8 op de 10 zwangere vrouwen nemen minstens één geneesmiddel

In de economisch ontwikkelde landen nemen 8 op de 10 zwangere vrouwen minstens 1 geneesmiddel. Dat blijkt uit een studie van de Onafhankelijke Ziekenfondsen.

Afhankelijk van de studie nemen zwangere vrouwen gemiddeld 3 tot 13 verschillende voorgeschreven geneesmiddelen. De geleidelijke stijging van de gemiddelde leeftijd waarop vrouwen hun eerste kind krijgen (26,4 jaar in 1990 tegenover 28,8 jaar in 2016) verhoogt het risico dat ze tijdens hun zwangerschap geneesmiddelen moeten nemen. Boven de 40 jaar heeft 1 op de 10 zwangere vrouwen minstens 1 mogelijk schadelijk geneesmiddel genomen tijdens haar zwangerschap.

De meeste geneesmiddelen die een zwangere vrouw slikt, neemt de baby ook op. Onschuldige medicatie voor een volwassene kan zelfs misvormingen of andere problemen veroorzaken bij de baby. Het is dus belangrijk om nooit een geneesmiddel te nemen zonder eerst een arts te raadplegen.

De studie omvat de gegevens over 68.500 bevallingen bij 63.736 vrouwen tussen begin 2013 en eind 2016. Op het moment van de bevalling was iets meer dan 45 procent van de vrouwen ouder dan 31 jaar. 70 procent had de Belgische nationaliteit en 15 procent was ten laste van haar echtgenoot/samenwonende partner. 

De studie toont aan dat bij 56.871 zwangerschappen vrouwen geneesmiddelen hebben genomen die terugbetaald worden door de ziekteverzekering, dus in 83 procent van de gevallen. 

Gemiddeld ging het om 4 verschillende medicijnen. 4.736 zwangere vrouwen (of 6,9 %) namen een geneesmiddel dat afgeraden wordt tijdens de zwangerschap. Kortom, bijna 1 op de 14 zwangerschappen werd blootgesteld aan dit type van medicatie.

De meest gebruikte mogelijk schadelijke geneesmiddelen waren niet-steroïdale ontstekingsremmers/salicylaten. Bijna 5 procent van de zwangere vrouwen kreeg deze geneesmiddelen tijdens het derde kwartaal van de zwangerschap (contra-indicatie in die periode). De niet-steroïdale ontstekingsremmers die het vaakst gebruikt werden tijdens de zwangerschap, zijn Diclofenac® 

(2,5% van de zwangerschappen) en Ibuprofen® (1,4%). Misoprostol staat op de 2e plaats (0,5%). Dit geneesmiddel behandelt maag- en darmzweren en verhindert de vorming van zweren wanneer risicopatiënten niet-steroïdale ontstekingsremmers krijgen. In meer dan 90 procent van de gevallen werd het geneesmiddel afgeleverd in het ziekenhuis (een of meer dagen vóór de bevalling).

Op de derde plaats komen gejodeerde contrastmiddelen die intraveneus toegediend werden bij 344 zwangere vrouwen (0,5% van de zwangerschappen). Daarna volgen de antibiotica ter behandeling van bacteriële infecties (0,45%).

In de periode 2013-2016 werden 56 zwangerschappen blootgesteld aan valproïnezuur, 10 aan isotretinoïne, 100 aan een ACE-remmer, 86 aan lisdiuretica, 65 aan hydrochloorthiazide en verbindingen, en 27 aan angio-II-antagonisten.