Wat kunt u doen om radon in huis te voorkomen of te verminderen?

nieuws Wanneer de radonconcentratie in uw woning hoger ligt dan 400 Bq/m³ raadt het FANC u aan om maatregelen te treffen om deze concentratie te verminderen onder de 400 Bq/m³ en, indien mogelijk, onder de 200 Bq/m³.

Naarmate de bij u gemeten concentratie deze waarde meer en meer overschrijdt, is het meer aangewezen om iets te ondernemen. Dit betekent echter niet dat er geen risico bestaat onder dit niveau. Maar het risico is wel kleiner wanneer de concentratie lager ligt.

In een bestaande woning
Er bestaan verschillende manieren om de radonconcentratie in huis te verminderen. Doorgaans zijn deze methodes erop gericht een barrière op te werpen tegen radon of met radon besmette lucht af te voeren. Sommige zijn zeer eenvoudig en goedkoop. De belangrijkste maatregelen zijn het opwerpen van een barrière tegen radon en het afvoeren van met radon besmette lucht.

Het verbeteren van de ondoordringbaarheid van het gebouw om het binnendringen van radon te beperken (deuren, barsten in de vloer, plaatsen waar leidingen het huis binnenkomen, ...).

• Een gebrek aan verluchting, vooral in de koude periode van het jaar, draagt bij tot een drastisch verhoogde radonconcentratie.
In zogenaamde ‘passieve' of lage-energiewoningen geeft de radonproblematiek extra reden tot bezorgdheid wanneer de verluchting en het ventilatiesysteem van het gebouw onvoldoende frisse lucht aanvoeren.
- De eenvoudigste en ook efficiëntste methode om een verhoging van de radonconcentratie in huis tegen te gaan is de lucht in het gebouw te verversen door o.a. regelmatig de vensters te openen (vijftien minuten zijn voldoende) en alles te verluchten.
- Het controleren van de ventilatie en het verhelpen van eventuele problemen (luchttoevoer of -afvoer afgesloten, vervuiling, defecte ventilatoren, ...).
- Het verbeteren of herstellen van de natuurlijke verluchting in de onderbouw (verluchtingskanalen van een kruipruimte of een afgedichte kelder openen).
Als deze eenvoudige maatregelen niet volstaan om de radonconcentratie voldoende te doen dalen, moeten doortastender maatregelen worden genomen.

Daarbij is een grondige inspectie van het gebouw en van de onmiddellijke omgeving nodig, zodat de oorzaken voor de aanwezigheid van radon in het gebouw kunnen worden opgespoord (de bronnen van het radon en de wegen waarlangs het radon in het gebouw komt en zich verplaatst) en maatregelen kunnen worden uitgewerkt.
• Het gebouw ondoordringbaar maken voor binnendringend radon.
De ruimte tussen het gebouw en de ondergrond (scheidslijn bodem-gebouw) moet zo ondoordringbaar mogelijk worden gemaakt. Deze technieken omvatten het afdichten van bepaalde punten tussen de onderbouw en de woonruimte (spleten, voegen, leidingen, deuren, trappen), uit oppervlaktebehandelingen (vloeren, ondergrondse muren) en het bedekken van de bodem met een grintlaag en een radonbarrière.

• Betere aanvoer van verse lucht in het gebouw.
Wanneer uit de diagnose van het gebouw blijkt dat de lokalen onvoldoende geventileerd worden, is het belangrijk om de nodige (mechanische of natuurlijke) middelen aan te wenden voor een goede verluchting van deze lokalen, zonder de bestaande reglementeringen (D50-001-norm) inzake ventilatie te overtreden.
Deze technieken zijn vaak niet afdoende omdat de aanvoer van verse lucht in een gebouw niet kan worden verhoogd zonder rekening te houden met de vereisten inzake energie en warmtecomfort.

• Behandeling van de onderbouw zodat er minder radon binnendringt.
Deze technieken bestaan ofwel uit het natuurlijk of mechanisch ventileren van de onderbouw (kruipruimte, kelder, vloer op volle grond), ofwel uit het in lichte onderdruk plaatsen van de onderbouw (in vergelijking met de woonruimte) door middel van mechanische extractie, indien dat mogelijk is. Deze technieken behoren tot de meest doeltreffende soort.
De meest doeltreffende manier om minder radon in gebouwen te laten binnendringen, is het in onderdruk brengen van de grond onder het gebouw. Deze techniek is bedoeld om in de onderbouw een drukveld te creëren dat lager is dan dat van de vloer van het gebouw en met een zo zwak mogelijk debiet van afgezogen lucht. Daartoe wordt de lucht in de onderbouw mechanisch naar buiten gezogen, waardoor het radon snel verdund wordt.

Nieuwbouw
Vooral als u in een risicozone bouwt, moet u de nodige maatregelen nemen. Deze maatregelen zijn veel gemakkelijker toe te passen tijdens het bouwen dan erna. De preventieprincipes zijn grotendeels dezelfde als die bij een bestaande woning, maar hier gaat het erom vooral aandacht te besteden aan de beperking van de hoeveelheid radon die het gebouw binnendringt.

• In een nieuwe woning moet men ervoor zorgen dat de scheidslijn tussen de bodem en het gebouw ondoorlatend is. Dit kan door het installeren van een “radonscherm”, een zeil in speciaal plastic, een ondoordringbare barrière op de scheidslijn tussen bodem en gebouw.

De radonfolie dient ook onder de muren gelegd te worden. Hierbij moet insijpelen van vocht vermeden worden. De folie kan boven of onder de vloerplaat geplaatst worden. In het laatste geval dient ze tegen schade te worden beschermd door het aanbrengen van een geotextiel of een zandlaag tussen de permeabele laag en de folie. Er dient steeds op te worden toegezien dat de radonfolie tijdens en na de plaatsing niet wordt beschadigd. Een gescheurde of geperforeerde folie kan immers zijn radondichtheid grotendeels of zelfs volledig verliezen.

De vloerplaat moet met een gepaste water/cementfactor worden aangemaakt, om de kans op barsten en krimpscheuren te minimaliseren.
Zorg dat de scheidslijn ondoordringbaar is, vooral ter hoogte van gaten in de muur (voor water, elektriciteit, gas, ...) en metselspecie (voegen tussen de vloer en de muur). Ook op verticale scheidingswanden moet een ondoordringbaar membraan worden aangebracht.

• Onder de deklaag moet een doordringbare laag (breuksteenstorting of grind) van minstens 20 cm dik, of een kruipruimte komen met passieve ventilatie. Via die geventileerde doordringbare laag of een afvoersysteem (geperforeerde buis) onder de vloer kan het radon worden afgevoerd voor het de radonbarrière bereikt.

• Als de concentratie nog steeds te hoog is (meting na het bouwen), kan een ventilator op het systeem worden aangesloten om de ondergrond in onderdruk te brengen.

• Zorg ervoor dat u in huis over aangepaste ventilatie beschikt, bij voorkeur met warmtewisselaar. Door de lucht voldoende te verversen, daalt de radonconcentratie en door de warmte te hergebruiken, daalt de energiefactuur.


Voor meer inlichtingen kunt u contact opnemen met uw architect, de technische diensten van uw provincie of het FANC.


Laatst bijgewerkt: mei 2021

Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.

eenvoudig terug uit te schrijven
Wij verwerken jouw persoonsgegevens conform het Privacy-beleid van Roularta Media Group NV.
volgopfacebook

volgopinstagram