Wereldrabiësdag

nieuws Rabiës of hondsdolheid is een virale ziekte die wordt overgedragen door een virus. Het virus kan worden overgedragen van dier op mens, wat een zoönose wordt genoemd. Besmette dieren dragen het virus over wanneer zij bijten, krabben, likken of hun speeksel in contact komt met een wonde en verspreidt zich langs de zenuwbanen naar de hersenen.
Zodra er symptomen zijn, is rabiës bij mens en dier altijd dodelijk. Binnen de 48 uur na infectie, dus voor het verschijnen van de eerste ziektetekens, moet een behandeling wordt ingezet.

De incubatietijd (de tijd tussen de infectie en de eerste ziektetekenen) bedraagt, afhankelijk van de aard en de plaats van de beet, de diersoort die de beet heeft toegebracht en de hoeveelheid virus, gemiddeld 20-60 dagen (met een spreiding van 5 dagen tot een jaar of langer).
Wereldwijd sterven jaarlijks ongeveer 55.000 mensen als gevolg van een rabiësbesmetting. In Europa zijn menselijke slachtoffers vrij zeldzaam.

Welke dieren kunnen besmet zijn?
In Europa komt rabiës vooral voor bij wilde dieren als de vos, de wasbeerhond en de vleermuis, maar in Afrika, Azië en Zuid-Amerika is de ziekte wijder verspreid en zijn ook veel honden besmet.
In 1989 is België begonnen met de vaccinatie van vossen. Hierdoor is de ziekte bij ons zo goed als uitgeroeid. Enkel in het zuiden van het land bleef een grensoverschrijdende besmet gebied voortbestaan. In 2001 werd België officieel vrij van rabiës verklaard. De kans om in ons land besmet te raken is daarom erg klein.

Elders in Europa is rabiës nog een groot probleem in vooral de oostelijk gelegen landen. Daar wordt de ziekte niet enkel vastgesteld bij vossen, maar ook bij andere wilde carnivoren, zoals de wasbeerhond. In veel Europese landen zijn daarnaast ook gevallen van rabiës bij vleermuizen vastgesteld.
Eind 2007 en begin 2008 werden in ons land twee gevallen van rabiës vastgesteld. In beide gevallen werd een besmette hond, die geen symptomen vertoonde, illegaal ingevoerd vanuit Marokko. Toen maanden later de symptomen zichtbaar werden, moesten een noodvaccinatie en een antiserum worden toegediend aan in totaal bijna 100 mensen.

Landen die officieel vrij zijn van rabiës
Andorra, België, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Groot Hertogdom Luxemburg, Finland, Frankrijk, Ierland, Italië, Liechtenstein, Nederland, Noorwegen, Malta, Monaco, Oostenrijk, Portugal, San Marino, Tsjechië, Vaticaanstad, Verenigd Koninkrijk, Ijsland, Zweden, Zwitserland

Hoe kunt u besmetting vermijden?
• U moet vermijden om op reis (tamme) wilde dieren (zoals apen in tempels), straatdieren en zelfs andere niet vertrouwde huisdieren te strelen.
• Ook dode dieren mag men niet aanraken.
• Kinderen moeten extra in het oog worden gehouden.

Op de website van de Wereldgezondheidsorganisatie vindt u een wereldkaart met de risicolanden.

Wat doen in geval van een verdachte beet?
In geval van een beet op reis door een mogelijk besmet dier moet u onmiddellijk volgende maatregelen nemen.

1. De wond (hoe klein of hoe oppervlakkig ook) grondig schoonmaken en ontsmetten.
• Was de wond gedurende 15 minuten met water en zeep omdat het virus zeer gevoelig is voor detergenten, en goed spoelen.
• Vervolgens grondig ontsmetten met Iodium/Isobetadine of met ethanol 60-80 %.

2. Zo snel mogelijk een arts ter plaatse raadplegen
voor verdere verzorging en om behandeling vaccinatie te bespreken.

3. Behandeling binnen de 24 uur na een mogelijk besmette beet (vaccinatie na blootstelling = “post-exposure vaccinatie"):

• Het toedienen van een rabiësvaccin dat op celcultuur is bereid:
OFWEL: 1 injectie op dag 0, 3, 7, 14 en 28
OFWEL: 2 injecties op dag 0, één op dag 7 en op dag 21, met controle van de antistoffenaanmaak op dag 30.
Dit schema gebruikt men indien er geen immunoglobulinen (RIG) voorhanden zijn.

• Het toedienen van specifieke antirabiës-immunoglobulinen (RIG), “antiserum”, in en rondom de wond.
Het toedienen van deze specifieke immunoglobulinen heeft geen zin meer vanaf de achtste dag na het starten van de vaccinatie.

In veel ontwikkelingslanden beschikt men alleen over minderwaardige vaccins (bereid op dierlijke hersenen) en zijn de juiste immunoglobulinen niet voorradig.

4. In geval van een verdachte beet kan men ook beslissen om onmiddellijk huiswaarts te keren, of kan men via de reisverzekering het juiste vaccin en immunoglobulinen proberen te bekomen.

5. Alhoewel men binnen de 24 uur met vaccinatie zou moeten starten, kan men, wanneer men tijdens een reis op verdachte wijze gebeten werd, zelfs na thuiskomst nog met inenten (vaccinatie én immunoglobulinen) starten omdat de incubatietijd meestal vrij lang is.

Dit gebeurt in overleg met de artsen van de Directie Besmettelijke en Overdraagbare Ziekten WIV/IPV – Nationaal Centrum voor de medische behandeling van rabiës
02/373.31.56 of 02/373.32.61
www.wiv-isp.be/odobz-domti/nl/index.html

Deze dienst kan gecontacteerd worden op werkdagen van 9-17 uur en in het weekend en feestdagen van 9-12 uur.
De eerste inenting en de specifieke antirabiës-immunoglobulinen worden ter plaatse toegediend . De overige vaccindosissen worden door de huisarts gegeven.

Kan men zich preventief laten vaccineren?
Preventieve vaccinatie met gedeeltelijke bescherming is mogelijk. Preventieve vaccinatie geeft geen volledige bescherming, maar vereenvoudigt sterk de “postexposure” procedure.
Bij een mogelijk besmettende beet moet u zich dus toch nog laten behandelen. Maar het kort vaccinatieschema met 2 injecties van het vaccin op dag 0 en dag 3 volstaat dan. De toediening van antirabiësimmunoglobulinen is niet meer nodig.

Het preventieve vaccinatieschema bestaat uit 3 inentingen, op drie tot vier weken tijd (op dag 0, 7, 21 of 28).
Het vaccin tegen rabiës kan met een voorschrift van elke arts bekomen worden bij de apotheker (Rabipur (Novartis Pharma) en HDCV Merieux Rabiës Vaccin (Sanofi Pasteur MSD).
Ingeval er niet voldoende tijd meer rest om het te bestellen, is het vaccin meestal verkrijgbaar in de gelekoorts-vaccinatiecentra.

Wie moet zich preventief laten vaccineren?
Niet iedereen die naar een risicoland reist, moet zich preventief laten vaccineren.
Vaccinatie wordt alleen aangeraden voor volgende risicogroepen:
• Personen die vanwege hun beroep of hobby in nauw contact komen met dieren, zoals dierenartsen, jagers, boswachters, veehandelaars, landbouwdeskundigen enz., maar ook archeologen en speleologen.
• Reizigers die een langdurige fietstocht ondernemen of veelvuldig joggen.
• Personen die langere tijd in afgelegen landelijke ontwikkelingsgebieden zullen rondreizen of gaan
wonen, en niet binnen de 24 uur over een vaccin en binnen de 48 uur (of uiterlijk tot 7 dagen) over specifieke antirabiës immunoglobulinen (RIG), “antiserum” kunnen beschikken.
• Kinderen die in een risicogebied gaan wonen.

bron: www.itg.be

Laatst bijgewerkt: juli 2022

Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.

eenvoudig terug uit te schrijven
Wij verwerken jouw persoonsgegevens conform het Privacy-beleid van Roularta Media Group NV.
volgopfacebook

volgopinstagram