Straling - De bestraalde mens

dossier De gsm kookt je hersenen; wonen vlakbij een hoogspanningskabel veroorzaakt kanker; van radon in je woning krijg je longkanker. Geruchten over ongezonde effecten van straling zijn er genoeg. Maar moeten we ons echt zorgen maken?

Wakker worden met de wekkerradio, op de lichtgevende wijzers kijken hoe laat het is, het koffiezetapparaat inschakelen, brood ontdooien in de microgolf en toasten in de broodrooster, je haren drogen met de elektrische haardroger, je tanden poetsen met de elektrische tandenborstel of je scheren met een scheerapparaat: de dag is nog maar pas begonnen en je bent al bijna constant met elektromagnetische stralen bestookt geweest. En dan hebben we nog niet gerept over hoogspanningskabels en gsm-zendmasten, computerschermen, televisies, satellieten, TL-lampen, zonnebanken, gsm’s, radiografische onderzoeken in het ziekenhuis, de straling die van nature op aarde aanwezig is, enz.

Wij worden - bijna zoals één van de antwoorden uit de vroegere catechismus op de vraag waar God is - bijna altijd en overal geconfronteerd met elektromagnetische straling. Vooral de straling met een extreem lage frequentie - de zogeheten ELF-straling - is alomtegenwoordig vermits dit de frequentie is van ons elektriciteitsnet en deze straling optreedt bij alle elektrische toestellen. Maar is dit nu ongezond, zoals vaak wordt beweerd?

De zoektocht naar het antwoord op die vraag steunt op epidemiologische studies en op laboratoriumtests bij gekweekte cellen en tests op proefdieren. Bij mensen kijkt men naar het vaker voorkomen van bepaalde aandoeningen; bij cellen naar afwijkingen in het erfelijk materiaal en bij proefdieren naar beide.

Vorig jaar ging binnen de Wereld Gezondheidsorganisatie een groot internationaal onderzoeksproject over de mogelijke gezondheidsrisico's van elektromagnetische straling van start. De eerste resultaten worden echter pas tegen het jaar 2.001 verwacht.

Hoogspanningskabels

Het verhaal van de hoogspanningslijnen startte zo'n twintig jaar geleden. Twee Amerikaanse onderzoekers bestudeerden een aantal kankergevallen bij kinderen en kwamen tot het besluit dat kinderen die dicht bij hoogspanningslijnen wonen meer dan dubbel zoveel kans hebben op leukemie dan gewone kinderen. Ook onderzoekers aan de universiteit van Gent kwamen enkele jaren geleden, op basis van alle tot dan toe gepubliceerde studies, tot het besluit dat er een verband is tussen extreem laagfrequente stralen en het optreden van leukemie en in mindere mate hersenkanker.

In vele andere studies werd evenwel geen enkel verband gevonden. In 1997 publiceerde een commissie van de Amerikaanse National Academy of Scientist een rapport waarin werd gesteld dat er "geen overtuigende bewijzen" zijn voor een mogelijk verband tussen elektromagnetische stralen van o.m. hoogspanningskabels en kanker . Maar vorig jaar kwam een andere expertencommissie van de Amerikaanse National Institute of Environmental Health Sciences op basis van dezelfde gegevens tot het besluit dat "een mogelijk verband niet kan worden uitgesloten," en wordt aangedrongen op verder onderzoek. Maar als er al een verband is, dan is het uiterst klein, aldus dit rapport.

Lees ook: Gezondheidsrisico van hoogspanningslijnen

Elektrische toestellen


Elektrische toestellen zenden eveneens stralen uit met een basisfrequentie van 50 Hertz. Afhankelijk van het toestel kunnen daar nog wel andere frequenties bijkomen. Voor deze apparaten is er weinig of geen reden tot ongerustheid.

Om te beginnen neemt het effect van de straling heel snel af met de afstand. Van een strijkijzer of een lamp en zelfs van een computerscherm zit je toch al snel enkele tientallen centimeter verwijderd. Bovendien gaat het om beperkte periodes van blootstelling. Dat laatste is het allerbelangrijkste. Elektrische toestellen zorgen immers vaak voor veel krachtiger stralen dan onder een hoogspanningslijn, maar door de relatief korte blootstellingsperioden kon nooit een reëel gezondheidsrisico worden aangetoond.

Een laatste geruststelling is dat de wet normen vastlegt waaraan dergelijke toestellen moeten voldoen. Hier zit er echter wel een addertje onder het gras. We weten immers niet of niet-thermische effecten bestaan, laat staan wat ze eventueel betekenen voor de gezondheid. Ga dan maar eens normen opstellen…

Het enige toestel waarmee wél problemen zijn vastgesteld is een elektrisch deken. Bij gebruik daarvan bleken zwangere vrouwen meer miskramen te vertonen en neemt de kans op leukemie toe. De oplossing is echter simpel: verwarm het deken op voorhand en zet het af als je eronder kruipt.

De problemen die bij langdurig computergebruik opduiken hebben waarschijnlijk veel meer te maken met het langdurig in een lichtbron staren, een onaangepaste houding, enz. dan met de straling. Sommige mensen klagen ook over huiduitslag als ze met een computer moeten werken. Hiervoor bestaat geen verklaring en sommigen ontkennen zelfs dat dit fenomeen bestaat.

Microgolven

Hoe zit het met de stralen die televisie en radio de ether insturen en de microgolven die een gsm of een gsm-zendmast uitzendt, of die in het inwendige van een microgolfoven voorkomen? Dat zijn radiogolven met een zodanig hoge frequentie dat er naast de niet-thermische effecten ook thermische effecten (dus warmte) mogelijk zijn.

Er bestaan studies die deze stralen in verband brengen met kanker, gedragsstoornissen en een achteruitgang van het afweersysteem tegen ziekten. Eigenlijk heeft men van alles wat er bestudeerd is, effecten gevonden, zo zegt bioloog Luc Verschaeve, die voor het Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek (VITO) in Mol onderzoek doet naar de invloed van stralen. "Men kan bij een experiment altijd zo hoog gaan tot men iets vindt".

Van radiogolven is bewezen dat het thermisch effect schadelijk is. Maar blootstelling aan krachtige stralen met belangrijke thermische effecten komt in het dagelijkse leven niet voor. Ook zwakke thermische effecten kunnen schadelijk zijn indien men er lange tijd aan wordt blootgesteld. Maar aangezien deze thermische effecten goed gekend zijn, is het mogelijk om voldoende veiligheidsmarges in te bouwen.

Dat is bijvoorbeeld het geval met de microgolfoven. Die gebruiken hoge frequenties met dus een thermisch effect om de eetwaren op te warmen. Daarop is precies hun werkingsmechanisme gebaseerd. Maar buiten de oven dringen die stralen amper door. Ze moeten trouwens voldoen aan strenge veiligheidsnormen volgens dewelke eventuele 'lekken' beneden bepaalde veiligheidsdrempels moeten blijven. Tal van tests hebben uitgewezen dat een goed functionerend toestel (waarvan het glas vb. niet gebarsten is, dat goed sluit) dan ook absoluut veilig is.

GSM

Een geval apart zijn de GSM’s. Koken ze de hersenen echt, zoals soms wel eens wordt beweerd? Gezien het succes van de mobiele telefoon maakt blijkbaar niet iedereen zich hierover echter zorgen.

Maar is er reden om zich zorgen te maken?

GSM's zenden permanent golven van hoge frequentie uit om contact te houden met het netwerk, zelfs in stand-by. Studies op de hersenen van ratten en op synthetische poppen deden het gerucht ontstaan dat deze stralen onze hersenen doen 'koken'. De gevolgen zouden variëren van hoofdpijn tot hersentumoren. De meeste van deze studies werkten echter met stralingen die vele malen hoger lagen dan die van een GSM-toestel. Slechts één enkele studie kon schadelijke effecten aantonen bij een frequentie en vermogen die overeenkomt met GSM-golven. Het ging daarbij om een verhoogde kans op bloedkanker bij kankergevoelig gemaakte muizen.

In hoeverre zoiets betekenis heeft voor de mens is onzeker. Zo goed als alle andere experimenten spreken een schadelijk effect, hetzij thermisch hetzij niet-thermisch, tegen. Volgens Verschaeve kan dat weer aan twee dingen liggen: "Ofwel is er inderdaad geen effect en is het statistisch gezien niet meer dan normaal dat op honderd studies enkele toevallig toch positief uitvallen. Ofwel, en dat denk ik zelf, is er wel degelijk een effect, maar is dit zo klein dat het haast niet aan te tonen valt."

Onlangs gingen epidemiologische studies van start die een groep GSM-gebruikers vergelijken met een controlegroep. Uit de resultaten, die pas over vijf à tien jaar worden verwacht, moet blijken of GSM-gebruikers vaker hoofdpijn of hersenkanker vertonen. Tussentijdse resultaten maken gewag van een verband tussen GSM-gebruik en subjectieve klachten als een warmtegevoel aan het oor en meer hoofdpijn.

Maar volgens Verschaeve bewijst dit niet noodzakelijk een verband met de uitgezonden straling: "Wie veel telefoneert, heeft vaak veel stress en dat kan samenhangen met hoofdpijn. En van een telefoonhoorn lang tegen je oor te klemmen, krijg je een warmtegevoel. Niet van de straling, maar van de druk." Toch zijn er ook verschillen tussen het nieuwe mobilofoonsysteem (GSM) en het oude, wat doet vermoeden dat straling er toch misschien voor iets tussenzit.

Onderzoekers uit Wales en Nieuw Zeeland vinden alleszins dat de toestelletjes een waarschuwingsboodschap zouden moeten dragen dat hun gebruik de gezondheid kan schaden.

Een andere maatregel die soms wordt voorgesteld, zijn beschermende hoezen voor het telefoontje. Die schermen echter niet de GSM-straling af – dan zou het ding niet meer behoorlijk werken – maar alleen de straling van de batterij!

Als er al één zekerheid bestaat, zo schreef het consumentenblad Test Aankoop een tijdje geleden, dan is het dat GSM's vooral gevaarlijk zijn achter het stuur. Niet als gevolg van de straling, maar wel omwille van het verhoogde risico op ongevallen door verstrooidheid.

Terloops: het bordje ‘zaktelefoons verboden’ aan de ingang van een ziekenhuis heeft niets met biologische effecten van GSM-straling te maken. Het duidt alleen op de - geringe - kans op het ontregelen van bepaalde medische apparatuur. Ook bij mensen die een pacemaker dragen zou er storing kunnen optreden, en wordt aangeraden om het toestel niet vlak bij de pacemaker te dragen.

Lees ook: GSM kan pacemaker storen

Lees ook: GSM-antennes: Schadelijk voor uw gezondheid?

Lees ook: GSM verstoort slaap

Zonnebanken

Een nog hogere frequentie dan radiogolven, hebben achtereenvolgens infraroodgolven, zichtbaar licht en ultraviolet licht. Het infrarode licht van de zon kan je verbranden of verblinden. Voor een gedeelte van het ultraviolet licht is het bewezen dat het kankerverwekkend is. Een en ander heeft recent geleid tot de reglementering van zonnebanken.

Lees ook: Huidkanker: wat is het verschil tussen UVA- en UVB-straling?

Zichtbaar licht, UV-stralen, X-stralen, infrarood licht, microgolven, radiogolven, ... Fysisch zijn het allemaal elektromagnetische golven. Het enige verschil is de golflengte van de golf. In onderstaande figuur is te zien welke straling met welke golflengte overeenkomt.

Lees ook: Zon en huid, huidveroudering, huidkanker

Radioactieve straling

Er is één type straling waarvan iedereen erkent dat het gevaarlijk is: radioactieve straling. De juiste term is eigenlijk : straling ten gevolge van radioactief verval. Hierbij gaat het niet meer over thermische of niet-thermische effecten. Ioniserende stralen zijn stralen met een voldoende hoge frequentie om de bindingen tussen moleculen te verbreken. Als dat bijvoorbeeld in het erfelijk materiaal gebeurt, ontstaan er erfelijke afwijkingen. Sommigen van deze afwijkingen kunnen de eerste stap zijn in het ontstaan van kanker.

Ondanks al deze gevaarlijke kanten aan radioactieve straling, stellen veel mensen er zich vrijwillig aan bloot. Dan gaat het niet over de uiterst minieme hoeveelheid van een lichtgevende wijzerplaat, maar bijvoorbeeld over een radiografie. Ook hier gaat het nog steeds om een zeer lage dosis, waarbij de risico’s zo miniem zijn dat ze opwegen tegen het voordeel van een correcte diagnose van bijvoorbeeld een botbreuk.

Bij radiotherapie voor kanker ligt het iets anders. Om kwaadaardige cellen te vernietigen is natuurlijk wel een hoge dosis nodig, die in principe ook nieuwe kankercellen kan doen ontstaan. Op het ogenblik dat iemand een tumor heeft, zijn dat echter ‘zorgen voor later’. Ook hier wegen de voordelen op tegen de nadelen.

De blootstelling aan radioactiviteit kan ook onvrijwillig zijn. Sommige mensen werken beroepshalve met radioactiviteit. En in een vliegtuig ontbreekt een aanzienlijk deel van de beschermende laag lucht en wolken die belet dat alle kosmische stralen doordringen tot op het aardoppervlak. Over het belang van die bescherming zijn de meningen verdeeld. Alleszins is het een kwestie van dosis. Voor iemand die enkele keren per jaar vliegt, is er zo goed als geen probleem. Voor piloten en stewardessen bestaan er enkele studies die uitwijzen dat ze iets meer erfelijke afwijkingen in hun bloed vertonen, maar dat betekent nog niet dat er inderdaad een beroepsrisico bestaat.

U vliegt nooit? Hebt nooit een radiografie ondergaan? Komt beroepshalve niet met radioactieve stoffen in contact? En denkt dat radioactiviteit dus niet relevant is voor u? Mis. Zelfs in uw luie zetel kan u aan radioactieve straling blootstaan. In de grond zit altijd wat radioactiviteit, in sommige streken meer dan in andere. Enkele jaren geleden zorgden berichten over het radioactieve gas radon voor nogal wat opschudding. Vooral in Wallonië zouden er woningen zijn met gevaarlijk hoge concentraties. Volgens Verschaeve moet het probleem op dit moment echter niet overroepen worden. Als er zich al radon in een huis opstapelt, volstaat het om af en toe te verluchten. Het grootste gevaar komt volgens hem van de tendens om steeds meer te isoleren.

Lees ook: Gevaren bestraling tijdens zwangerschap onderschat

Wat kunnen we nu uit dit alles besluiten?


Elektromagnetische golven en hun effecten op de gezondheid zijn een controversieel onderwerp dat zeer gevoelig ligt, maar waarover moeilijk definitieve uitspraken kunnen worden gedaan.

De meeste studies zijn weliswaar geruststellend, maar enkele bevatten toch weer alarmerende gegevens. Het probleem met tests op proefdieren of cellen is niet alleen dat het moeilijk is om te veralgemenen, maar ook dat onderzoekers bijna geen enkel experiment ooit onder identieke omstandigheden herhaald hebben. Daardoor kunnen tegengestelde resultaten altijd honderd en één verklaringen hebben en is vergelijken moeilijk. Epidemiologische studies hebben zo hun eigen problemen. Er vallen alleen betrouwbare resultaten uit af te leiden als ze goed opgesteld zijn, dat wil zeggen over voldoende lange tijd lopen, genoeg mensen volgen én met alle storende factoren rekening houden. Beoordelen of een studie aan die voorwaarden voldoet, is niet altijd eenvoudig.

Specialisten blijven voorzichtig in hun uitspraken. Hun boodschap is: ‘Veilig, maar verder onderzoek blijft nodig’.

GSM-zendantenne

Stel dat er plots een zendantenne voor mobilofonie op het dak van je appartement verschijnt. Loop je nu een verhoogd risico op kanker? Neen. Dat heeft alles te maken met de eigenschappen van het basisstation. De stralen die een antenne uitzendt, zijn ongeveer even zwak als het toestel zelf. Bovendien neemt het biologisch effect van eender welke straling af met het kwadraat van de afstand. Op een tweetal meter afstand is er bij mensen geen enkel (biologisch) effect meer waar te nemen. Daar komt nog eens bij dat een zendmast bijna horizontaal uitzendt. De verdeling van de straling is te vergelijken met die van water uit een tuinsproeier: vlak eronder komt nagenoeg niets terecht, pas een eindje verder bereikt het de grond. Iemand met een mast op zijn dak voelt dus niets. Iemand die een tiental meter verder woont, krijgt misschien meer straling, maar die is al zodanig afgezwakt dat er sowieso amper een biologisch effect kan zijn.

Het variabele vermogen van een zendmast leidt bovendien tot een merkwaardige paradox. Het basisstation houdt continu contact met alle zaktelefoons die zich binnen zijn zendgebied bevinden en hetzij stand-by staan hetzij in gesprek zijn. Het gaat om tweerichtingsverkeer. De mast zendt microgolven naar de GSM, de GSM straalt terug. Naarmate de afstand tussen GSM en zendmast groter is, neemt het vermogen van de straling toe. Meer masten betekent dus gemiddeld kortere afstanden en dus minder sterke straling. Als er dan toch een zendmast in je buurt staat, zou je eigenlijk best hopen dat er nog een paar bij komen.

Lees ook: GSM-antennes: Schadelijk voor uw gezondheid?

Wat zijn elektromagnetische stralen?

Elektromagnetische straling is het fysisch fenomeen waarbij energie zich met de snelheid van het licht onder de vorm van een elektrisch en een magnetisch veld met een golvende beweging verplaatst. Er bestaan verschillende soorten stralen naargelang van de lengte van de golven en het aantal golven per seconde. Dat gaat dan van ioniserende (radioactieve) stralen over ultraviolet, zichtbaar en infrarood licht, micro- en radiogolven. Aan het uiteinde van het elektromagnetisch spectrum bevindt zich het gebied van de Extreem Lage Frequenties (ELF).

De frequentie wordt uitgedrukt in Hertz (Hz). 1 Hertz betekent 1 golfbeweging per seconde. Het zijn vooral die ELF-stralingen, met een frequentie gelijk aan of lager dan 300 Hz, die alomtegenwoordig zijn in onze leefomgeving. Het gaat dan vooral om de frequenties rond 50 Hz, vermits dit de frequentie is van ons elektriciteitsnet. Ter vergelijking: de frequentie van radio- en Tv-golven ligt rond de 3 miljoen Hz, van microgolven uit een microgolfoven zelfs rond de 3 miljard Hz.

Wanneer elektrische energie door lijnen of snoeren wordt verspreid, dan ontstaan rond deze geleiders elektromagnetische velden met dezelfde frequentie als de elektrische stroom (dus 50 Hz). Het elektrisch veld is aanwezig bij elk toestel dat is aangesloten op het elektriciteitsnet, ook als het niet in werking is. Het elektrisch veld dringt bijna niet door in het lichaam, maar wordt alleen verspreid over de oppervlakte. De magnetische velden treden alleen op wanneer elektrische ladingen door geleiders stromen, dus wanneer het toestel in werking is. Het magnetisch veld penetreert haast alle materialen, dus ook het menselijk lichaam.

De stralingsfrequentie bepaalt mee welke invloed ze op onze gezondheid kunnen uitoefenen. Een eerste mogelijk effect van straling is thermisch. Cellen absorberen de stralingsenergie en zetten die om in warmte. Daarop berust het principe van de microgolfoven. Alleen stralen met een voldoende hoge frequentie kunnen een thermisch effect veroorzaken. Bij de ELF-stralen is dit niet het geval.

Een tweede biologische effect is niet-thermisch en kan in principe bij elk type straling optreden. Het onderliggend mechanisme van dit type straling is echter nog steeds onbekend. Zelfs het bestaan zelf van niet-thermische effecten wordt door sommigen in twijfel getrokken.

Lees ook: Wonen & gezondheid (6/14): Straling

Lees ook: Elektrohypergevoeligheid ( of (‘electrical’ of ‘electromagnetic hypersensitivity’, EHS)


Laatst bijgewerkt: januari 2024

Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.

eenvoudig terug uit te schrijven
Wij verwerken jouw persoonsgegevens conform het Privacy-beleid van Roularta Media Group NV.
volgopfacebook

volgopinstagram