Afwijkend uitstrijkje: verloop colposcopie en biopsie

dossier

Na een afwijkend uitstrijkje zal de gynaecoloog de baarmoederhals nauwkeurig onderzoeken tijdens een colposcopie. Meestal wordt er tijdens de colposcopie ook een biopsie gedaan, om het weefsel (biopt) van de baarmoederhals nader te kunnen onderzoeken. 

Lees ook: Baarmoederhalskanker: symptomen, diagnose en behandeling

Wat is een colposcopie?

Getty_colposcopie_biopsie_uistrijkje_2023.jpg

© Getty Images

Een colposcopie is een onderzoek waarbij de gynaecoloog de baarmoederhals nauwkeurig bekijkt met een colposcoop. Net als bij het maken van het uitstrijkje brengt de arts een speculum (eendenbek) in de schede. Voor de ingang van de schede wordt nu een colposcoop geplaatst. Dit is een instrument dat een beetje lijkt op een verrekijker. De arts kijkt hier doorheen en ziet het weefsel van de baarmoederhals vergroot. Soms is de colposcoop aangesloten op een monitor, een televisiescherm. Je kan dan zelf meekijken. De gynaecoloog brengt een contrastvloeistof in om het weefsel goed te kunnen beoordelen. Dit kan een wat prikkend gevoel geven. 

De baarmoederhals is bekleed met twee soorten cellen: plaveiselcellen en endocervicale of cilindercellen. Het overgangsgebied tussen deze twee soorten cellen heet de overgangs- of transformatiezone. Afwijkende cellen in het uitstrijkje zijn bijna altijd afkomstig van dit gebied. Bij colposcopie wordt dit gebied nauwkeurig bekeken. Als afwijkende plekjes zichtbaar zijn, neemt de arts vaak een stukje weefsel weg voor onderzoek. Dat heet een biopsie.

Als je menstrueert (ongesteld bent) kan je de afspraak voor de colposcopie beter uitstellen tot de menstruatie is afgelopen.

Lees ook: Humaan papillomavirus (HPV) en baarmoederhalskanker

Wat is een biopsie (weefselonderzoek)?

Met een klein instrument wordt tijdens de colposcopie een stukje weefsel weggehapt (biopt). Vaak gebeurt dit op een paar plaatsen. Soms wordt er ook wat weefsel aan de binnenzijde van de baarmoederhals weggeschraapt.
Het afnemen van een stukje weefsel kan kortdurend een pijnlijk gevoel geven, maar niet zo erg dat plaatselijke verdoving nodig is. Soms vraagt de gynaecoloog of je wilt hoesten: je voelt de pijn dan minder.

Door het nemen van een biopt ontstaat er een wondje van de baarmoederhals, dat kan bloeden. Als er ruim bloedverlies is, stipt de arts het wondje soms aan met een bijtende stof. Dit geeft een wat krampend gevoel in de onderbuik. Soms brengt de gynaecoloog een tampon in de schede om het bloedverlies te stoppen. Je kunt deze tampon thuis zelf weer naar buiten trekken. In andere gevallen is maandverband voldoende. Meestal stopt het bloedverlies binnen een paar dagen. Zolang er bloedverlies is, is het beter om geen gemeenschap te hebben.

Lees ook: Baarmoederhalskanker voorkomen: HPV-vaccinatie

Een speciale soort biopsie: lisbiopsie

Soms wordt een lisbiopt afgenomen. Hiermee neemt de gynaecoloog een groter stuk weefsel weg. De baarmoederhals wordt dan eerst plaatselijk verdoofd door een dunne naald. Het inspuiten van de verdoving kan enigszins pijnlijk zijn. Daarna voel je over het algemeen niets meer van het afnemen van het lisbiopt zelf.

Een lisbiopsie gebeurt met een dun metalen lisje, dat elektrisch verhit wordt. De verhitte lis schilt als het ware een stukje van de baarmoederhals weg, op de plaats van het afwijkende weefsel. Tegelijkertijd worden bloedvaatjes door de hitte dichtgeschroeid. Om de elektrische stroom te geleiden krijg je tijdens de ingreep een plastic plakker op je been. Het schroeien van het weefsel geeft vaak een branderige geur.

Als het afwijkende plekje niet al te groot is, probeert de gynaecoloog soms tijdens de lisbiopsie het hele plekje te verwijderen. Een lisbiopt kan enkele centimeters groot zijn en meer dan een halve centimeter dik.
Na een lisbiopsie kan je een tot twee weken nog bloederige afscheiding hebben die vies kan ruiken. Het is verstandig met gemeenschap te wachten tot de afscheiding verdwenen is.

Resultaten van de colposcopie en de biopsie

Het biopt wordt in het laboratorium door een arts (patholoog) onderzocht. Daarbij wordt ook gekeken naar welk type HPV het is. Types 16/18 zijn de agressiefste vormen. De uitslag is meestal binnen twee weken bekend. De gynaecoloog bespreekt met jou hoe je de uitslag hoort: telefonisch, schriftelijk of tijdens een vervolgbezoek.
Hieronder beschrijven we de meest voorkomende uitslagen van weefselonderzoek. Meestal wordt de uitslag weergegeven als dysplasie. Dysplasie betekent dat de opbouw van het weefsel wat anders is dan normaal. Ook wordt de term ‘CIN’ gebruikt. Dit is een afkorting voor cervicale intra-epitheliale neoplasie, een Engelse benaming voor dysplasie.

  1. CIN I of lichte dysplasie: de weefselopbouw van de baarmoederhals is licht afwijkend, maar het is geen kanker.
  2. CIN II of matige dysplasie: de weefselopbouw van de baarmoederhals is iets meer afwijkend, maar het is geen kanker.
  3. CIN III of ernstige dysplasie: de weefselopbouw is nog meer afwijkend. Men spreekt hier van een voorstadium van baarmoederhalskanker. Een voorstadium betekent niet dat je zonder behandeling werkelijk kanker zult krijgen. De meeste vrouwen met een CIN III krijgen ook zonder behandeling waarschijnlijk nooit baarmoederhalskanker.

De verouderde naam voor een CIN III is een carcinoma in situ. Deze naam is verwarrend, want er is geen sprake van kanker.

Bij CIN I en CIN II is doorgaans geen behandeling nodig. Normaal gezien ruimt het lichaam de afwijkende cellen zelf op. Je zal wel vaker (zesmaandelijks of jaarlijks) op onderzoek moeten om de evolutie op de voet te volgen.
CIN III heeft slechts een kleine kans spontaan te genezen. Of CIN III zich bij jou ooit tot baarmoederhalskanker zal ontwikkelen, valt niet te voorspellen, maar zekerheidshalve wordt behandeling geadviseerd aan alle vrouwen met CIN III.

Lees ook: Verhoogt veel seks de kans op baarmoederhalskanker?

Soorten behandelingen

Er zijn verschillende soorten behandelingen van de baarmoederhals. Afhankelijk van jouw situatie zal de arts een lisexcisie, cryobehandeling, conisatie of laserbehandeling adviseren.

Lees ook: Afwijkend uitstrijkje: soorten behandelingen

Bronnen:
https://www.uzleuven.be
https://www.uzbrussel.be

auteur: Sara Claessens, gezondheidsjournalist
Laatst bijgewerkt: juni 2023
100 Jaar Stichting tegen Kanker 100 Jaar Stichting tegen Kanker
Stichting tegen Kanker

In 2024 viert Stichting tegen Kanker haar 100-jarig bestaan onder de Hoge Bescherming van Koningin Mathilde. Al van bij de start in 1924 was haar belangrijkste drijfveer: hoop omzetten in overwinning.

100 jaar strijd tegen kanker - Stichting tegen Kanker

Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.

eenvoudig terug uit te schrijven
Wij verwerken jouw persoonsgegevens conform het Privacy-beleid van Roularta Media Group NV.
volgopfacebook

volgopinstagram