Gezonder in de tuin

dossier Oudere volkstuinbezitters zijn gezonder dan hun leeftijdsgenoten zonder volkstuin. Ze bewegen ook meer en voelen zich minder eenzaam dan hun buren zonder tuin. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Wageningen in het vakblad Environmental Health.

121 bezitters van een volkstuin in 12 volkstuincomplexen in en rond de grote steden werden ondervraagd over hun gezondheid, welzijn en bewegingspatroon. Dezelfde vragen zijn ook gesteld aan een controle groep van 63 mensen die in dezelfde straten woonden als de tuinders maar zelf geen volkstuin hadden.

Uit het onderzoek blijkt dat volkstuinders in alle leeftijdscategorieën in de zomerperiode meer bewegen dan mensen in de controlegroep. Op de fiets naar de tuin, met schoffel en schep aan het werk, het gevecht tegen het onkruid: het maakt de tuinder actief.
Tuinders van 62 jaar en ouder blijken bovendien op alle maten voor gezondheid en welzijn beter te scoren dan hun leeftijdsgenoten zonder volkstuin. Zo melden 62-plussers met een volkstuin minder gezondheidsklachten, gaan zij minder vaak naar de huisarts, zijn zij meer tevreden met hun leven en voelen zij zich ook nog eens minder eenzaam. Gezondheid en welzijn van de ‘jongere’ volkstuinhouders verschilden niet van hun jongere volkstuinloze buren.
Dit verschil tussen oudere en jongere volkstuiniers zou volgens de onderzoekers kunnen verklaard worden doordat de oudere volkstuiniers vaker een moestuin hebben en meer gericht zijn op actief tuinieren, terwijl de jongeren eerder rust en ontspanning zoeken: ouderen besteden slechts 15% van hun tijd aan zitten, lezen en genieten, terwijl tuinders in de jongere groep dit een kwart van de tijd doen.

De onderzoekers besluiten dat volkstuinen een vitale rol kunnen spelen in een beleid gericht op een actieve en gezonde levensstijl voor stadsbewoners. “Aan de ene kant krijgt de Nederlandse samenleving vanwege de vergrijzing te maken met een toenemend aantal ouderen en stijgende kosten binnen de gezondheidszorg. Gezond oud worden staat dan ook hoog op de agenda van de overheid. De resultaten van dit onderzoek laten zien dat het hebben van een volkstuin lichamelijke activiteit bevordert, en een positief effect heeft op de gezondheid en het welzijn van oudere volkstuinders. Aan de andere kant verstedelijkt het Nederlandse landschap in een snel tempo, mede door het beleid van de compacte stad. Volkstuincomplexen moeten steeds vaker plaats maken voor nieuwbouwprojecten of vernieuwing van de infrastructuur. De positieve gezondheidseffecten van tuinieren in een volkstuin geven aanleiding om in toekomstige beleidsplannen voldoende ruimte te laten voor (volks)tuinen.”

Belangrijkste conclusies van het onderzoek

• Stedelingen met een volkstuin – jong en oud – bewegen meer dan buurtgenoten zonder volkstuin.
• 84% van de mensen met een volkstuin voldoet naar eigen zeggen aan de Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen (minimaal vijf dagen per week minstens een half uur matig intensief bewegen). In de controlegroep is dit percentage lager: 62% haalt de beweegnorm.
• Volkstuinders ouder dan 62 jaar melden significant minder gezondheidsklachten (zoals hoofdpijn, slaapproblemen, hoesten...) en chronische aandoeningen (zoals hart- en vaatziekten, diabetes ...) dan even oude buren zonder volkstuin.
• Volkstuinders ouder dan 62 jaar gaan significant minder vaak naar de huisarts dan even oude buren zonder volkstuin.
• Volkstuinders zijn significant meer tevreden met hun leven, hebben minder last van stress en voelen zich ook significant minder eenzaam dan even oude buren zonder volkstuin.

Kenmerken van de volkstuinders

- gemiddelde leeftijd: 61,5 jaar
- hebben gemiddeld 6-10 jaar een volkstuin
- 53% is man
- 49% is gepensioneerd
- 62% is getrouwd
- 45% is hoger opgeleid, 17% maakte de middelbare school niet af
- 64% woont in een flat/appartement, 36% woont in een half vrijstaand huis of beneden/bovenwoning
- 49% heeft thuis een tuin
- 54% heeft een siertuin, 27% heeft een moestuin, 19% heeft een gemengde tuin
- 54% eet regelmatig groente of fruit van de volkstuin
- zijn in de zomer gemiddeld 32 uur per week op hun tuin (in de winter 7 uur)
- besteden gemiddeld 62% van hun tijd op de tuin aan tuinieren
- geven in ruime meerderheid aan zich (91%) gezonder (86%) en minder gestrest (84%) te voelen na een bezoek aan hun volkstuin
- 56% vindt ‘ontspanning’ een zeer belangrijke reden om een volkstuin te hebben
- 50% vindt ‘actief bezig zijn’ een zeer belangrijke reden
- 42% vindt ‘gezondheid’ een zeer belangrijke reden
- slechts 17% vindt ‘gezelligheid en sociale contacten” een zeer belangrijke reden.

Uit een eerdere studie van dezelfde onderzoeksgroep (in het kader van het onderzoeksprogramma ‘Vitamine G’ naar de relatie tussen ‘groen’ en gezondheid) bij 30 volkstuiniers was al gebleken dat tuinieren een gunstig effect heeft op stress: na 30 minuten tuinieren verminderde de concentratie stresshormonen in het speeksel met gemiddeld 22%. Bij een controlegroep die gevraagd werd om binnenshuis te lezen was dit slechts 11%.

Ook heel wat ander onderzoek wijst op de gunstige effecten van tuinieren op de gezondheid.
Zo bleek uit een studie bij oudere volkstuiniers in Noord-Engeland dat volkstuinen significant kunnen bijdragen tot het emotioneel en fysiek welbevinden en het doorbreken van sociaal isolement en op die manier tot gezond oud worden ( Milligan C, Gatrell A, Bingley A: 'Cultivating health': therapeutic landscapes and older people in northern England, Soc Sci Med 2004 , 58:1781-1793).
Volgens een Amerikaanse studie voelen tuineigenaars zich gemiddeld veel gezonder en zijn ze fysiek ook veel actiever dan leeftijdsgenoten zonder tuin (Waliczek TM, Zajicek JM, Lineberger RD: The influence of gardening activities on consumer perceptions of life satisfaction. HortScience 2005 , 40:1360-1365).
Een recente studie in Zweden kwam tot het besluit dat mensen die een eigen tuin hebben minder snel hun werk moeten opgeven en met vervroegd pensioen gaan omwille van gezondheidsproblemen (Hartig T, Fransson U: Leisure home ownership, access to nature, and health: a longitudinal study of urban residents in Sweden. Environ Plann A 2009 , 41:82-96).

Over Vitamine G

Binnen het Vitamine G-onderzoeksprogramma staat de relatie tussen gezondheid (Vitamine) en groen (G) centraal. In het eerste deelproject, Vitamine G1, is de relatie tussen groen en gezondheid en welzijn van Nederlanders op landelijk niveau onderzocht. In het Vitamine G2-project is op stedelijk niveau naar de relatie tussen groen en gezondheid gekeken. In het derde deelproject, Vitamine G3, hebben de onderzoekers zich gericht op de relatie tussen groen en gezondheid op lokaal niveau, in het bijzonder bij (volks)tuinders. Meer informatie www.nivel.nl/projecten/vitamineg/

Meer info:
Van den Berg, A. E., Van Winsum-Westra, M., De Vries, S. & Van Dillen, S. M. E. (2010). Allotment gardening and health: a comparative survey among allotment gardeners and their neighbors without an allotment. Environmental Health, 9:74.
http://www.ehjournal.net/content/9/1/74

Op volgende website is het volledige onderzoek te lezen:
www.agnesvandenberg.nl/


Laatst bijgewerkt: maart 2022

Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.

eenvoudig terug uit te schrijven
Wij verwerken jouw persoonsgegevens conform het Privacy-beleid van Roularta Media Group NV.
volgopfacebook

volgopinstagram