Wanneer naar de dokter met een ziek kind?

dossier Kinderen zijn vaker ziek dan volwassenen en kunnen ook in korte tijd erg ziek worden en koorts hebben. Maar ze kunnen ook weer even snel beter worden. Omdat zij zelf dikwijls niet goed kunnen aangeven wat er schort, is het belangrijk dat u als ouder of verzorger de toestand goed opvolgt, ook als het kind slaapt, en weet bij welke verschijnselen u beter de (huis)arts kunt raadplegen.

Kinderen zijn geen kleine volwassenen. Ze zijn vatbaarder voor allerlei infecties omdat hun afweersysteem nog niet volgroeid is. Bovendien kunnen sommige ziektes bij baby’s of kinderen sneller of ernstiger verlopen. Een moeilijkheid hierbij is dat er vaak per leeftijdsgroep in de wijze van reageren verschillen zijn. Baby's gedragen zich ook voor wat betreft ziekte veelal anders dan kinderen op een oudere leeftijd. Baby’s die vrijwel alleen door de neus ademhalen en minder krachtige ademhalingsspieren hebben, kunnen bij een verkoudheid bijvoorbeeld snel in ademnood komen.

Uit studies in Vlaanderen blijkt dat de helft van de kinderen geregeld ziek is. Meestal zijn het lichte aandoeningen, waarbij zelfs niet altijd een dokter geraadpleegd wordt. Bij minder dan 1 procent gaat het om ernstige ziektes. We hoeven onze kinderen dus niet direct pillen en siroopjes te doen slikken of bij het minste symptoom naar de dokter te hollen.
Anderzijds wordt de helft van de gevallen van hersenvliesontsteking niet meteen herkend bij een eerste consultatie bij de huisarts. Dat geeft aan hoe moeilijk het is om de symptomen van een ernstige infectieziekte in een vroeg stadium te herkennen.

De ernst herkennen
Omdat kinderen zelf niet altijd goed kunnen aangeven wat er met hen is, is het belangrijk de signalen te herkennen die een ziek kind aan ons geeft. Het gaat er niet om dat u als ouder of verzorger meteen weet wat uw kind heeft, of de diagnose stelt, maar wel of u snel herkent dat uw kind erg ziek is en medische hulp moet inschakelen.

• Kinderen krijgen gauw koorts. Koorts op zich is niet erg - lage of middelmatige koorts maakt deel uit van het verdedigingsmechanisme van het lichaam - en het is ook geen goede graadmeter om te weten of er iets ernstigs aan de hand is. Kinderen met koorts zijn niet altijd erg ziek, terwijl kinderen met weinig of geen koorts wél ernstig ziek kunnen zijn.
• Om te kunnen beoordelen of uw kind erg ziek is, moet u vooral op andere verschijnselen letten, zoals braken, diarree, weinig drinken, kreunen, ontroostbaar huilen, benauwdheid met een snelle ademhaling, sufheid, het ontstaan van puntvormige vlekjes op de huid of een grauwe kleur.

Moeder weet het beter
Vaak zijn ouders beter in staat dan hulpverleners om aan te geven dat er iets fout is met hun kind. Ouders zien veel sneller dan buitenstaanders kleine veranderingen in het uiterlijk of het gedrag van hun kind. Daarom is het Engelse gezegde: Mother knows best, altijd een goed uitgangspunt. Ouders zien hun kinderen zo veel onder allerlei omstandigheden en herkennen daarom juist zo goed de kleine verschillen in het gedrag of uiterlijk van hun kind.

Alarmsignalen: wanneer raadpleegt u het best een arts?

Als u één van onderstaande symptomen vaststelt bij uw kind, kunt u het best meteen een arts raadplegen, ook al heeft uw kind weinig of geen koorts. Ook als u zich zorgen maakt, moet u niet aarzelen om een arts te raadplegen.

Vooral bij kinderen jonger dan 6 maand neemt u beter het zekere voor het onzekere. Ook voor kinderen met een verminderde weerstand of die een of andere aandoening hebben (bijvoorbeeld astma, diabetes, een hartziekte enz.), neemt u altijd beter het zekere voor het onzekere en moet u nooit aarzelen om een arts te raadplegen als het kind ziek is en u zich ongerust maakt.

• Koorts
- Jonger dan 3 maanden: een lichaamstemperatuur onder de 36,5 °C of boven de 38 °C
- Tussen 3 en 6 maanden: 39 °C of meer
- Ouder dan 6 maanden: indien de koorts langer dan 3 dagen aanhoudt of blijft toenemen.

• Gedragsveranderingen
- Het kind ziet er erg ziek uit, of u ziet het kind elk uur zieker worden;
- Het is apathisch, suf (wat betekent dat u geen contact kunt maken met uw kind) of is moeilijk wakker te krijgen;
- Het kind praat verward.

• Het kind heeft pijn bij aanraking.

• Sterk verminderde eetlust, misselijkheid en/of braken:

• Tekenen van uitdroging: minder plassen, droge lippen en mond, ingevallen ogen, niet meer huilen met tranen, verminderde huidspanning door vermindering van het vocht in de huid. Bij zuigelingen kan de fontanel (de zachte plek in het schedeltje) dieper komen te liggen. In een latere fase wordt het kind lusteloos en suf.

• Verstoorde ademhaling (kreunen, versnelde of vertraagde ademhaling, benauwdheid, een gierende in - of uitademing...);

• Het kind weent op een andere wijze (hoge schrei of zwakke schrei) of is ontroostbaar;

• Stijve nek vooral pijnlijk bij het vooroverbuigen van het hoofd: de kin kan niet op de borst worden gebracht;

• Versneld hartritme;

• Verlaagde bloeddruk;

• Het kind ziet erg bleek of grauw;

• Als bij hoge koorts de romp en het hoofd warm zijn maar de voeten of benen koud, dan kan dit een teken van beginnende shock zijn en dient altijd een arts te worden gewaarschuwd.

• Huidsymptomen: verminderde huidspanning; blauwverkleuring van de huid (cyanose) en de lichaamsuiteinden; rood-blauwe puntvormige vlekjes waarvan de kleur niet verbleekt als u er bijvoorbeeld met een glas op duwt;

• Bewusteloosheid
• Het kind heeft stuipen

• Bij inname van een giftig product.

Veel voorkomende klachten: wanneer een arts raadplegen?

123-baby-ziek-koorts-digit-thermom-170_11.jpg

Koorts

Wanneer de lichaamstemperatuur boven de 38º C stijgt heeft een kind koorts. Doordat baby's beperkt kunnen zweten, ontwikkelen zij sneller koorts. De temperatuurmeting is het meest betrouwbaar wanneer die rectaal, dus in de anus van het kind, wordt gemeten. Een oorthermometer is ook bruikbaar, maar is minder betrouwbaar.

Koorts wijst meestal op een infectie waartegen het lichaam zich aan het verdedigen is. Koorts is een normale reactie van het lichaam op een infectie. Koorts kan geen kwaad en is geen reden voor ongerustheid. Daarom is het in het algemeen beter om de koorts niet te onderdrukken met medicijnen. Geef uw kind wel extra te drinken.

Koortswerende middelen
• Bij het bepalen of en wanneer u een koortswereld middel mag geven is de mate van ziek zijn belangrijker dan de hoogte van de temperatuur. Een kind met 39º C koorts dat nog lekker speelt en goed drinkt hoeft in principe geen koortswerend middel te krijgen. Daarentegen een kind met 38,5º C koorts dat zich zo beroerd voelt dat het niet drinkt kunt u beter wel een geneesmiddel geven, zodat het zich beter gaat voelen en beter gaat drinken.

• Geef geen koortswerende middelen zonder advies van een arts bij kinderen jonger dan 3 maanden.

• Een kindje van 3 maanden of ouder mag een eenmalige dosis van een koortswerend middel op basis van paracetamol krijgen.

• Geef een koortswerend middel op de juiste manier en geef een correcte dosis. De dosering hangt af van de leeftijd en het gewicht van uw kind, en staat op de verpakking.

• Geef bij voorkeur een siroop waarbij een doseerpipet met aanduiding van het lichaamsgewicht van het kind voorzien is.

• Geef een suppo enkel wanneer de toediening via de mond niet mogelijk is (bv. bij braken). Bij gebruik van suppo’s is de concentratie van het geneesmiddel in het bloed immers te wisselend.

Contacteer een arts:
• als de baby jonger dan 3 maanden is en de temperatuur 38 °C of meer bedraagt;
• als de baby tussen 3 maanden en 6 maanden is en de temperatuur 39 °C of meer;
• als de koorts langer dan 3 dagen duurt of eerder als u merkt dat uw kind zieker wordt;
• als het kind na een aantal koortsvrije dagen opnieuw hoge koorts krijgt;
• als het kind van om het even welke leeftijd een van de alarmsignalen vertoont, zoals sufheid, tekenen van uitdroging, veranderd ademhalingspatroon, kreunen, huiduitslag enz. (zie hierboven);
• als er andere verschijnselen zijn waarover u zich zorgen maakt.

--> KOORTSSTUIPEN
Kinderen tussen de 6 maanden en 5 jaar kunnen een koortsstuip krijgen. Uw kind gaat schokken en trekken met armen en benen en raakt weg. Het ‘stuipen’ kan maximaal 15 minuten duren. Daarna is uw kind meestal gedurende een uur suf.
Een koortsstuip begint vaak aan het begin van een koortsperiode. Kinderen die al hoge koorts hebben, krijgen dus meestal geen koortsstuip.

Het lijkt heel erg, maar koortsstuipen kunnen zelden kwaad. Ze veroorzaken geen schade aan de hersenen, brengen de ontwikkeling niet in gevaar en geven geen groter risico op epilepsie op latere leeftijd.
• Leg uw kind op de buik of zij, met het hoofd omlaag.

• Zorg dat er niets in de mond of keel zit, zodat uw kind vrij kan ademen.

• Zorg dat het niet kan vallen en zich niet kan stoten of bezeren.

• Wanneer uw kind een koortsstuip heeft gehad, is de kans dat het binnen zes maanden nog een koortsstuip krijgt groter. Koortsstuipen kunnen niet voorkomen worden door toedienen van koortsmedicatie.
Laat het kind zo vlug mogelijk onderzoeken door een arts.
Die zal het nodige doen om de koortsstuipen op te vangen en het kind op te volgen. Bij een eerste aanval weet u niet of het om koortsstuipen gaat of om een andere vorm van stuipen.

Lees ook: Wanneer spreken we van koorts en hoe wordt koorts behandeld?

Lees ook: Koorts meten: hoe en waar?

Huilen en kreunen

123-kind-ziek-wenen-170-11.jpg
Een kind dat ziek is kan wat huilerig zijn, dat is normaal. Ontroostbaar huilen of op een ongewone manier huilen, kan echter wijzen op erge pijn of een of ander neurologisch probleem.

Raadpleeg een arts indien:
• uw kind alsmaar blijft huilen zonder dat u het kunt troosten,
• uw kind huilt als het wordt aangeraakt of opgepakt,
• het huilen verandert in kreunen of een zwak, jengelend huilen,
• het huilen is van een andere aard dan het gebruikelijke huilen, krijsend met hoge uithalen.

Buikpijn

Kinderen klagen vaak over buikpijn. Meestal is dat goedaardig en gaat de pijn vanzelf over. Soms kan er wel iets ernstiger aan de hand zijn, bijvoorbeeld een acute appendicitis, een maag- en/of darminfectie, een blaasontsteking, een voedselovergevoeligheid, een glutenintolerantie (coeliakie) enz.
Probleem is dat de ernst en de oorzaak ervan niet altijd meteen duidelijk zijn.

Raadpleeg een arts indien:
• de buikpijn plots is ontstaan en hevig is;
• uw kind behalve buikpijn ook andere klachten heeft zoals koorts, misselijkheid, braken, diarree enz.;
• de buikpijn gaat gepaard met: gewrichtsklachten, huiduitslag, hoesten, hartkloppingen;
• de pijn langer dan 24 uur aanhoudt, of 's nachts opkomt;
• uw kind herhaaldelijk buikpijn heeft, en zeker wanneer dit gepaard gaat met gewichtsverlies of groeivertraging;
• de buikpijn op een andere plaats zit dan rond de navel, bijvoorbeeld pijn in de lies, pijn in de balzak;
• de buikpijn samengaat met afwijkingen bij het plassen (bijvoorbeeld: vaak plassen of pijn bij plassen, weer in bed plassen na eerder droog geweest te zijn): dit kan wijzen op een blaasontsteking of urineweginfectie.

Krampen

Darmkrampen of kolieken zijn hevige samentrekkingen van de darmen die gepaard gaan met pijn en onverklaarbare huilbuien. De oorzaak hiervan is meestal niet duidelijk en vaak verdwijnen die krampen na enkele weken spontaan. Soms is een onderliggende aandoening de oorzaak, zoals luchtslikken bij foute speen, koemelkeiwitallergie, refluxziekte of een urineweginfectie.

Raadpleeg een arts:
• als er bijkomende klachten zijn: braken, koorts, slecht groeien, huidreacties, …
• bij twijfels en ongerustheid.

Diarree en/of braken

Diarree of braken kan veel oorzaken hebben. Het kan een gevolg zijn van veranderingen in voeding, maar ook van een maag-darminfectie, een darmaandoening (malabsorbtie) of van een voedselallergie of voedselintolerantie.

• Volg de eetlust, de urineproductie en de algemene toestand van het kind.

• Geef regelmatig kleine hoeveelheden vocht, bijvoorbeeld iedere vijf tot tien minuten. Wie borstvoeding geeft, hoeft niet te stoppen, eventueel overschakelen op meer en kortere voedingen. Bij flesvoeding is enkele uren stoppen soms aangewezen, afhankelijk van de ernst van de diarree. Bij heftige diarree of herhaaldelijk overgeven kunt u een speciaal drankje maken om het vochtverlies aan te vullen. U maakt dit met een oplospoeder (ORS-poeder) dat bij de apotheek te koop is.
• Geef niet op eigen houtje medicatie.

Raadpleeg een arts:
• als de baby jonger dan 6 maanden is;
• bij kinderen beneden 2 jaar als de diarree langer dan één dag duurt;
• ongeacht de leeftijd bij aanhoudende diarree (langer dan 3 dagen) of herhaaldelijk braken (langer dan 8 uren);
• het kind wordt zieker en heeft ook andere klachten zoals: koorts, vertoont een gele of grauwe kleur, het is verward of suf;
• er zit bloed of slijm in de ontlasting of het braaksel, of het braaksel is fel geel of groen;
• bij tekenen van uitdroging: minder plassen, droge lippen en mond, ingevallen ogen, niet meer huilen met tranen, verminderde huidspanning door vermindering van het vocht in de huid. Bij zuigelingen kan de fontanel (de zachte plek in het schedeltje) dieper komen te liggen. In een latere fase wordt het kind lusteloos en suf;
• het kind moet herhaaldelijk braken na een val of stoot op het hoofd, zeker wanneer dat gepaard gaat met slapeloosheid of ongewoon gedrag: dat kan wijzen op een hersenschudding;
• het kind heeft een slechte gewichtsevolutie;
• u vermoedt dat uw kind iets schadelijks heeft ingeslikt;
• bij kinderen met aanhoudende diarree (langer dan 4 weken) of herhaalde (meer dan 2 episoden in zes maanden) buikpijn en diarree, moet onderzocht worden of het kind een inflammatoire darmziekte (zoals de ziekte van Crohn) heeft, zeker wanneer er ook sprake is van gewichtsverlies of een vertraagde groeicurve;
• bij twijfels, vragen en ongerustheid.

Slecht eten, weinig drinken

Het is normaal dat een ziek kind minder eet en wat minder drinkt. Het is niet erg als uw kind een paar dagen niet of minder eet. De eetlust komt vanzelf terug als uw kind weer opknapt. Drinken is wel heel belangrijk. Als uw kind niet goed drinkt, moet u het regelmatig een paar slokjes geven.

Raadpleeg een arts:
• als uw kind veel minder drinkt dan normaal (minder dan de helft van wat het normaal drinkt), zeker wanneer het ook diarree heeft en/of moet braken;
• als uw kind koorts heeft en zieker wordt;
• bij tekenen van uitdroging: minder plassen, droge lippen en mond, ingevallen ogen, niet meer huilen met tranen, verminderde huidspanning door vermindering van het vocht in de huid. Bij zuigelingen kan de fontanel (de zachte plek in het schedeltje) dieper komen te liggen. In een latere fase wordt het kind lusteloos en suf.

--> CONSTIPATIE (VERSTOPPING)
Maak u niet onmiddellijk zorgen wanneer uw baby een paar dagen overslaat met zijn ontlasting. Een verandering van stoelgangspatroon kan ontstaan wanneer er veranderingen in de voeding worden aangebracht: veranderen van kunstvoeding, voeding van de mama bij borstvoeding of het introduceren van nieuwe groenten of fruit in de vaste voeding. Ook bij oudere kinderen moet u zich niet direct zorgen maken wanneer de stoelgang enkele dagen uitblijft.
Experimenteer zeker niet op eigen houtje met laxeermiddeltjes of medicatie.

Raadpleeg een arts indien:
• uw kind minder dan 3 keer per week ontlasting heeft, en dit gedurende meerdere weken;
• de stoelgang is erg hard en droog van structuur, waardoor de ontlasting pijnlijk kan zijn;
• uw kind huilt en heeft pijn of krampen;
• er andere klachten optreden zoals braken, koorts, slechte gewichtsevolutie of voedselweigering.


--> OPRISPING
Oprisping is het terugvloeien van voedsel uit de slokdarm of maag. Dit komt heel vaak voor bij zuigelingen en jonge kinderen. Oprispingen zijn normaal en verdwijnen meestal vanzelf als de baby een jaar oud is.
Als u zich toch ongerust maakt, raadpleegt u het best een arts.

Raadpleeg zeker een arts:
• als de klachten verergeren;
• als de baby ziek lijkt: koorts, diarree, braken, slecht bijkomen in gewicht... ;
• bij weigeren te eten, huilen tijdens of na de voeding, bloed in braaksel of stoelgang;
• wanneer het teruggeven vaak gebeurt en er andere tekens zoals pijn, frequent huilen, echt braken, slechte gewichtsevolutie of tragere ontwikkeling bijkomen;
• als een baby rond 5 à 6 weken systematisch, vlak na elke voeding, met een grote gulp 'alle' voedsel teruggeeft en niet in gewicht toeneemt: het kan dan namelijk om gastro-oesofageale refluxziekte gaan.


--> TANDVLEESROODHEID & IRRITATIE
Tandvleesroodheid en irritatie vanaf de leeftijd van 6 maanden kan wijzen op de eerste melktandjes. Andere klachten die daarmee gepaard kunnen gaan zijn: kwijlen, gebrek aan eetlust, onrustig slapen, soms een lichte temperatuursverhoging.
Hoge koorts of diarree kunnen niet in verband worden gebracht met de doorbraak van de tanden.

Pijn

123-jongen-ziek-buikpijn--01-19.png
U hoeft niet bij de minste pijn een arts te raadplegen. Probleem is dat jonge kinderen (tot ongeveer 4 jaar) vaak moeilijk kunnen zeggen of en waar ze pijn hebben en hoe erg de pijn is.
Wanneer het kind hard krijst, ontroostbaar is of gevoelig is bij aanraking van een lichaamsdeel, moet u toch voorzichtig zijn.

Raadpleeg een arts:
• plotse hevige pijn;
• een sluimerende pijn die plots erger wordt, vaker optreedt of uitstraalt naar andere plaatsen;
• een pijnlijke plaats die ook rood en gezwollen is;
• als uw kind alsmaar blijft huilen zonder dat u het kunt troosten, of als het huilen verandert in kreunen of een zwak, jengelend huilen;
• wanneer de pijn gepaard gaat met andere klachten zoals koorts, braken, overdreven slaperigheid, duizeligheid, gezichtsstoornissen, nekstijfheid…

Groeipijn

Groeipijn is een vooral in rust optredende pijn, in de bovenbenen of in de kuiten. Heel veel kinderen hebben het.
Wanneer de pijn niet in rust maar bij inspanning optreedt, gaat het niet om groeipijn, en kan een medisch onderzoek nodig zijn indien het vaak optreedt.

Hoofdpijn

Hoofdpijn is een bij oudere kinderen veel voorkomende klacht. Meestal gaat het om migraine of spanningshoofdpijn. Schattingen geven aan dat migraine bij ongeveer 10% van de kinderen voorkomt. Er is sprake van een kloppende bonkende hoofdpijn, verergerend bij inspanning. Vaak treedt er een overgevoeligheid voor licht, geluid en drukte bij op. Er kan misselijkheid en braken bij voorkomen. De aanvallen duren van een half uur tot uren of een dag.

Spanningshoofdpijn is een frequent voorkomende hoofdpijn, waarbij de kinderen aangeven dat ze een drukkende hoofdpijn voelen, alsof er een band om het hoofd zit. Deze vorm komt iets meer voor bij tieners en wat minder bij jonge kinderen.
Hoofdpijn welke door slecht zien ontstaat, is meestal dagelijks aanwezig, neemt toe in de loop van de dag en is boven de ogen gelokaliseerd. Het ontstaat door overmatige inspanning van de ogen tijdens schoolwerk.

Raadpleeg altijd een arts
• Hoofdpijn bij kinderen onder zes jaar;
• Indien de hoofdpijn gepaard gaat met hoge koorts of een stijve nek;
• Als de hoofdpijn gepaard gaat met sufheid, loom gevoel of minder aanspreekbaar zijn;
• Als de hoofdpijn gepaard gaat met braken;
• Bij hoofdpijn die vergezeld gaat van neurologische verschijnselen: loopstoornissen, coördinatiestoornissen, valneiging, epileptische aanvallen, storingen in het zien, stoornis van de oogbeweging, leerproblemen die plotseling ontstaan of gedragsverandering;
• Hoofdpijn die niet reageert op de gewone pijnstillers;
• Hoofdpijn in de ochtend bij het wakker worden, eventueel met braken;
• Hoofdpijn die verergert bij hoesten en niezen of verandering van de stand van het hoofd;
• Snelle toename in frequentie van voorkomen en ernst van de hoofdpijn.

Snurken

Snurken komt bij kinderen veel voor. Het ontstaat door een belemmering van de ademweg van de neus of keel. De meest voorkomende oorzaak van snurken bij jonge kinderen is een gewone verkoudheid of als het lang blijft bestaan een vergrote neus- of keelamandel.
Een aparte situatie is het zogenoemde obstructief slaapapneusyndroom (OSAS). Hierbij ontstaat een stokkende ademhaling in de slaap of is er een gaggelend geluid bij de inademing te horen.

Raadpleeg een arts:
• indien het snurken gepaard gaat met een stokkende ademhaling of stoppen met ademhalen tijdens de slaap, een onrustige slaap of slaperigheid of concentratieproblemen overdag: dat kan wijzen op een obstructief slaapapneusyndroom, zeker bij obese kinderen;
• mondademhaling overdag en ’s nachts;
• wanneer het snurken gepaard gaat met herhaalde middenoorontstekingen;
• bij onvoldoldoende gewichtstoename

Keelpijn

Keelpijn kan een gevolg zijn van een verkoudheid of van een keelontsteking, maar kan ook tal van andere oorzaken hebben. Over het algemeen gaat keelpijn na enkele dagen vanzelf over. Bij jonge kinderen kan keelpijn zich uiten in prikkelbaarheid en nachtelijke onrust, bij zuigelingen in niet of te weinig drinken.
Indien het kind door de keelpijn moeilijk kan eten of drinken, kunt u eventueel een pijnstiller (paracetamol) geven. Ook koude dranken en koude voedingsmiddelen worden meestal wel goed verdragen.

Raadpleeg een arts indien:
• uw kind moeilijk kan drinken en slikken,
• langer dan 3 dagen keelpijn heeft,
• hoge koorts heeft of algemeen ziek is,
• als er een hoorbare of gierende ademhaling en een blaffende hoest is: dit kan wijzen op pseudokroep,
• als er ernstige ademnood optreedt,
• als de keelpijn gepaard gaat met pijn in de hals,
• Wanneer de keelpijn gepaard gaat met rode huidvlekjes en een dikke, framboosachtige tong: dit kan wijzen op roodvonk,
• Bij herhaald terugkerende keelpijn.

Veel plassen / pijn bij het plassen

Als uw kind vaak moet plassen en het plassen doet pijn of gaat gepaard met een branderig gevoel, dan kan het gaan om een blaasontsteking of urineweginfectie. Bij hoge koorts kan het ook om een nierbekkenontsteking gaan.

Raadpleeg een arts:
• Indien deze klachten gepaard gaan met pijn in de onderbuik, de zijflank of onderaan in de rug, onverklaarbaar wenen, sufheid of koorts;
• Indien de urine ruikt of troebel ziet;
• Indien het kind opnieuw in bed begint te plassen als het al zindelijk was;
• Indien uw kind abnormaal veel moet plassen en abnormaal veel drinkt: dat kan een eerste teken van diabetes zijn.

Oorpijn

123-baby-wenen-pijn-oor-huilt-170-11.jpg
Oorpijn wordt bij kinderen meestal veroorzaakt door een middenoorontsteking (acute otitis media) of een buitenoorontsteking (otitis externa). Een middenoorontsteking treedt vaak op na een verkoudheid. Ruim acht op de tien kinderen heeft voor het derde jaar één of meerdere keren een middenoorontsteking gehad.

Raadpleeg een arts:
• Bij kinderen onder de twee jaar met oorpijn;
• Bij kinderen ouder dan twee jaar als er drie dagen oorpijn is en het kind koorts heeft en/of zich erg ziek voelt,
• Wanneer het kind een verminderd bewustzijn heeft of klaagt van nekstijfheid;
• Bij een kind met een loopoor (waarbij witgele etter uit het oor komt) dat langer dan een week bestaat;
• Bij aanhoudende oorpijn;
• Als er roodheid en zwelling aan de achterzijde van het oor ontstaat;
• Bij herhaalde oorpijn en frequente neusverkoudheid: dit kan wijzen op een vergrote neusamandel;
• Wanneer de oorpijn gepaard gaat met gehoorverlies.

Verstopte neus / loopneus

Een verstopte neus of een loopneus wordt meestal veroorzaakt door een verkoudheid en gaat na enkele dagen vanzelf over.

Als een baby verkouden is kan de neusverstopping moeilijkheden geven bij het voeden. De neus kan dan vrij gemaakt worden met een zogenoemde fysiologische zoutoplossing. Gebruik liever geen neusdruppels, en als u die toch wil gebruiken slechts gedurende enkele dagen.

Raadpleeg een arts:
• Indien na enkele dagen hoge koorts optreedt en het kind klaagt over oorpijn: dat kan wijzen op een complicatie, zoals een middenoorontsteking.
• Als het kind langdurig en vaak een verstopte neus of loopneus heeft, ook buiten de winter en zonder dat er tekenen zijn van een verkoudheid: dan zou het kunnen gaan om een allergische reactie (allergische rhinitis) op bijvoorbeeld pollen, huisstofmijt enz.
• Indien slechts één neusgat verstopt is: dit zou kunnen wijzen op een vreemd voorwerp in de neus, of op neuspoliepen of een afwijking van het neusseptum.

Heesheid

Bijna alle kinderen hebben wel eens last van heesheid. Het kan voorkomen in aansluiting aan een verkoudheid, of na een schoolreisje of een feestje als uw kind zijn stem heel erg heeft geforceerd door veel schreeuwen. Dit soort heesheid is geen reden tot bezorgdheid en verdwijnt spontaan na enkele dagen.
Heesheid kan ook permanent aanwezig zijn. Het betreft dan altijd een aandoening van de stembanden door een verkeerd gebruik van de stem.

Raadpleeg een arts:
• indien het kind permanent de hees is;
• indien de heesheid gepaard gaat met pijnklachten in de borst bij bukken of platliggen: dit kan wijzen op terugloop van voeding of maagzuur in de slokdarm (reflux).

Huiduitslag

Veel infectieziekten zoals bijvoorbeeld mazelen, roodvonk, rode hond, waterpokken, de zesde ziekte, gaan gepaard met huiduitslag. Of het kan gaan om een huidziekte (bv. atopische dermatitis of eczeem, psoriasis) of een huidschimmel. Maar het kan ook een onschuldige muggenbeet, een voorbijgaande huidirritatie enz. zijn.

Raadpleeg een arts:
• Als de huiduitslag gepaard gaat met koorts, als het kind suf of erg ziek lijkt: dit kan gaan om een of andere infectieziekte zoals mazelen, roodvonk enz.
• Als de uitslag lijkt op kleine rood-blauwe puntvormige vlekjes waarvan de kleur niet verbleekt als u er bijvoorbeeld met een glas op duwt: dat kan een teken zijn van een bloedvergiftiging (sepsis) door meningokokken of een hersenvliesontsteking (meningitis);
• Als de uitslag heel snel is ontstaan, vooral na het eten van iets, na een insectensteek enz.: dat kan wijzen op een allergische reactie of een voedselovergevoeligheid.
• Hevig jeukende rode vlekken, soms met blaasjes en vochtverlies, en een droge huid: dit kan wijzen op atopische dermatitis (of constitutioneel eczeem). Vóór de leeftijd van 2 jaar bevinden de letsels zich vooral op de wangen, op de hoofdhuid (melkkorstjes), in de plooien in de nek, de polsen en de rug van de handen. Na deze leeftijd vooral in de plooien van de ellebogen en de knieën, de handen, de armen, en soms op meer uitgebreide zones. Zeker wanneer atopische dermatitis in de familie voorkomt, moet u hierop bedacht zijn.
• Rode, gezwollen en meestal hevig jeukende vlekjes, vaak met pijnlijke vochtblaasjes die nadien uitdrogen en korstjes vormen, en die altijd op dezelfde plaats terugkomen, bv. op de handen, de lichaamsplooien, het gelaat: het kan gaan om een contactallergie of contactdermatitis voor bv. rubber, nikkel, textielkleurstoffen, bewaarmiddelen enz.
• Hardnekkige rode vlekken bedekt met witte schilfers. Vaak voelen deze vlekken verdikt aan. De huiduitslag komt vooral voor op de hoofdhuid, de strekzijde van knieën en ellebogen, de onderkant van de rug, de benen en armen, de handen en voeten, de lichaamsplooien: dit kan wijzen op psoriasis. Zeker wanneer dit in de familie voorkomt, moet u daarop bedacht zijn.
• Kleine rode plekjes die soms het hele lichaam bedekken en na enkele weken verdwijnen: dit kan wijzen op psoriasis. Zeker wanneer dit in de familie voorkomt, moet u daarop bedacht zijn.
• Voorbijgaande rode vlekjes op de binnenzijde van de dijen en de romp, in combinatie met hoge koorts, spierpijn en pijnlijke gewrichten: dit kan wijzen op juveniele artritis of jeugdreuma.
• Roodheid, pijn en jeuk tussen de tenen: dit kan wijzen op een voetschimmel.
• Kleine, niet of licht jeukende rode vlekjes die groter worden en gelige korstjes krijgen, vaak rond de mond: het zou kunnen gaan om krentenbaard (impetigo).
• Kleine rode vlekjes aan de binnenkant van de polsen, tussen vingers of tenen, de bovenzijde van de handen, de ellebogen of op de buik, die hevig jeuken, vooral ’s avonds en ’s nachts: dit kan wijzen op schurft.

Jeuk

Jeuk is meestal een onschuldig en voorbijgaand fenomeen, bijvoorbeeld na een muggenbeet, contact met brandnetels enz. Maar soms kan het een teken zijn van een infectie, een allergische reactie of een huidaandoening.

Raadpleeg een arts
• Hevige en constante jeuk in combinatie met een droge, schilferige huid: dit kan wijzen op atopische dermatitis (constitutioneel of atopisch eczeem) of psoriasis.
• Jeukende huiduitslag na eten of drinken: dit kan wijzen op een voedselovergevoeligheid of een voedselallergie.
• Erge jeuk op de behaarde hoofdhuid: dit kan wijzen op luizen of een hoofdschimmel
• Hevige jeuk tussen de billen op de huid tussen de anus: dit kan wijzen op aarsmaden.
• Jeuk tussen de tenen: kan wijzen op een voetschimmel.
• Als zich naast de jeuk nog andere verschijnselen voordoen, zoals pukkeltjes (urticaria), koorts, geelzucht (leveraandoening), huidontstekingen (o.a. gordelroos, krentenbaard).
• Wanneer jeuk langere tijd blijft bestaan zonder dat een duidelijke, zichtbare oorzaak aanwezig is

Gele Huid

Een gele huid kan wijzen op een leverontsteking (hepatitis).

Raadpleeg altijd een arts indien de geelzucht gepaard gaat met:
• vermoeidheid
• pijn in de bovenbuik
• misselijkheid, soms met braken
• lichte koorts
• diarree
• geel verkleurd oogwit
• donkerkleurige urine
• lichtgekleurde tot witte ontlasting

Blauwe lippen / handen of voeten

Een kind kan soms blauw zien als hij het koud heeft, bijvoorbeeld als hij te lang gezwommen heeft.
In alle andere gevallen vereisen blauwe lippen, handen of voeten onmiddellijke medische aandacht.

Gezwollen klieren

Gezwollen lymfeklieren in de hals zijn vaak een teken van een luchtweginfectie. Dat is een normaal verschijnsel dat wel meerdere maanden kan duren. Indien de klier plots zwelt, kan het om een ontsteking van de lymfeklier gaan.

Raadpleeg een arts indien:
• een klier aan één kant plots opzwelt
• de klieren groter zijn dan 2 cm in doorsnee en pijnlijk bij aanraking.

Versnelde of vertraagde hartslag

Dat bij koorts of ziekte de hartslag een beetje versnelt of vertraagt is niet abnormaal. Ook een onregelmatige hartslag, bv. bij veel drukte, is niet abnormaal.
Maar wanneer dit frequent gebeurt of wanneer het kind constant een zeer hoge of trage hartslag heeft, of wanneer het klaagt over hartkloppingen (waarbij het zijn hart hoort kloppen) of wanneer die hartkloppingen erger worden tijdens inspanning, is verder onderzoek nodig.

Bij kinderen zonder onderliggende hartafwijking en zonder hartziekten in de familie zijn ritmestoornissen meestal ongevaarlijk. Uitzondering zijn deze die toenemen bij inspanning of gepaard gaan met klachten zoals duizeligheid en bewustzijnsverlies. Bij kinderen met ritmestoornissen bij dichte familieleden of een onderliggende hartafwijking zijn de risico's veel groter.

Gemiddelde hartslag per minuut in rust

Leeftijd Hartslag per minuut in rust Maximale waarde tijdens extreme belasting
< 1 jaar 105-160 200
1-2 jaar 100-150 190
2-5 jaar 95-140 180
5-12 jaar 80-120 180
> 12 jaar 60-100 180

Raadpleeg een arts bij:
• Te snelle hartslag (tachycardie): wanneer een zuigeling of peuter een hartslag heeft van boven de 200 slagen per minuut in rust, of meer dan 160 slagen per minuut voor kinderen ouder dan 5 jaar: neem bij een eerste aanval direct contact op met de huisarts.
• Te trage hartslag (bradycardie) die gepaard gaat met klachten tijdens inspanning zoals duizeligheid, flauwvallen of hartkloppingen.
• Uw kind heeft vaak een onregelmatige hartslag.

Pijn op de borst

Pijn op de borst komt ook bij kinderen regelmatig voor. Omdat het bij ouderen een aanwijzing kan zijn voor een onvoldoende doorbloeding van de hartspier, leidt deze klacht bij ouders altijd tot ongerustheid. Bij kinderen wordt pijn op de borst echter zelden veroorzaakt door een hartprobleem, en verdwijnt ze meestal ook spontaan.

Raadpleeg een arts indien:
• de pijn langer dan een paar dagen blijft duren;
• de pijn herhaaldelijk optreedt, bijvoorbeeld na inspanning;
• de pijn optreedt na de voeding en gepaard gaat met terugloop van de voeding;
• plotseling optredende heftige pijn op de borst die aan één kant zit: dit kan een teken zijn van een klaplong.

Hoesten

Hoesten komt bij vrijwel alle problemen van de luchtwegen voor. Het is meestal een soort beschermingsmechanisme van het lichaam om slijm en ziekte kiemen uit de luchtwegen te blazen. Hoestsiropen worden dan meestal afgeraden omdat ze meer kwaad dan goed doen. Het hoesten gaat meestal spontaan over eens de luchtweginfectie is genezen.
In sommige gevallen kan er echter meer aan de hand zijn en is het toch aangewezen om een arts te raadplegen, zeker bij zuigelingen.

Raadpleeg een arts:
• Voor kinderen jonger dan 3 maanden.
• Wanneer het kind erg ziek is, koorts heeft, suf is, aanhoudend huilt of moeilijk kan eten en/of drinken.
• Wanneer de hoest gepaard gaat met benauwdheid, ademnood en/of een piepende ademhaling: dit kan een teken van een RSV-infectie of van astma zijn.
• Als kinderen langer dan acht weken achtereen hoesten.
• Bij langaanhoudende heftige hoestaanvallen waarbij vaak taaie slijmdraden worden opgehoest: dit kan wijzen op kinkhoest.
• Wanneer veel slijm wordt opgehoest: dit kan wijzen op taaislijmziekte of cystic fibrosis (CF).

Piepende Ademhaling

Een piepende of fluitende ademhaling bij het uitademen (ook wel ‘wheezing’ genoemd) kan een teken van astma zijn.
Hoorbaar inademen kan duiden op valse kroep, een virale ontsteking van het strottenhoofd. Een kroepachtig geluid kan er ook op wijzen dat er iets in de keel van het kind zit.

Raadpleeg een arts
• wanneer de baby jonger is dan 6 maanden;
• wanneer dit soort vreemde geluiden bij het in- of uitademen plots optreden en gepaard gaan met hoge koorts, kwijlen of een kleurverandering, of wanneer de symtomen verergeren;
• wanneer uw kind geregeld (= 4 of meer keren in het afgelopen jaar) last heeft van een piepende ademhaling, in combinatie met kortademigheid (snellere ademhaling) of benauwdheid (het gevoel dat men niet voldoende lucht krijgt), en (droge, nachtelijke) hoesten, vooral als dit uitgelokt wordt door inspanning, rook of andere prikkels, en zeker als het kind allergisch is (bv. atopische dermatitis heeft) of wanneer astma voorkomt in de familie.

Benauwdheid en snel ademen

123-dr-oz-baby-stetosc-170_10.jpg
Bij koorts of ziekte is het normaal dat uw kind wat sneller of onregelmatig ademt. Maar als u de indruk krijgt dat uw kind het benauwd krijgt en naar adem moet happen, of heel onregelmatig begint te ademen, raadpleegt u toch beter een arts. Als de ruimte tussen en onder de ribben ingetrokken wordt bij iedere ademhaling, is dat een extra reden voor bezorgdheid.

Gemiddelde ademfrequentie in rust (het aantal keren dat u in- en uitademt per minuut)

Leeftijd Ademfrequentie (per minuut)
Pasgeborenen 30-40
0-5 jaar 25-30
5-10 jaar 20-25
10-15 jaar 15-20
+ 15 jaar 12

Raadpleeg een arts:
• Bij kinderen jonger dan 6 maanden die sneller of moeizaam ademen. Meer dan 60 ademhalingen per minuut is niet normaal.
• Meer dan 40-50 ademhalingen per minuut bij oudere kinderen.
• Als uw kind af en toe stopt met ademhalen. Pauzes van meer dan 10 seconden zijn niet normaal.
• Wanneer de lippen blauwig verkleuren of het kind erg bleek is.
• Als u zich zorgen maakt.

BENAUWDHEID EN KORTADEMIGHEID BIJ INSPANNING
Veel kinderen klagen over benauwdheid en kortademigheid bij inspanning. Soms gaat deze benauwdheid vergezeld met een piepende ademhaling. Bij deze klacht wordt vaak aan nogal ernstige ziekten gedacht. De meerderheid van de kinderen heeft echter geen longziekte zoals astma, of iets aan het hart. Meestal heeft het kind gewoon een slechte fysieke conditie, of is er sprake van zogenaamd disfunctioneel ademen waarbij het kind wat dieper en sneller gaat ademhalen.

Raadpleeg een arts
• als uw kind opvallend snel moeten stoppen bij bijvoorbeeld de turnles, of naar school fietsen of in het weekend sporten niet goed gaan;
• Indien de klachten gepaard gaan met een piepende ademhaling vooral bij de uitademing: dit kan wijzen op inspanningsastma.

Flauwvallen

Flauwvallen kan tal van oorzaken hebben. Soms is het een onschuldig fenomeen, bijvoorbeeld wanneer het kind flauwvalt bij het zien van bloed, bij een prikje enzovoorts. Maar het kan ook wijzen op een ernstige aandoening, bijvoorbeeld een hartprobleem of epilepsie.

Raadpleeg altijd een arts:
• bij flauwvallen zonder direct aantoonbare oorzaak;
• bij flauwvallen tijdens of na een inspanning: dit kan wijzen op een hartaandoening.

Rugpijn

Bij ieder kind met rugpijn, inclusief tieners, moet nagegaan worden wat de oorzaak van de pijn is.

Raadpleeg altijd een arts:
• Bij rugpijn die meerdere weken aanhoudt.
• Bij rugpijn die gepaard gaat met koorts en/of algemeen ziek zijn: dit kan een teken zijn van een ontsteking van de tussenwervelschijf (spondylodiscitis).
• Bij pijn achter in de zij of op de rug, die gepaard gaat met koorts, verminderde eetlust en soms braken: dit kan wijzen op een nierbekkenontsteking (pyelonefritis).

Pijnlijk gewricht

Pijn in een gewricht (zoals enkel, knie, heup, pols, elleboog) kan vele oorzaken hebben. Het kan gaan om een verstuiking of verzwikking, maar ook om een gewrichts- of botontsteking. Daarom is het aangeraden om bij gewrichtspijn altijd een arts te raadplegen, zeker wanneer die pijn gepaard gaat met koorts of als het gewricht gezwollen is en warm aanvoelt.

Raadpleeg alleszins een arts:
• Bij aanhoudende, ook vage, pijnklachten in één of meer gewrichten.
• Wanneer de gewrichtspijn gepaard gaat met koorts of wanneer het kind zich ziek of moe voelt;
• Als het pijnlijke gewricht gezwollen is en warm aanvoelt, en het kind het gewricht minder goed kan bewegen (stijfheid), vooral ’s ochtends of na een tijdje stil zitten: dit kan wijzen op juveniele artritis of jeugdreuma.
• Als een kind plots begint te manken, last heeft om op te staan, of niet in staat is zijn hoofd overeind te houden, rechtop te zitten of naar een speeltje te reiken, moet het zo snel mogelijk onderzocht worden: dit kan wijzen op een ernstig gewrichts- of botprobleem, zeker als het kind ook koorts heeft. Hoe sneller de diagnose kan worden gesteld, hoe groter de kans op een volledig herstel is.

Rood oog

Een rood oog kan wijzen op een onschuldige irritatie, maar kan ook een teken zijn van een ernstiger ontsteking.

Raadpleeg een arts:
• Indien het rode oog pijnlijk is en gepaard gaat met gezichtsverlies, lichtschuwheid en/of gestoorde oogbewegingen;
• Indien u vermoedt dat het een gevolg is van een verwonding (een slag of stoot tegen het oog, een vreemd voorwerp in het oog enz.);
• Indien het verschijnsel langer dan een week duurt of herhaaldelijk optreedt;
• Indien het erg hinderlijk is.

GEZWOLLEN OOG
Een éénzijdig gezwollen oog door roodheid en zwelling van de oogleden, komt relatief vaak voor bij kinderen onder de vijf jaar. Het kan verschillende oorzaken hebben maar moet altijd ernstig worden genomen.

Gezwollen balzak

Een gezwollen balzak bij jongere kinderen moet altijd en zo snel mogelijk onderzocht worden door de huisarts.
Indien de balzak gezwollen is maar er geen pijn is bij aanraking, kan het om een zogenaamde waterbreuk of hydrocèle gaan, een vochtophoping rond het balletje. Bij kinderen jonger dan 1 jaar verdwijnt dit meestal spontaan, bij oudere kinderen kan een operatie nodig zijn.

Indien de gezwollen balzak pijnlijk is bij aanraking, dan kan het gaan om een verdraaiing van de zaadbal of de testikel (torsio testis) of, indien het kind ook koorts heeft, om een bijbal ontsteking. Een torsio testis moet zo snel mogelijk behandeld worden, anders kan de zaadbal verloren gaan.

Wonden

Raadpleeg altijd een arts:
• Bij een bijtwond en zeker bijtwonden in het gelaat.
• Bij snijwonden in het gelaat
• Bij twijfel of een wond moet worden gehecht of niet. Snijwonden waarbij de randen te ver van elkaar liggen of waarbij er teveel spanning op staat om goed te kunnen genezen, en die moeten worden gehecht.
• Bij schaafwonden waarbij voorwerpen in de wond achter blijven, als de wond blijft bloeden, als de wond in het gelaat, de ogen of de geslachtsdelen zit.
• Bij diepe snij- of steekwonden waarbij mogelijk onderhuidse structuren zijn geraakt.
• Bij kinderen die onvolledig of niet zijn gevaccineerd tegen tetanus.
• Bij tekenen die wijzen op een wondinfectie: roodheid, zwelling en pijn op de plaats van de wond, soms een kloppend gevoel, of etter in de wond.

Wanneer is uw kind te ziek voor de opvang?

Een kind kan in de volgende gevallen in de opvang geweigerd worden:

• Het kind is te ziek om deel te nemen aan de normale activiteiten in de opvang.
• Het zieke kind vraagt te veel aandacht en zorg, zodat de gezondheid of de veiligheid van de andere kinderen niet meer kan worden gegarandeerd.
• Het kind heeft een of meerdere van de volgende symptomen:
Diarree: bloederige ontlasting of verandering van stoelgangpatroon met 3 waterige ontlastingen in de laatste 24 uur, en wanneer het kind te ziek is.
Braken: wanneer het kind jonger dan 6 maanden is, bloed braakt of er gevaar voor uitdroging bestaat (droge lippen, diepliggende ogen, minder plassen).
Ademhalingsmoeilijkheden of ademnood
Buikpijndie 2 uur of langer aanhoudt
Koorts boven de 38,2 °C die samengaat met keelpijn of braken, diarree, oorpijn, prikkelbaarheid, verwardheid of rode huiduitslag.
Huiduitslag in combinatie met koorts of een verandering in het gedrag of wanneer het kind te ziek is. Het kind kan weer naar de opvang komen als een arts bepaald heeft dat het niet om een besmettelijke ziekte gaat.
Koortsblaasjes (Herpes simplex): als het kind niet goed kan slikken en slcht eet.
Mondzweren met kwijlen, tenzij een arts bepaald heeft dat het niet besmettelijk is.
• Het kind heeft een besmettelijke ziekte waarbij het kind zelf of de andere kinderen een risico lopen.

Tabel 1: infectieziekten waarmee kinderen niet naar opvang mogen

Infectieziekte Terug naar opvang
Bof (dikoor) Ten vroegste 5 dagen na het begin van de zwelling
Maagdarminfectie door bacteriën
- Escherichia coli, EHEC-bacterie en HUS
- Salmonella - paratyfus
- Shigella - dysenterie
- Yersinia enterocolitica
Als het kind geen symptomen meer heeft
Difterie of kroep Met bewijs van arts van niet-besmettelijkheid
Hepatitis A Ten vroegste 14 dagen na begin symptomen
Hersenvliesontsteking Als het kind voldoende hersteld is
Kinderverlamming (polio) Met een bewijs van arts van niet-besmettelijkheid
Krentenbaard of impetigo Als de letsels volledig opgedroogd zijn of 48 uur na de start van een antibioticabehandeling
Longontsteking door pneumokokken Met medisch attest dat behandeling is opgestart
Mazelen Ten vroegste 4 dagen na het verschijnen van de uitslag
Rodehond Ten vroegste 6 dagen na het verschijnen van de rode uitslag
Schimmelinfecties (hoofd-, huid- en voetschimmels Met bewijs van behandeling door de arts
Schurft Met bewijs van behandeling door de arts
Tuberculose (open) Met een medisch attest dat het kind niet besmettelijk is
Waterpokken Ten vroegste 6 dagen na het verschijnen van de eerste blaasjes of zodra de blaasjes volledig opgedroogd zijn

• Volgende ziekten en infecties zijn geen reden om het kind in de opvang te weigeren, in zoverre het natuurlijk haalbaar is voor het kind én voor de opvang:

Ziekten die geen reden zijn om een kind in opvang te weigeren

Adenovirus
Aids en HIV
Bronchiolitis (RSV-infectie)
Cytomegalievirusinfectie
Conjunctivitis (oogontsteking)
Griep (Influenza)
Hepatitis B, C en E
Kattenkrabziekte
Keelpijn
Kinkhoest (Pertussis)
Klierkoorts (Mononucleose, Epstein-Barr-Virus)
Longontsteking (pneumonie) – behalve bij pneumokkeninfectie (zie tabel 1)
Luizen
Mond- en klauwzeer (Coxsackie-16a-virus)
Oorontsteking (otitis)
Roodvonk
Spruw (Candida albicans)
Toxoplasmose
Tuberculose (gesloten)
Valse kroep of pseudokroep
Verkoudheid (rhinitis)
Vijfde ziekte (Erythema infectiosum)
Wormen (aarsmaden, spoel- en lintworm)
Wratten
Zesde ziekte (Roseola, Exanthema subitum)

Laatst bijgewerkt: augustus 2019

Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.

eenvoudig terug uit te schrijven
Wij verwerken jouw persoonsgegevens conform het Privacy-beleid van Roularta Media Group NV.
volgopfacebook

volgopinstagram