandelijke beperking en een schizo-affectieve stoornis (een stoornis met kenmerken van een stemmingsstoornis én schizofrenie). De onderzoekers controleerden of de stadskinderen niet kwetsbaarder waren door andere factoren zoals leeftijd van de ouders, het voorkomen van psychische stoornissen in de familie en sociaal economische status. Die factoren bleken geen rol te spelen. 

Mogelijk zijn de stadskinderen kwetsbaarder doordat het leven in een stad stressvoller is. De kinderen van het platteland zijn juist beschermd tegen psychische problemen omdat de natuur stress namelijk kan verminderen en psychologisch herstel bevordert. 

De onderzoeker stellen voor om meer groen aan te brengen rond scholen of andere plaatsen waar veel kinderen komen. Dat kan de psychische gezondheid van kinderen die in de stad wonen, verbeteren.