Vis vermindert klein beetje risico op darmkanker

Wie regelmatig vis eet, heeft iets minder kans om dikkedarmkanker te krijgen. Dat wordt recent bevestigd in een grootschalig Europees onderzoek gepubliceerd in het vakblad Clinical Gastroenterology and Hepatology. Dat heeft mogelijk te maken met de aanwezigheid van omega-3 vetzuren in vis. Maar het effect is hoe dan ook klein.

De studie analyseerde gegevens van 520.000 proefpersonen die gedurende 15 jaar werden opgevolgd. 6.300 deelnemers of 1,3 procent van de deelnemers kregen in die periode darmkanker. Personen die wekelijks meer dan 2 porties vis aten, hadden 10 procent minder kans op darmkanker dan zij die minder dan 1 portie per week eten. Voor 1 tot 2 porties vette of magere vis per week bedroeg het verschil 7 procent. Eerder onderzoek aan de Universiteit Wageningen kwam tot vergelijkbare cijfers.

De verschillen zijn echter klein. Een risicovermindering van 10 procent betekent dat je 1,2 procent kans hebt op darmkanker in plaats van 1,3 procent kans (het percentage deelnemers dat darmkanker ontwikkelde tijdens de studie). 

Het is niet geheel duidelijk waarom het eten van vis de kans op dikkedarmkanker vermindert. Het kan te maken hebben met de omega-3-vetzuren. Een andere mogelijke verklaring is, dat viseters het vlees hebben vervangen door vis. Het is bekend dat het regelmatig eten van rood vlees de kans op dikkedarmkanker vergroot, zoals ook in deze studie werd vastgesteld.