Baarmoederhalskanker: symptomen, diagnose en behandeling

dossier

In België worden jaarlijks ongeveer 600 vrouwen getroffen door baarmoederhalskanker. Ze wordt meestal veroorzaakt door een infectie met het humaan papillomavirus (HPV). Vroege opsporing door middel van uitstrijkjes verhoogt de overlevingskans van baarmoederhalskanker. Het is echter nog steeds verantwoordelijk voor bijna 150 sterfgevallen per jaar. Tegenwoordig is vaccinatie tegen HPV het beste wapen in de strijd tegen de ziekte.

Lees ook: Screening: voor welke kankers bestaat vroege opsporing?

Wat is baarmoederhalskanker?

Er zijn twee soorten baarmoederkanker: baarmoederkanker (endometriumkanker), waarbij het baarmoederslijmvlies wordt aangetast, en baarmoederhalskanker, waarbij het onderste, smalle deel van de baarmoeder (baarmoederhals) dat in verbinding staat met de vagina, wordt aangetast.

In bijna alle gevallen ontstaat baarmoederhalskanker als gevolg van een zeer besmettelijke virusinfectie die wordt veroorzaakt door het humaan papillomavirus (HPV). In een zeer langzaam proces (soms 10-15 jaar) zijn bepaalde stammen van HPV in staat de aard van de cellen in de baarmoederhals te veranderen en kanker te veroorzaken.

Het virus wordt overgedragen tijdens geslachtsgemeenschap, zelfs als er geen penetratie is. HPV kan ook andere kankers veroorzaken (vulva, vagina, penis, anus, mond en keelholte).

Lees ook: Welke kankers zijn erfelijk en hoe kan men ze opsporen?

Hoe ontstaat baarmoederhalskanker?

123m_baarmoederhalskanker_hpv_2022.jpg

Baarmoederhalskanker ontstaat wanneer het HPV-virus zich permanent vestigt in het slijmvlies van de baarmoederhals. Op lange termijn tast het virus dan de oppervlakkige cellen van de baarmoederhals aan tot ze zich ontwikkelen tot precancereuze CIN (cervical intraepithelial neoplasia)-laesies, ook bekend als dysplasie van de baarmoederhals. Als ze niet tijdig worden ontdekt en behandeld, kunnen deze laesies zich ontwikkelen tot tumorcellen.

CIN wordt ingedeeld in mild (CIN 1), matig (CIN 2) of ernstig (CIN 3). De ernst van de CIN bepaalt de waarschijnlijkheid van een evolutie naar een invasieve kanker. De meeste CIN1-letsels verdwijnen spontaan, terwijl de mogelijkheid dat een CIN3 invasief wordt boven 10% ligt.

Lees ook: Humaan papillomavirus (HPV) en baarmoederhalskanker

CIN1: Licht afwijkende baarmoederhalscellen
Meer dan de helft van de vrouwen met dit resultaat behoeft geen behandeling aangezien de abnormale cellen waarschijnlijk spontaan gaan verdwijnen.

CIN2: Matig afwijkende baarmoederhalscellen
Er is meer kans dat abnormale cellen ingedeeld als CIN2 gaan ontaarden. Bijgevolg zullen vrouwen met dit resultaat doorgaans aangeraden worden terug te komen voor een behandeling om het abnormale gebied te verwijderen en zodoende de kans op het ontwikkelen van baarmoederhalskanker te verminderen.

CIN3: Sterk afwijkende baarmoederhalscellen
Er is veel kans dat abnormale cellen ingedeeld als CIN3 gaan ontaarden. Bijgevolg zullen alle vrouwen met dit resultaat aangeraden worden terug te komen voor een behandeling om het abnormale gebied te verwijderen en zodoende de kans op het ontwikkelen van baarmoederhalskanker te verminderen.


Lees ook: Moet het klassieke uitstrijkje vervangen worden door een HPV-test?

Wie kan baarmoederhalskanker krijgen?

In tegenstelling tot baarmoederkanker, dat vooral bij vrouwen na de menopauze voorkomt, treft baarmoederhalskanker jongere vrouwen (jonger dan 65 jaar). Volgens de statistieken van de Stichting Kankerregister worden vooral vrouwen tussen 35 en 65 jaar getroffen.

Elke vrouw die besmet is met HPV kan de ziekte krijgen, al is het risico groter bij HPV-types 16 en 18. Andere risicofactoren zijn: 

Seksuele gewoonten
Bepaalde seksuele gedragingen verhogen het risico op HPV-infectie: vroege leeftijd bij de eerste geslachtsgemeenschap, een groot aantal sekspartners, sekspartners die mogelijk besmet zijn met HPV... 

Roken
Rokers die besmet zijn met HPV hebben twee keer zoveel kans om deze kanker te krijgen als niet-rokers die besmet zijn. Stoffen in rook hebben een direct effect op bepaalde cellen in de baarmoederhals die belangrijk zijn in de strijd tegen HPV-infectie. 

Verzwakt immuunsysteem
Voor vrouwen met een verzwakt immuunsysteem is het moeilijker om van de virusinfectie af te komen. Dat betekent dat de kanker vaker voorkomt bij HIV-positieve vrouwen en bij vrouwen die immuungecompromitteerde medicijnen gebruiken. Een slecht dieet kan ook de goede werking van het immuunsysteem beïnvloeden.

Orale anticonceptiemiddelen
Volgens recente studies is de anticonceptiepil ook een risicofactor.

Lees ook: Baarmoederhalskanker: wat gebeurt er als je uitstrijkje afwijkend is?

Soorten baarmoederhalskanker

Invasief plaveiselcelcarcinoom van de baarmoederhals is wereldwijd de vaakst voorkomende baarmoederhalskanker en de meest verspreide kwaadaardige tumor van de vrouwelijke geslachtsorganen. Deze kanker begint waarschijnlijk onder de vorm van een CIN die in een tijdsspanne van meerdere jaren gaandeweg verergert om te ontaarden in een in-situcarcinoom (wat betekent dat de kankercellen niet doorgedrongen zijn tot het dieper gelegen weefsel van de baarmoederhals) en naderhand in een invasief carcinoom (stadium waarin de kanker doorgedrongen is tot het dieper gelegen weefsel van de baarmoederhals). 

Adenocarcinoom is een ander type kanker, voornamelijk gerelateerd aan HPV-18. Een adenocarcinoom is moeilijker op te sporen door de ligging van de slechte cellen. Deze baarmoederhalskankersoort komt minder vaak voor maar is agressiever omdat deze kanker de neiging heeft vroegtijdiger uit te zaaien. De globale overlevingskans is geringer dan bij plaveiselcelcarcinoom. Wat de leeftijdsgroep betreft, is er geen significant verschil ten opzichte van plaveiselcelcarcinoom en ook de risicofactoren zijn gelijkaardig.

Wat zijn de symptomen van baarmoederhalskanker?

Veranderingen aan de cellen van de baarmoederhals geven niet onmiddellijk klachten. Het eerste verschijnsel van baarmoederhalskanker is meestal een ongewone, bloederige afscheiding. Soms zijn het alleen maar wat bruine veegjes.

Een ongewone bloeding kan zijn:

  • een contactbloeding: er kan een bloeding optreden tijdens of vlak na geslachtsgemeenschap. Bij vrouwen die de pil gebruiken komen ook contactbloedingen voor, zonder dat er afwijkingen aan de baarmoedermond zijn.
  • een bloeding of wat bloederige afscheiding tussen 2 menstruaties in.
  • een bloeding na de overgang. Als een vrouw ongeveer 1 jaar niet meer ongesteld is geweest, is zo'n bloeding geen gewone ongesteldheid. Laat je bij een ongewone bloedingen onderzoeken door de huisarts.

Lees ook: Oorzaken van tussentijds vaginaal bloedverlies

Kan baarmoederhalskanker in een vroeg stadium opgespoord worden?

Voorstadia van kanker kunnen worden opgespoord met een pap-uitstrijkje. Dit is een eenvoudige en pijnloze test die door een huisarts of gynaecoloog wordt uitgevoerd. De arts neemt met een uitstrijkje enkele cellen af van het oppervlak van de baarmoederhals. Het monster wordt vervolgens naar een laboratorium gestuurd voor analyse. In België wordt elke 3 jaar een uitstrijkje aanbevolen voor vrouwen van 25 tot 64 jaar.


Lees ook: Uitstrijkje van de baarmoederhals (of PAP-test) in 11 vragen

Wat zijn de overlevingskansen bij baarmoederhalskanker?

De overlevingskansen bij baarmoederhalskanker lopen sterk uiteen, afhankelijk van het stadium waarin de ziekte wordt ontdekt.

Er zijn 4 stadia bij baarmoederhalskanker:

  • stadium I: de tumor beperkt zich tot de baarmoederhals.
  • stadium II: de tumor is doorgegroeid tot in het steunweefsel of het bovenste deel van de vagina.
  • stadium III: de tumor is verder doorgegroeid tot aan de bekkenwand of in het onderste deel van de vagina.
  • stadium IV: de tumor is buiten het bekken gegroeid of doorgegroeid in de blaas of in de endeldarm. Ook bij uitzaaiingen in bijvoorbeeld longen of botten gaat het om stadium IV.


De 5-jaarsoverleving (hiermee bedoelt men dat iemand 5 jaar na de behandeling in leven is) bedraagt gemiddeld:

  • stadium I: ongeveer 75–90%
  • stadium II: ongeveer 55–70%
  • stadium III: ongeveer 30–50%
  • stadium IV: ongeveer 5–20%

Lees ook: Kan baarmoederhalskanker in een vroeg stadium opgespoord worden ?

Hoe wordt baarmoederhalskanker behandeld?

De behandeling hangt af van het stadium van de ziekte.

Precancereuze letsels

In een heel vroeg, precancereus stadium en als er een kinderwens bestaat, zijn er meerdere technieken om de afwijkende cellen te verwijderen:

  • een gedeeltelijke chirurgische amputatie van de baarmoederhals (conisatie of kegelbiopsie): Er wordt een kegelvormig weefselstukje uit de baarmoederhals gesneden om de abnormale cellen te verwijderen.
  • cryotherapie of behandeling met koude. Bij deze ingreep wordt een klein metalen plaatje afgekoeld tot vriestemperatuur en dan op het abnormale gebied van de baarmoederhals geplaatst om de abnormale cellen te vernietigen.
  • laser. Er wordt een laser gebruikt om de abnormale cellen uit te branden.
  • LEEP: Dit is de meest eenvoudige behandeling, waarbij een kleine metalen lus wordt gebruikt om de abnormale cellen te verwijderen. De baarmoeder zelf blijft intact.

Lees ook: Afwijkend uitstrijkje: verloop colposcopie en biopsie

Kanker

De behandeling van kleine kankers gebeurt meestal door verwijdering van de baarmoeder (hysterectomie). Bij grotere gezwellen moeten ook naburige weefsels en lymfeknopen verwijderd worden (uitgebreide colphohysterectomie met lymphadenectomie). Bestraling (radiotherapie) na de operatie kan nodig zijn om mogelijk achtergebleven kankercellen te vernietigen. Soms bestaat de behandeling uitsluitend uit bestraling, hetzij door directe blootstelling aan een radioactieve bron (curietherapie), hetzij door externe radiotherapie (de stralingsbron bevindt zich op afstand van de te behandelen zone) of door een combinatie van beide. Ook kan aanvullend hyperthermie worden toegepast. Bij een hyperthermie- of warmtebehandeling worden de kankercellen, gedurende een bepaalde periode, verwarmd tot een temperatuur van 40 à 45 graden Celsius. Dit gebeurt door middel van microgolfstraling. Hyperthermie versterkt het effect van bestraling. De combinatie van bestraling en hyperthermie gebeurt bij hogere stadia van baarmoederhalskanker, als alternatief voor de combinatie van bestraling met chemotherapie. Meestal zal ook bijkomende chemotherapie toegediend worden.

Lees ook: Alles wat je moet weten over hysterectomie

Het belang van het HPV-vaccin

Vaccinatie tegen HPV-virussen is nu het beste wapen om de ontwikkeling van baarmoederhalskanker te voorkomen. Hoewel het vaccin alleen gericht is tegen de gevaarlijkste virusstammen (type 16 en 18), kan het toch bijna 70% van de gevallen van baarmoederhalskanker voorkomen. HPV-vaccinatie wordt aanbevolen voor vrouwen tussen 9 en 26 jaar, bij voorkeur voordat ze geslachtsgemeenschap hebben. 

Sinds 2019 heeft België zijn vaccinatiecampagne uitgebreid naar jongens. Een kwart van de HPV-gerelateerde kankers treft namelijk ook mannen.

Lees ook: Is HPV-vaccinatie nuttig voor volwassenen?

Bronnen:
https://www.kanker.be
https://baarmoederhalskanker.bevolkingsonderzoek.be
https://www.uzleuven.be
https://www.rivm.nl

auteur: Sofie Van Rossom, gezondheidsjournalist
Laatst bijgewerkt: februari 2023

Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.

eenvoudig terug uit te schrijven
Wij verwerken jouw persoonsgegevens conform het Privacy-beleid van Roularta Media Group NV.
volgopfacebook

volgopinstagram