Voor jou gelezen op Psychologies.be

Is co-ouderschap na scheiding het beste?

Laatst bijgewerkt: maart 2017
WEB_PSY_NL_scheiden.jpg

nieuws

‘Kinderen willen na de scheiding vooral de betrokkenheid van beide ouders blijven voelen’

De voorbije tien jaar werd bij een scheiding bijna standaard gekozen voor een verblijfsco-ouderschap: kinderen verblijven de helft van de tijd bij de ene ouder en daarna weer bij de andere. Maar een onderzoek van het Centrum voor Sociologisch Onderzoek van de KU Leuven wijst nu uit dat die regeling wel voordelig is voor de ouders, maar lang niet altijd de beste oplossing is voor de kinderen. Een kwart van de ouders zou nooit met elkaar overleggen en het sociale leven van de kinderen staat onder druk door het frequente verhuizen. We vragen raad aan Maaike Goyens, bemiddelaarster bij echtscheidingen en in familiezaken, coauteur van Living Together Apart én ervaringsdeskundige.

Is het gebrek aan communicatie inderdaad het grootste probleem bij moeilijke co-ouderschappen? Of moeten we af van die 50/50-regeling?

Maaike Goyens: ‘Onderzoek wijst uit dat kinderen die ondanks de scheiding betrokkenheid van hun beide ouders ervaren, het gelukkigst zijn. En ook dat ze vooral lijden onder conflict tussen ouders. Daarmee rekening houdend, wordt het ondergeschikt welke de verblijfsregeling is. Als ouders focussen op kwaliteit eerder dan kwantiteit (aantal dagen), dan is het inderdaad mogelijk dat ze afstappen van een gelijk verdeeld verblijf zonder dat ze zich minder “ouder” voelen. Geen enkele regeling zal positief zijn voor kinderen als ouders niet overleggen. Het is me een raadsel hoe co-ouderschap zelfs kan functioneren zonder communicatie … Al snap ik natuurlijk dat er periodes zijn waarin dat moeilijk gaat. Op de momenten dat communicatie niet lukt, kan die via bemiddeling weer op gang gebracht worden. Het is een utopie om te denken dat ouders plots in alles zullen overeenkomen, maar praten is essentieel.’

Zou bemiddeling verplicht moeten worden, volgens jou? 

MG: ‘Absoluut. Het wordt nu wel gestimuleerd, maar veel ouders hebben een duwtje nodig. Je zou wettelijk pakweg vijf gesprekken kunnen voorzien voor je een procedure mag opstarten, bijvoorbeeld. Want zodra er van alles op papier staat in het kader van een procedure, is de weg terug dubbel zo moeilijk. Ik prent ouders altijd goed in hun hoofd: als je een rechter laat oordelen, geef je de beslissing over jullie kinderen uit handen. Tijdens bemiddeling kan je zelf beslissen en kiezen voor een persoonlijke aanpak.’

Maar als bemiddeling mislukt, moet de wet kinderen toch beschermen? 

MG: ‘De wet is nu al opgebouwd rond het belang van het kind. Maar je moet je voorstellen wat een rechter soms te lezen krijgt: wederzijdse verwijten van ouders waar een oordeel op gebaseerd moet worden. In een ideaal scenario zijn rechters allemaal gepassioneerd door het onderwerp en hebben ze veel kennis over wat scheiding voor kinderen betekent in functie van hun leeftijd. Of is er een nauwe samenwerking tussen hulpverlening en juristen zodat de vele emoties in rekenschap genomen worden. Rechters zijn uiteindelijk juristen die de wet toepassen. Maar volgens mij is het niet aan de wet of de rechter om te beslissen welke verblijfsregeling goed is voor kinderen, maar aan ouders. In die zin is de studie hoopgevend: ze brengt het debat opnieuw op gang. Laat ons dat debat nu voeren over de verantwoordelijkheid van ouders daarin, eerder dan die van de wetgever, om de ideale verblijfsregeling te omschrijven. Kinderen verdienen een persoonlijke aanpak en ouders zijn daartoe het best geplaatst.’

Tekst Anne Wislez - Foto Shutterstock  

Artikel uit Psychologies
bron: http://www.psychologies.be/nl/4301-2/


Psychologies
volgopfacebook

volgopinstagram