Menopauze: de klachten

dossier

Lees ook: Menopauze: de verschillende soorten

Lees ook: Menopauze: de behandeling

Perimenopauzale veranderingen en de klachten

Tijdens de perimenopauzale periode - de overgangsperiode van ongeveer 6 jaar vóór de eigenlijke menopauze - treden er geleidelijk aan een aantal fysieke en psychische veranderingen op die een gevolg zijn van de schommelingen in de hormonen die door de verouderende eierstokken worden geproduceerd. Deze veranderingen beginnen normaal rond 45 jaar, maar ze kunnen reeds enkele jaren vroeger voorkomen.

Niet iedereen heeft hier in dezelfde mate last van: twee vrouwen op vier hebben lichte tot matige klachten, één op vier gaat er erg onder gebukt en tenslotte voelt één op vier helemaal niets.

Deze veranderingen zijn perfect normaal en natuurlijk en dienen geen reden tot bezorgdheid te zijn. Ze zijn wel een signaal om je huisarts of gynaecoloog te raadplegen. Samen met je arts kan je eventuele voorzorgsmaatregelen bespreken. Bovendien is het belangrijk om na te gaan of die verschijnselen wel degelijk met de komende menopauze te maken hebben en niet met een of andere onderliggende ziekte.

De meest voorkomende signalen zijn:

1.verminderde vruchtbaarheid
2. veranderingen in de menstruele cyclus
3. warmteopwellingen ('opvliegers' of 'vapeurs')
4. urogenitale veranderingen
5. veranderingen in het seksueel gedrag
6. psychologische veranderingen

1. Verminderde vruchtbaarheid

Rond de leeftijd van 37 jaar gaat de vruchtbaarheid stilaan achteruit en verhoogt het risico op een spontane miskraam en op zwangerschapscomplicaties. Ook het risico op foetale misvormingen stijgt met de leeftijd.
Ondanks die verminderde vruchtbaarheid kan je nog steeds zwanger worden. Het is dan ook belangrijk om met je arts te overleggen welk veilig voorbehoedsmiddel je best gebruikt om een ongewenste zwangerschap te voorkomen. Zeker op die leeftijd moeten kinderen het gevolg zijn van een bewuste en weloverwogen keuze, niet het resultaat van een ongelukje.

2. Wijzigingen in de menstruele cyclus

De menstruele cyclus wordt in belangrijke mate geregeld door oestrogeen en progesteron, twee hormonen die door de eierleiders worden geproduceerd. Elke vrouw heeft een eigen menstruatieritme, dat echter sterk kan verschillen van vrouw tot vrouw.
Tijdens de perimenopauze treden wijzigingen op in de cyclus (meer of minder bloedverlies, de maandstonden kunnen minder lang of langer duren, wijziging van het ritme - meestal verkort de periode, soms wordt een bloeding overgeslagen…) ten gevolge van de verminderde afscheiding van eitjes en van hormonen.

In het begin kunnen die verschillen nauwelijks merkbaar zijn, maar na verloop van tijd worden ze duidelijker en duidelijker. Op zich vergt dit geen enkele behandeling. Wanneer je abnormaal veel bloed verliest, kan het wel aangewezen zijn om tijdelijk een ijzersupplement te nemen. Spreek hierover met je arts.

Meest voorkomende wijzigingen:
• Cyclus wordt korter dan 28 dagen
• bloeding duurt minder lang dan vroeger
• meer of minder bloedverlies
• een periode wordt overgeslagen
Wijzigingen in de menstruele cyclus kunnen ook een andere oorzaak hebben. Daarom is het toch best om uw arts te raadplegen wanneer je de eerste tekenen merkt.

Mogelijke oorzaken voor abnormale wijzigingen:
• een hormonaal onevenwicht tussen de afscheiding van oestrogeen en progesteron
• het gebruik van een voorbehoedsmiddel
• zwangerschap
• vleesbomen of myomen, dit zijn goedaardige (niet kanker) gezwellen in de baarmoederwand. Meestal gaan ze niet gepaard met klachten, maar soms gaan ze gepaard met extra zware bloedingen en pijn.
• Vergroeiingen van de baarmoederwand bv. ten gevolge van goedaardige poliepen van de baarmoederhals of van het baarmoederslijmvlies of hyperplasie van het baarmoederslijmvlies, kunnen tot abnormale bloedingen leiden.
• Kanker: in een beperkt aantal gevallen kan een kanker van de baarmoeder of de baarmoederhals aanleiding geven tot een abnormale bloeding. Regelmatig preventief onderzoek (o.m. een uitstrijkje) is aangewezen.

Lees ook: Uitstrijkje van de baarmoederhals (of PAP-test) in 11 vragen

Raadpleeg alleszins je arts wanneer:
• de bloedingen abnormaal zwaar zijn
• wanneer ze twee of meer dagen langer duren dan normaal
• wanneer ze vaker dan om de drie weken optreden
• wanneer u ook tussentijds bloed verliest
• wanneer u bloed verliest na het vrijen
• wanneer je bloed opmerkt bij het plassen
• wanneer ze gepaard gaan met pijn.

• Bloedingen na de menopauze:
De maandstonden houden op bij de menopauze. Maar soms kan het toch gebeuren dat bloedingen optreden na de menopauze (langer dan één jaar na de laatste maandstonden). Dit kan het gevolg zijn van een hormonale behandeling, maar er kan ook iets anders aan de hand zijn.

Het kan gaan om een vaginale infectie of om een lichte verwonding van de vaginawand na het vrijen (omdat de wanden dunner en kwetsbaarder zijn geworden). In dat laatste geval zal je arts wellicht een vaginale crème voorschrijven die oestrogeen bevat. Infecties worden behandeld met ondermeer antibiotica. Maar het zou ook om endometriumkanker kunnen gaan.

Daarom moet je bij bloedingen na de menopauze altijd je arts raadplegen.

3. Warmteopwellingen

De meest voorkomende klacht tijdens de overgang zijn warmteopwellingen ('opvliegers' of 'vapeurs'): men krijgt plots een warm gevoel in het gezicht en/of het bovenlichaam, het gezicht kleurt rood, de hartslag versnelt en soms begint men te zweten. Vaak wordt de warmteopwelling gevolgd door een koudegevoel met rillingen. Sommige vrouwen hebben alleen last van de rillingen, niet van de warmte. Een opvlieger duurt enkele seconden tot enkele minuten. Ongeveer twee vrouwen op drie hebben dergelijke warmteopwellingen. Zwaarlijvige vrouwen hebben doorgaans minder last van warmteopwellingen. Soms kunnen ze gedurende meerdere jaren optreden, meestal slechts gedurende enkele maanden.
Meestal stoppen de warmteopwellingen spontaan na verloop van tijd, zonder enige behandeling. Het is uiterst zeldzaam dat ze blijven voortduren tot na de menopauze.
De warmteopwellingen worden veroorzaakt door wisselende oestrogenenspiegels. Daardoor wordt de "lichaamsthermostaat" in onze hersenen plots iets lager afgesteld. Daardoor krijgt het lichaam het commando om warmte kwijt te geraken. Dat gebeurt door de bloedvaten net onder de huid wijd open te zetten wat een plots opkomend gevoel van warmte veroorzaakt. Dat is de opvlieger.

Treedt het fenomeen ‘s nachts op, dan ervaart men het als nachtelijk zweten. Eigenaardig genoeg wordt een vrouw niet wakker door het zweten, maar vlak er voor. Wanneer dit vaak gebeurt kan dit tot slaapproblemen leiden, wat op zijn beurt kan aanleiding geven tot vermoeidheidsklachten, irriteerbaarheid, enz.

Sommige factoren kunnen de warmteopwellingen uitlokken. Dit kan ondermeer het geval zijn met:
• een warme omgeving
• stress
• hete of pikante eetwaren
• warme dranken
• alcohol
• koffie

Behandeling
Er bestaan gelukkig een aantal vrij eenvoudige middeltjes om warmteopwellingen te behandelen of zelfs te voorkomen:
• lichaamsbeweging: regelmatig joggen of wandelen kan helpen om de warmteopwellingen te voorkomen.
• Vermijd factoren waarvan je ondervonden hebt dat ze warmteopwellingen kunnen uitlokken, zoals pikante gerechten en hete dranken, alcohol en koffie
Probeer voldoende te slapen
• Leer technieken om stress te beheersen (buikademhaling, meditatie, yoga, massage…)
• Praat met je arts over eventuele geneesmiddelen. Bij sommige vrouwen zal een supplement van vitamine E bijvoorbeeld helpen.
• Een hormonale therapie blijkt bij de meeste vrouwen zeer effectief tegen warmteopwellingen. In het hoofdstuk over 'geneesmiddelen bij menopauze' gaan we dieper in op deze producten.

Lees ook: Menopauze: de behandeling

Lees ook: Voor- en nadelen van hormonale substitutietherapie bij menopauze

4. Urogenitale veranderingen

In de periode voor de menopauze (perimenopauze) kunnen bij sommige vrouwen bepaalde veranderingen optreden in en rond de geslachtsorganen:
• droogte en/of irritatie van de vagina
• een branderig of jeukerig gevoel en/of irritatie van de vulva
• pijn tijdens en/of na seks
• het gevoel dat men altijd moet wateren of frequenter wateren
• pijn bij het wateren
• urineverlies wanneer je hoest of niest

Vaginale klachten
Deze klachten hebben te maken met de daling van de oestrogenen. Daardoor wordt de vaginawand dunner en wordt de vagina droger. Daardoor is de vagina ook gevoeliger voor verwondingen (bv. bij het bedrijven van seks). De daling van oestrogenen veroorzaakt ook een daling van de zuurtegraad van de vagina, wat dan weer ongunstig is voor de vaginale flora en het risico op vaginale infecties verhoogt.
Sommige factoren verhogen het risico op deze klachten:
• gebrek aan regelmatige seksuele betrekkingen
• vroegtijdige menopauze
• periodes in het verleden zonder menstruatie (amenorrhea) tengevolge van intensieve sportbeoefening, een gebrekkig dieet of ernstige psychologische problemen.

Behandelingsmogelijkheden
• Glijmiddelen: deze producten kunnen zonder voorschrift bij de apotheker worden gekocht.
• Producten om de geslachtsorganen vochtig te houden. Vraag raad aan je arts of apotheker.
• Regelmatig vrijen houdt de geslachtsorganen soepel en kan het optreden van deze klachten tegengaan.
• Indien dit niet helpt, kan je de oorzaak aanpakken en kan de arts oestrogenen voorschrijven, eventueel onder de vorm van een vaginale crème om sneller effect te hebben.
• Vermits soja bepaalde stoffen bevat die in het lichaam oestrogenen nabootsen en een vergelijkbaar effect hebben, kan het zinvol zijn om dagelijks sojaproducten te gebruiken. Studies hierover geven evenwel uiteenlopende resultaten.

Lees ook: Soja en phyto-oestrogenen

Andere genitale problemen
Niet alle genitale problemen hebben te maken met de menopauze. Frequent voorkomende klachten zijn:
• vaginale afscheiding (vaak met een onaangename geur)
• roodheid, irritatie, jeuk…

Mogelijke oorzaken van deze genitale klachten:
• vaginale infectie ten gevolge van een schimmel (candidiasis, trichomoniasis…).
• bacteriële vaginosis door een invasie van de normale vaginale bacteriën (herkenbaar aan een witte afscheiding met een onaangename visgeur)
• seksueel overdraagbare aandoeningen
• allergische reactie op zeep, deodorant, enz.
• sommige ziekten (zoals de Ziekte van Crohn)
• irritatie door bepaalde voorbehoedsmiddelen (spiraaltje, diafragma)
• huidziekte
• sommige geneesmiddelen (bv. antibiotica)
Omdat niet alle urogenitale problemen te maken hebben met de menopauze, maar ook andere, soms ernstiger oorzaken kunnen hebben, moet je steeds een arts raadplegen wanneer dergelijke klachten optreden.

Urinaire klachten
Niet alleen in de vagina treden wijzigingen op, dezelfde fenomenen doen zich ook voor in de urinebuis: de wand wordt dunner en minder soepel, terwijl de bekkenbodemspieren die er rond liggen, verzwakken.

Andere oorzaken van urinaire problemen
Net zoals bij de vaginale problemen worden niet alle urinaire problemen veroorzaakt door de menopauze.
Andere mogelijke oorzaken van een overactieve blaas of van incontinentie-problemen zijn:
• infecties van de blaas (cystitis) of de urineleider (urethritis)
• verzwakking van de bekkenbodemspieren
• bepaalde zenuwaandoeningen (bv. multiple sclerose)
• sommige geneesmiddelen (bv. waterafdrijvende middelen, sommige kalmeermiddelen)
• Naar schatting hebben ongeveer 4 vrouwen op 10 tussen 45 en 64 jaar in meerdere of mindere mate en voor kortere of langere tijd last van incontinentie. Veel vrouwen aarzelen nog om hiervoor een arts te raadplegen. Nochtans kan incontinentie in de overgrote meerderheid van de gevallen worden behandeld, of kan alleszins het comfort in grote mate worden verbeterd. Daarom is het belangrijk om steeds en in een zo vroeg mogelijk stadium een arts te raadplegen.

Behandeling
De behandeling is afhankelijk van de preciese oorzaak.
• Geneesmiddelen
Er bestaan tegenwoordig diverse geneesmiddelen, zowel hormonaal als niet-hormonaal, om incontinentie te behandelen. In 50 à 70% van de gevallen kan het probleem hiermee worden opgelost.
• Oefeningen
Er bestaan zeer goede oefeningen om de urogenitale en de bekkenbodemspieren te trainen. Indien goed uitgevoerd, zijn ze in de meeste gevallen zeer effectief. Ze moeten wel levenslang worden uitgevoerd. Bijkomend voordeel van deze oefeningen is dat ze ook je seksueel functioneren kunnen verbeteren. Vraag raad aan je arts of raadpleeg een kinesitherapeut.
• Biofeedback met elektrische stimulatie van de spieren kan in sommige gevallen helpen om de blaas beter te controleren.
• In sommige gevallen kan chirurgie nodig zijn om bepaalde fysiologische defecten te verhelpen.

Lees ook: Bekkenbodemproblemen bij de vrouw

5. Veranderingen in het seksueel gedrag

De naderende menopauze betekent absoluut niet het einde van de seksuele verlangens en genoegens. In het algemeen kan men zeggen dat vrouwen die op jongere leeftijd genoten van seks, dat ook op latere leeftijd zullen blijven doen, en dat omgekeerd, vrouwen die vroeger niet zo veel gaven om seks, dat ook op latere leeftijd niet zullen doen. Al neemt bij sommige vrouwen de seksuele lust toe op latere leeftijd.
Sommige veranderingen die optreden rond de menopauze kunnen echter wel een invloed hebben op het seksueel gedrag.
• Vagina wordt droger en minder soepel
• de penetratie kan daardoor moeilijker verlopen en pijnlijk worden, en er treden gemakkelijker kleine wondjes op;
• frequenter optreden van vaginale infecties

Ook het zelfbeeld is een belangrijke factor. Naarmate men ouder wordt, verandert het lichaam: het is minder soepel en minder strak, hier en daar zit er wat te veel vet, de buik en de borsten zijn misschien wat ingezakt, men krijgt grijs haar, rimpels, enz. Waardoor men denkt minder mooi en dus seksueel ook minder aantrekkelijk te zijn. Onderzoek heeft uitgewezen dat vrouwen die een positief zelfbeeld bewaren omtrent hun lichaam, meer seks hebben en er ook meer van genieten.

Andere mogelijke oorzaken van minder zin in seks:
• incontinentieproblemen
• slaapproblemen
• geneesmiddelen (bv. middelen tegen hoge bloeddruk, depressie…)
• diverse ziekten

Uiteraard kunnen er ook emotionele of seksuele problemen bestaan met de partner waardoor de vrouw geen of nauwelijks zin heeft in seks. Die problemen hebben uiteraard niets met de menopauze op zich te maken en kunnen ook niet met geneesmiddelen worden opgelost.

Behandeling
Wanneer de problemen samengaan met het uitdrogen en dunner worden van de vaginawand, dan kan de arts een glijmiddel of een product op basis van oestrogenen voorschrijven (zie hoger).
Of oestrogenen ook een effect hebben op de seksuele lust, is momenteel nog een wetenschappelijk twistpunt. Het onderzoek op dit punt is niet eenduidig. Hetzelfde geldt voor een behandeling met het mannelijk hormoon testosteron.

Opgelet
In de periode voor de menopauze blijf je vruchtbaar en kan je dus ook zwanger worden. Gebruik daarom altijd een voorbehoedsmiddel wanneer je seks hebt.

6. Psychologische veranderingen

Uit enquêtes blijkt dat nogal wat vrouwen zich ongelukkig voelen in de overgangsjaren en die sombere gevoelens worden vaak toegeschreven aan de menopauze. Dat is een misverstand, want de overgang is geen rechtstreekse oorzaak van depressiviteit, geheugenproblemen, angstgevoelens, enz. Het is wel zo dat de menopauze vaak samenvalt met een periode in het leven dat de kinderen de deur uit gaan, het einde van de carrière in zicht is en de relatie met de partner misschien op een laag pitje brandt. Veel vrouwen voelen zich ook minder aantrekkelijk. Misschien heeft men problemen met zorgbehoevende ouders, of zijn er gezondheidsproblemen in de familie. Het zijn die dingen die de vrouw somber stemmen en niet de menopauze op zich.
Toch kunnen in de premenopauzale periode ook een aantal klachten optreden die waarschijnlijk wel te maken hebben met de hormonale veranderingen die in deze fase optreden. Het gaat dan ondermeer om prikkelbaarheid, vermoeidheid, slaapproblemen, enz.

Een gezonde leefwijze en het leren hanteren van technieken om stress te beheersen, zijn in deze levensfase dan ook belangrijk. Een paar concrete tips:
• verzorg je sociale relaties en maak tijd om met vrienden en vriendinnen aangename dingen te doen
• probeer dagelijks lichaamsbeweging te doen (fietsen, wandelen, zwemmen…)
• probeer zo gezond en evenwichtig mogelijk te eten, met vooral veel groenten en fruit.
• Besteed aandacht aan jezelf: ga eventueel regelmatig naar een schoonheidssalon, laat je eens masseren, ga naar de sauna, verzorg je kleding en je uiterlijk…
• Zorg voor voldoende slaap
• Leer eventueel ademhalingsoefeningen of schrijf je in voor een cursus yoga of een andere ontspanningstechniek.

Indien de lusteloosheid aanhoudt en je het gevoel hebt dat het misschien toch wel eens om een echte depressie zou kunnen gaan, aarzel dan niet om hierover met je arts te praten. Er bestaan vandaag zeer goede geneesmiddelen en andere behandelingsmethoden voor depressies.
Ook indien je op advies van je arts een hormonentherapie volgt om de gevolgen van de menopauze (ondermeer osteoporose) te voorkomen, en u hebt last van depressieve gevoelens, moet je dit signaleren aan je arts. Die hormonen kunnen namelijk in sommige gevallen een negatieve invloed hebben op het gemoed.

Tekenen die kunnen wijzen op een depressie:
• slapeloosheid (moeilijk in slaap raken) of omgekeerd overdreven slapen
• lusteloosheid
• bijna voortdurende vermoeidheid
• concentratieproblemen
• het gevoel dat je waardeloos bent, niets kan, enz.
• het gevoel dat het leven zinloos is

Lees ook: Menopauze: de verschillende soorten

Lees ook: Menopauze: de behandeling

Lees ook: Test jezelf: Ben ik in de menopauze?


Laatst bijgewerkt: september 2023

Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.

eenvoudig terug uit te schrijven
Wij verwerken jouw persoonsgegevens conform het Privacy-beleid van Roularta Media Group NV.
volgopfacebook

volgopinstagram