Netvlieskanker of retinoblastoom bij kinderen

dossier Netvlieskanker of retinablastoom is een zeldzame vorm van oogkanker die vooral voorkomt bij jonge kinderen onder de 5 jaar. Bij vier op tien kinderen gaat het om een erfelijke kanker: hij wordt veroorzaakt door een genetische afwijking of genmutatie die overerfbaar is. Indien de ziekte in een vroeg stadium wordt ontdekt, kan ze goed behandeld worden.

Wat is retinablastoom?

Retinoblastoom is een zeldzame kanker in het netvlies (de retina) bij jonge kinderen.
Het netvlies ligt aan de binnenkant van de oogbol en bevat lichtgevoelige cellen die beelden opvangen die vervolgens in de hersenen worden verwerkt zodat we kunnen zien.
De ziekte treedt op voor de leeftijd van 5 jaar, en meestal al als het kind 2 of 3 jaar oud is. Na de leeftijd van 5 jaar kan retinablastoom niet meer ontstaan omdat het netvlies dan volgroeid is. Maar het kan wel gebeuren dat de ziekte pas later wordt ontdekt.
Meestal is slechts één oog aangetast (unilateraal), maar in één op vier gevallen zijn beide ogen (bilateraal) aangetast.

Retinoblastoom komt gelukkig niet vaak voor. Men schat dat de ziekte voorkomt bij zowat 1 op de 15.000 kinderen, iets meer bij jongens dan bij meisjes. Dat betekent dat ieder jaar in ons land maximaal zo’n tiental kinderen met deze ziekte worden geboren. Dat mag dan niet veel lijken, maar omdat kanker bij kinderen vrij zeldzaam is, gaat het toch om zowat 4 % van alle kankers bij kinderen jonger dan 15 jaar.

123-anatom-retinoblastoom-ca-oog-12-16.jpg

Symptomen: hoe kan men retinoblastoom herkennen?

In het vroegste stadium is de ziekte niet zichtbaar en kan ze alleen opgespoord worden met een uitgebreid oogonderzoek. Dat zal gebeuren wanneer één van de ouders of een broertje of zusje retinoblastoom heeft gehad, of wanneer het kind zelf al een retinoblastoom heeft gehad, en men dus een erfelijke aanleg vermoedt.

De eerste verschijnselen die op een retinoblastoom kunnen wijzen zijn:
• scheelzien
• verminderd zicht
• een pijnlijk, rood oog
• een witte of vreemd gekleurde pupil (reflecterend oog of ‘kattenoog’, vooral bij lichtinval, bv. een flash van een fototoestel).

Hoe ontstaat retinoblastoom?

Retinablastoom ontstaat door een verandering of mutatie van bepaalde genen, waardoor de celdeling in het netvlies verstoord raakt en abnormale cellen in het netvlies worden gevormd.
Tot nu toe zijn twee genen geïdentificeerd die, wanneer ze een verandering of mutatie ondergaan, een rol (kunnen) spelen bij de ontwikkeling van retinoblastoom: het RB1-gen en het MYCN-gen. Mogelijk spelen nog meer wijzigingen op chromosoom 13 (waarop het RB1-gen ligt) een rol.
Er bestaan twee vormen van retinoblastoom: een erfelijke en een niet-erfelijke vorm.

Niet-erfelijk retinoblastoom
Bij de niet-erfelijke vorm zijn alleen de cellen van het netvlies aangetast. Deze kinderen zijn geboren met twee normale kopieën van het RB1- en het MYCN-gen. Maar om een of andere reden ontstaat kort na de geboorte in de cellen van het netvlies een verandering of mutatie in een van die genen. Hierdoor functioneren die genen niet meer normaal of helemaal niet meer. Waarom dat gebeurt, is nog niet gekend.
De meeste kinderen (± 60 %) met een retinoblastoom hebben deze niet-erfelijke of ‘sporadische’ vorm van de ziekte. Zij hebben de ziekte dus niet geërfd van hun ouders en kunnen ze ook niet doorgeven aan hun eigen kinderen.
Bij deze vorm is de ziekte altijd beperkt tot één oog (unilateraal).

Erfelijk retinoblastoom
Bij vier op de tien kinderen is het retinoblastoom het gevolg van een erfelijke mutatie van het RB1-gen (de MYCN-genmutatie is voor zover bekend niet erfelijk). Dat betekent dat de mutatie in alle lichaamscellen voorkomt (dus niet alleen in de cellen van het netvlies), inclusief de geslachtscellen (eicellen of zaadcellen), en dat de ziekte van moeder of vader op het kind kan worden doorgegeven. Men noemt dit dan een kiembaan- of kiemcelmutatie.
Wanneer beide ogen zijn aangetast (bilateraal), dan gaat het altijd om de erfelijke vorm. Maar ook wanneer slechts één oog is aangetast (unilateraal), kan het om de erfelijke vorm gaan. Bij ongeveer 15 % van de unilaterale netvlieskankers is dat het geval. Bovendien kunnen bij de erfelijke vorm ook meerdere tumoren in hetzelfde oog optreden (multifocaal).

Overgeërfd van vader of moeder
Het kind kan zo’n kiemcelmutatie geërfd hebben van een van de ouders. Een van beide ouders is dan drager van een afwijkend RB1-gen en heeft dit gen doorgegeven. Dat is slechts bij 1 op 10 kinderen met een erfelijk retinoblastoom het geval.
De overerving gebeurt volgens een autosomaal dominant patroon.
Autosomaal betekent dat de overerving niet-geslachtsgebonden is: zowel mannen als vrouwen kunnen de aanleg doorgeven aan hun kinderen. Zonen en dochters hebben evenveel kans om de mutatie te erven. Dit komt omdat het afwijkend gen niet op het chromosoom ligt dat het geslacht van het kind bepaalt.
Dominant betekent dat de erfelijke eigenschap kan overgeërfd worden zodra een van beide ouders het defecte gen heeft.
Kinderen van een vader of moeder met een autosomaal dominant erfelijke aandoening krijgen via de eicel (de moeder) of via de zaadcel (de vader) van de aangedane ouder een van de twee genen waarop de aandoening kan zitten. Ze kunnen dus het normale gen of het afwijkende gen krijgen.
Als een van de ouders de erfelijke mutatie heeft, dan heeft elk kind dus 1 kans op 2 (50 %) om dat gemuteerde gen, en dus de ziekte, te erven. De kans dat het kind niet het gemuteerde maar het gezonde gen van de (zieke) ouder erft, is ook 50 %.
Als het kind het defecte gen heeft geërfd, betekent dat niet noodzakelijk dat het ook kanker zal krijgen. Het is pas als ook het tweede, gezonde gen (dat afkomstig is van de gezonde ouder) verandert, dat de ziekte kan ontstaan.

Niet-overgeërfd
Bij 9 op de 10 kinderen met een erfelijk retinoblastoom is de ziekte niet overgeërfd van een van de ouders. De ouders zelf zijn dus geen drager van de ziekte. Bij deze kinderen gaat het om een nieuwe genmutatie die spontaan ontstaan is in de eicel van de moeder, in de zaadcel van de vader of vrijwel onmiddellijk nadat eicel en zaadcel zijn samengesmolten. Bij deze vorm komt de ziekte dus niet in de familie voor, maar de kinderen met deze genmutatie kunnen ze in de toekomst wel doorgeven aan hun eigen kinderen.

Is retinablastoom ernstig?

123-dr-oz-oog-kinf-oogoz-12-16.jpg
Zonder behandeling maakt de tumor het netvlies los en wordt het zicht langzaam vernietigd. De tumor kan ook doorgroeien naar de oogzenuw, de hersenen en het ruggenmerg of via de bloedvaten naar de oogkas. De tumorcellen kunnen uitzaaien naar de rest van het lichaam. Het is dus belangrijk dat de ziekte in een vroeg stadium wordt ontdekt en behandeld.

Indien tijdig behandeld geneest meer dan 95 % van de kinderen. Meer dan 90 % van de kinderen behoudt minstens één oog en meer dan 75 % van de kinderen ziet 100 % normaal met dat ene oog.
• Bij kinderen met de erfelijke vorm van retinoblastoom bestaat er ook een licht verhoogd risico op andere kankers elders in het lichaam, zoals huidkanker (melanoom), hersenkanker (pinealoom, een kanker van de pijnappelklier) en bot- en bindweefseltumoren (sarcoom). Mogelijk zijn kinderen met deze genetische afwijking ook gevoeliger voor de carcinogene (kankerverwekkende) effecten van roken.
• Kinderen die voor een retinoblastoom behandeld werden met chemotherapie en/of uitwendige bestraling (radiotherapie) hebben een licht verhoogde kans om later een andere kanker te krijgen.
Regelmatige (jaarlijkse) controle bij de oncoloog (kankerspecialist) is dan ook nodig om eventuele kankers in een vroeg stadium te onderzoeken.

Diagnose: hoe wordt retinoblastoom vastgesteld?

Bij vermoeden van een retinoblastoom zal een uitgebreid onderzoek worden uitgevoerd. Dat omvat onder meer een echografie van het oog, netvliesfoto’s met een speciale camera en een MRI-scan van het oog. De onderzoeken gebeuren vaak onder algemene verdoving.

Wanneer is een preventief onderzoek (screening) nodig?
• Bij alle eerstegraadsverwanten (ouders, broer, zus, kind) van iemand met een retinoblastoom aan één of beide ogen wordt oogheelkundig onderzoek verricht.
Zo’n onderzoek gebeurt vanaf 2 weken na de geboorte tot de leeftijd van 4 jaar. In het eerste jaar gebeuren die onderzoeken normaal maandelijks of tweemaandelijks, later om de vijf tot zes maanden.

• Bij vermoeden van een erfelijke vorm, kan een erfelijkheidsonderzoek worden uitgevoerd.
Bij dit onderzoek wordt in het bloed erfelijk materiaal onderzocht (DNA-onderzoek). Het duurt meestal meerdere maanden voor de uitslag van deze onderzoeken bekend is.
Bij mensen bij wie een tumor werd verwijderd, zal ook de tumor onderzocht worden om na te gaan of het om een erfelijke vorm gaat.
Soms is het zinvol om zo snel mogelijk na de geboorte een DNA-onderzoek bij uw kind te laten uitvoeren. Hierbij wordt gebruik gemaakt van navelstrengbloed.

Behandeling van retinoblastoom

Er bestaan verschillende behandelingen voor retinoblastoom

Verwijdering van het aangetaste oog (Enucleatie)
Als de tumor meer dan de helft van het netvlies heeft aangetast en/of er levensgevaar dreigt wanneer het oog behouden blijft, is de enige mogelijkheid om het oog te verwijderen (enucleatie).
Laser (Fotocoagulatie)
Kleine tumoren in het centrum van het netvlies kunnen met een laser vernietigd worden.

Plaatselijke bevriezing (cryocoagulatie)
Als de tumoren aan de rand van het netvlies zitten, kan de tumor verwijderd worden door plaatselijke bevriezing of cryocoagulatie. Dit kan wel leiden tot een verminderd zicht.

Chemotherapie
• Chemotherapie kan middelgrote tumoren in het oog doen krimpen (tumorchemoreductie) en wordt toegepast in combinatie met lasertherapie, cryocoagulatie of een radioactief schildje.
• Chemotherapie kan ook toegepast worden voor een laserbehandeling (thermochemotherapie) zodat het effect van de chemotherapie en de laser elkaar versterken.
• Chemotherapie wordt ook toegepast als aanvullende behandeling nadat een oog is verwijderd en blijkt dat de tumor diep in het vaatvlies of in de oogzenuw is gegroeid. Het doel is om uitzaaiingen te voorkomen.
• Een relatief nieuwe behandeling is intra-arteriële chemotherapie. Daarbij wordt de chemo alleen in het oog toegediend via een slagader in het oog.

Bestraling (radiotherapie)
• Bij kleine tot middelgrote tumoren kan bestraling plaatselijk worden toegediend via een radioactief schildje dat gedurende enkele dagen aan de buitenkant van het oog wordt vastgemaakt.
• Als beide ogen ernstig zijn aangetast, moeten ze gedurende enkele weken uitwendig bestraald worden. Deze behandeling is bij veel kinderen effectief. Maar ze kan ernstige bijwerkingen hebben, zoals vervorming van de oogkas, staar (troebele lens), bloedingen in het oog of droge ogen. Later in het leven is er een kleine kans op een ander soort tumor in het bestralingsgebied.

Bronnen:
www.kanker.be/netvlieskankers
www.retinoblastoom.nl/
www.vumc.nl/afdelingen/CFT/zorg-prof/ziektebeelden/189681/
www.erfelijkheid.nl/content/retinoblastoom
http://ghr.nlm.nih.gov/condition/retinoblastoma
www.macmillan.org.uk/Cancerinformation/Cancertypes/Childrenscancers/Typesofchildrenscancers/Retinoblastoma.aspx
www.orpha.net/consor/cgi-bin/Disease.php?lng=NL


Laatst bijgewerkt: december 2016

Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.

eenvoudig terug uit te schrijven
Wij verwerken jouw persoonsgegevens conform het Privacy-beleid van Roularta Media Group NV.
volgopfacebook

volgopinstagram