Hoe kan je weten of je lactose-intolerant bent?

123-melk-darmlast-lactoseintol-07-18.jpg

nieuws

Veel maag- en darmklachten worden ten onrechte toegeschreven aan het gebruik van melk en melkproducten. Veel mensen denken namelijk dat ze geen melk verdragen omdat ze lactose-intolerant zouden zijn. Voedseltheorieën en reclamespots tegen zuivelproducten hebben het begrip lactose-intolerantie overroepen. Lactose-intolerantie komt echter veel minder voor dan vaak wordt gedacht. Bovendien kunnen de meeste mensen die effectief lactose-intolerant zijn, toch nog een zekere hoeveelheid melk en melkproducten verdragen.

Wat is lactose-intolerantie?
Koemelk maar ook melk van andere zoogdieren (bijv. geiten, schapen, paarden... én mensen) bevat van nature melksuiker of lactose. Om lactose te kunnen verteren hebben we het enzym lactase nodig. Lactase wordt in de dunne darm aangemaakt en zorgt ervoor dat de melksuiker (lactose) in de darm wordt verteerd. Bij mensen die te weinig lactase aanmaken of bij wie lactase minder goed werkt (lactasedeficiëntie, lactase-non-persistentie), komt onverteerde lactose in de dikke darm terecht. Men spreekt dan van lactose-malabsorptie. Dat is op zich niet gevaarlijk maar het kan wel ongemakken veroorzaken, zoals buikpijn, winderigheid, een opgeblazen gevoel en diarree. Zodra er klachten optreden, spreekt men van lactose-intolerantie. Soms geeft lactose-malabsorptie geen aanleiding tot klachten.

Verschillende vormen van lactose-intolerantie
Er zijn verschillende vormen van lactose-intolerantie, afhankelijk van de oorzaak. Lactose-intolerantie kan uitzonderlijk al bij de geboorte aanwezig zijn, maar de intolerantie ontstaat meestal op latere leeftijd.

1. Congenitale lactasedeficiëntie
Dit is een zeer zeldzame aangeboren aandoening waarbij lactase afwezig of abnormaal laag blijft gedurende het hele leven. Er treedt dan al vanaf de eerste levensweek en vanaf de eerste blootstelling aan (moeder)melk diarree op. Patiëntjes die hieraan lijden moeten levenslang lactose mijden, inclusief moedermelk.

2. Primaire lactasedeficiëntie
Dit is het meest voorkomende type en is het gevolg van een normale, genetisch bepaalde daling in lactaseactiviteit. De lactaseactiviteit is het hoogst bij zuigelingen en neemt vanaf de leeftijd van drie jaar af. Zuigelingen hebben lactase nodig om de moedermelk te verteren, die zelfs meer lactose bevat dan koemelk. Hoe ouder we worden, hoe minder lactase er in onze dunne darm is. Vanaf de leeftijd van 3-4 jaar treedt bij een meerderheid van de wereldpopulatie van nature een verlies op van lactase. De mate en de duur van het gebruik van zuivelproducten heeft geen invloed op het tijdstip waarop de lactasehoeveelheid afneemt.

Een minderheid van de wereldbevolking, met name afstammelingen uit Noordwest-Europa, behouden hoge lactase-activiteitswaarden gedurende hun hele leven en ondervinden dan ook geen verteringsproblemen met lactose. 

3. Secundaire lactasedeficiëntie
Een secundaire lactasedeficiëntie is een tijdelijk tekort aan lactaseactiviteit in de dunne darm als gevolg van een ziekte, zoals een acute maag-darmontsteking, een bacteriële infectie, beschadiging van de darmwand na een operatie, een voedselallergie, een immuundefect, een inflammatoire darmziekte, enzovoort. De behandeling van de onderliggende oorzaak is meestal voldoende om de opname van lactose te herstellen.

Hoeveel mensen zijn lactose-intolerant?
Voor België ontbreken exacte cijfers, maar geschat wordt dat ca. 5 tot 15 procent van de Belgische bevolking aan lactose-intolerantie lijdt. 
Lactose-intolerantie komt vaker voor bij Aziaten en Afrikanen dan bij Europeanen. Dat heeft te maken met genetische veranderingen die in de loop van de evolutie zijn ontstaan.

Wat is het verschil tussen melkallergie en lactose-intolerantie?

Lactose-intolerantie mag niet verward worden met koemelkallergie, die uiterst zeldzaam en totaal verschillend is. Melkallergie is een reactie van het immuunsysteem op de melkeiwitten. 
Personen met lactose-intolerantie hebben te weinig lactase (lactasedeficiëntie). Bij een lactose-intolerantie gaat het om een niet-allergische overgevoeligheid. Het heeft dus niets te maken met het immuunsysteem. Het vergt dan ook een andere aanpak dan een allergie. 
• Bij een allergie treden de klachten bijna onmiddellijk na consumptie op, bij een lactose-intolerantie kan dat 30 minuten tot meerdere uren duren.
• De klachten van een koemelkallergie zijn doorgaans veel erger dan die van een lactose-intolerantie. 
• Bij een koemelkeiwitallergie moeten alle melk en melkproducten worden gemeden. Zelfs zeer kleine hoeveelheden kunnen een reactie uitlokken. Bij een lactose-intolerantie kunnen melkproducten meestal nog wel in beperkte mate geconsumeerd worden.

Een koemelkallergie komt in Europa slechts voor bij 1 procent van de kinderen en bij 0,5 procent van de volwassenen. Lactose-intolerantie komt voornamelijk voor bij volwassenen. 

Welke klachten veroorzaakt een lactose-intolerantie?

Een gebrek aan lactase veroorzaakt niet altijd klachten. Of er klachten optreden is onder meer afhankelijk van de hoeveelheid lactase die nog wordt aangemaakt in de darmen. Er kunnen klachten ontstaan als de darmbacteriën de niet-verteerde lactose in de darm afbreken. Daarbij komen extra veel gassen en darmprikkelende stoffen vrij. Daarnaast trekt de niet-verteerde lactose water aan waardoor waterige ontlasting ontstaat. De klachten ontstaan ongeveer 30 minuten tot 2 uur na de inname.

De ernst van de klachten verschilt van persoon tot persoon en varieert naargelang de hoeveelheid ingenomen lactose, de samenstelling van de maaltijd (bijv. alleen melkproducten of samen met andere voedingsmiddelen), de snelheid van de maag- en de darmtransit, de samenstelling van de darmflora....

Mogelijke klachten zijn:
• opgezette buik
• krampen
• diarree
• buikpijn 
• winderigheid
• soms braken.

Diagnose: hoe kunt u weten dat u een lactose-intolerantie hebt?

Vooraleer we lactose met de vinger wijzen, moet er een correcte diagnose gesteld worden. De juiste diagnose stellen is cruciaal om een adequate behandeling te kunnen opstarten en nodeloze ingrepen te vermijden. Heel wat andere aandoeningen, zoals bijvoorbeeld het prikkelbaredarmsyndroom, kunnen immers gelijkaardige maag- en darmklachten veroorzaken. 
Het optreden van maag- en darmklachten na het consumeren van melk of melkproducten volstaat dus niet om een lactose-intolerantie te kunnen vaststellen. Daarvoor zijn speciale tests nodig. 

• De waterstofademtest
De waterstofademtest is de eenvoudigste, goedkoopste, meest gebruikte en ook de meest betrouwbare test.
De waterstofademtest bepaalt de hoeveelheid waterstof (H2) in de uitgeademde lucht. In normale omstandigheden verschijnt hierin slechts weinig H2. Indien lactose onverteerd blijft, wordt het in de dikke darm door bacteriën gefermenteerd tot verschillende gassen, waaronder waterstof. Dit waterstofgas wordt voor een deel opgenomen in het bloed en komt daarna vrij in de uitgeademde lucht.
Na een nacht vasten, drinkt de patiënt een lactosedrank (2 g/kg lichaamsgewicht tot max. 50 g). Vervolgens worden op regelmatige tijdstippen ademstalen genomen en op H2 onderzocht.

Verhoogde H2-waarden in de uitgeademde lucht wijzen op een onvoldoende vertering van lactose. Vals negatieve resultaten kunnen echter voorkomen in het geval van een te beperkte bacteriële flora, roken of recent gebruik van antibiotica.
De test is beschikbaar voor zowel kinderen als volwassenen. Echter niet voor erg jonge kinderen gezien een belasting met lactose voor jonge patiëntjes erg gevaarlijk kan zijn omdat zij sneller vatbaar zijn voor dehydratie als gevolg van diarree.

• De lactosetolerantietest
Na een nacht vasten en het nemen van een nuchter serumglucosestaal drinkt de patiënt een lactosedrank (2 g/kg lichaamsgewicht tot max. 50 g). Vervolgens worden gedurende 2 uur op regelmatige tijdstippen bloedstalen genomen en de bloedsuikerspiegel bepaald.
Indien lactose onvoldoende of niet wordt afgebroken, zal de bloedglucosewaarde weinig of niet stijgen. Als de glycemie minder dan 20 mg/dl stijgt en er klachten optreden, is er sprake van lactose-intolerantie. Deze test kan vals negatief zijn bij patiënten met diabetes.

De 13C lactoseademtest
De patiënt neemt lactose in dat met de niet-radioactief isotoop 13C is gemerkt en blaast nadien om het half uur in een zakje. Indien lactose normaal splitst in de dunne darm, komt de merker 13 terecht in de bloedbaan, en via de longen in de ademlucht. Bij mensen met lactosemalabsorptie verschijnt te weinig 13 in de ademlucht. Dit onderzoek gebeurt nuchter en duurt ongeveer drie uur.

• Zuurtegraad van de faeces
Dit is een test die bij zuigelingen wordt gebruikt. 

• Genetische test
Er bestaat een genetische test om na te gaan of je lactose-intolerant bent. Hiervoor volstaat afname van een buisje bloed. Deze test geeft bijna 100 procent zekerheid, maar is zeer duur.

Bron
www.nice-info.be
www.mlds.nl/chronische-ziekten/lactose-intolerantie
www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/lactose-intolerantie.aspx
www.azdelta.be


Laatst bijgewerkt: augustus 2019

Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.

eenvoudig terug uit te schrijven
Wij verwerken jouw persoonsgegevens conform het Privacy-beleid van Roularta Media Group NV.
volgopfacebook

volgopinstagram