nieuws
De consumptie van wortelen en bladgroenten, waarin bèta-caroteen voorkomt, verlaagt het risico op hart- en vaatziekten. Dat blijkt uit onderzoek aan Wageningen Universiteit.
In dit onderzoek werden de gegevens van 1168 mannen en vrouwen verwerkt. Na tien jaar bleken 148 van hen te zijn overleden ten gevolge van hart- en vaatziekten.
Nederlandse mannen met een hoge inname van beta-caroteen via de voeding, met name wortels, blijken een lager risico op sterfte aan hart- en vaatziekten. In een ander onderzoek onder mannen op Kreta was eveneens een verband tussen wortelconsumptie en een lager sterfterisico. Op Kreta hebben de mannen een aanzienlijk hogere hoeveelheid aan bèta-caroteen in hun bloed. Hart- en vaatziekten komen nauwelijks voor op het eiland.
Toch is het de vraag of bèta-caroteen alleen verantwoordelijk is voor de lagere sterftekans. Eerdere grootschalige studies waarin personen jarenlang dagelijks een pil met veel bèta-caroteen innamen, toonden geen verlaagd risico op het krijgen van hart- en vaatziekten aan. Deze tegenstelling, bekend als de antioxidant paradox, is nog niet opgehelderd. Mogelijk is het het voedingspatroon waarvan bèta-caroteen een belangrijke, maar niet allesbepalende rol speelt.
 |
 |
