Moeten jonge sporters gescreend worden op hartafwijkingen?

123-ekg-stetosc-hart-170_02.jpg

nieuws Het is zinloos om jonge sporters bij inschrijving in een sportclub, of indien zij willen deelnemen aan een massa-event, te verplichten zich te laten testen op een verborgen hartafwijking om plotse dood bij het sporten te voorkomen. Dat zegt het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) in een nieuw rapport over het nut van hartscreening bij jonge (14 tot 34 jaar). Screening is volgens het KCE bij jonge, niet-professionele niet-topsporters nutteloos en zelfs schadelijk.

Bij klachten of symptomen blijft het uiteraard aangewezen een arts te raadplegen. Twee jaar geleden kwam ook de Hoge Gezondheidsraad in een rapport tot gelijkaardige besluiten. 

Maar niet iedereen is het daarmee eens. Verschillende sportfederaties en de sport- en keuringsartsen (SKA) zijn het bijvoorbeeld oneens. Ook de bekende cardioloog Pedro Brugada, een groot voorstander van screening, uitte in verschillende kranten kritiek, zelfs in die mate dat het KCE uitdrukkelijk reageerde op Brugada, wat hoogst uitzonderlijk is. 

Wat zegt het KCE?
1. Het risico op plotse dood bij jonge sporters is zeer klein
Bij jonge sporters komt plotse dood door een hartstilstand tijdens een lichamelijke inspanning zeer zelden voor. Naar schatting zijn er in ons land jaarlijks minder dan 10 gevallen, waarvan 2 tot 3 tijdens een wedstrijd, terwijl er ongeveer 1 miljoen jonge mensen lid zijn van een sportclub, en er daarnaast nog een groot aantal jongeren daarbuiten aan sport doen. Andere oorzaken van plotse dood zijn o.a. een hitteslag en het gebruik van stimulerende middelen. Er zijn meer dan 40 hartaandoeningen die plotse dood kunnen veroorzaken. Ze zijn allemaal zeldzaam en leiden in weinig gevallen tot plotse dood. Bovendien worden de meesten die er onbewust aan lijden er niet door gehinderd, en leiden ze een compleet normaal leven.

2. Geen wetenschappelijk bewijs voor nut screening
Volgens het KCE bestaan er vandaag geen betrouwbare wetenschappelijke gegevens die aantonen dat door hartscreening bij jonge sporters zonder symptomen of klachten het risico op vroegtijdige overlijdens kan worden voorkomen.
• Medisch onderzoek kan de risicovolle hartafwijkingen niet met zekerheid opsporen
De onderzoeken die bij dergelijke hartscreening worden gebruikt o.a. een vragenlijst met o.m. de familiale geschiedenis, het beluisteren van het hart, eventueel gecombineerd met een electrocardiagram (ECG) in rust, zijn onvoldoende nauwkeurig. Een kwart van de mensen met verhoogd risico wordt gemist. De enige (Italiaanse) studie die in het voordeel van screening pleit is onvoldoende betrouwbaar. Overigens komt plotse dood bij jongeren even vaak voor in Italië, waar screening verplicht is, dan in landen waar niet systematisch gescreend wordt (Frankrijk, VS)
• Hoog aantal onnodige bijkomende onderzoeken en behandelingen
Dergelijke ziekten komen voor bij 3 op duizend jongeren. Ze veroorzaken meestal geen klachten, maar leiden enkel in zeldzame gevallen tot een plotse dood.
Door de onnauwkeurigheid van de onderzoeken kan een hartscreening zorgen voor vals alarm en ongerustheid bij 5 tot 30% van de onderzochte personen (vals positieven). Het gaat om vele tienduizenden mensen die onnodige, bijkomende onderzoeken moeten ondergaan, terwijl niet bewezen is dat door al deze maatregelen het netto aantal overlijdens daalt.
Omdat ook deze onderzoeken nooit 100% nauwkeurig zijn, zullen tenslotte minstens enkele honderden of zelfs enkele duizenden onder hen overbodige behandelingen krijgen (zoals hartkatheterisatie of implantatie van een defibrillator), die op zich ook een risico inhouden van dezelfde grootte orde als het risico op plots overlijden. Om die reden heeft Nederland trouwens al in 1984 de verplichte hartscreening voor sporters afgeschaft.
• Sommige hartafwijkingen worden gemist
Bij een kwart van de personen die wél een hartafwijking hebben wordt deze dan weer niet gevonden (vals negatieven). Zij worden dan weer onterecht gerustgesteld. Hierdoor gaan ze minder op eventuele signalen letten. Dat brengt hen in gevaar, ondanks de screening.

3. Niet zeker of een behandeling plotse dood kan voorkomen
Over de beste behandeling van jonge sporters die wel degelijk een hartafwijking blijken te hebben, bestaat er tussen artsen nog geen consensus. Het is ook niet zeker of een behandeling effectief plotse dood kan voorkomen. Aan deze jonge sporters wordt vaak aangeraden om te stoppen met sporten, waardoor ze niet meer genieten van de voordelen van lichaamsbeweging en van de sociale contacten tijdens het sporten. Sommigen zullen behandeld worden en levenslang onder medisch toezicht staan, zonder dat er wetenschappelijk bewijs bestaat dat dit hen effectief beschermt tegen plotse hartdood.

4. Hartscreening is zeer duur
Een sporter die een sportmedisch geschiktheidsonderzoek ondergaat, krijgt dit vandaag in principe niet terugbetaald door de ziekteverzekering, omdat het gaat om een individuele preventieve maatregel. Als de overheid toch zou beslissen om een algemene, systematische screening te organiseren en terug te betalen, zou dit een hoge kost betekenen die kan oplopen tot bijna 100 miljoen € per screeningsronde.

Standpunt van de Sport- en keuringsartsen
De Vereniging voor Sport- en Keuringsartsen (SKA) publiceerden een scherpe reactie op het KCE-rapport. Volgens de SKA vergelijkt het KCE-rapport mensen met machines, is het vooringenomen en verwart het evidencebased medicine met statistiekgestuurde winstgeneeskunde, sluit het niet aan bij de actualiteit of de werkelijkheid in Vlaanderen, het duidelijk opgesteld door mensen die geen voeling hebben met wat er in het sportlandschap leeft en gaat voorbij aan de maatschappelijke realiteit dat veel sporters en ouders van sporters ongerust zijn.

Het rapport vertrekt volgens de SKA van een negatieve benadering van het hartonderzoek - en impliciet in één klap ook van het hele sportmedisch onderzoek - terwijl dat hartonderzoek slechts een onderdeel (zij het een wezenlijk onderdeel) is van de Vlaamse Aanbeveling Sportmedisch Onderzoek (VASO), die kandidaat-sporters helpt en sterkt om veilig te sporten, blessures te voorkomen en duurzaam sporten mogelijk te maken door voorheen onopgemerkte aandoeningen – van het hart of andere lichaamsdelen - doeltreffend en volgens de regels van de evidencebased medicine te laten behandelen. Het VASO omvat díe onderzoeken die een bewezen preventieve of diagnostische meerwaarde kunnen hebben voor sporters die een bepaalde sport met een bepaalde frequentie of inspanningsniveau (willen) beoefenen.

Volgens de SKA kunnen de onderliggende oorzaken van hartstilstand in de meeste gevallen wél worden opgespoord door een eenvoudig onderzoek. Als zo‘n hartfilmpje geëvalueerd wordt volgens de meest recente wetenschappelijke Seattle-criteria en vervat zit in een sportgeschiktheidsonderzoek van het hele lichaam, is het wel degelijk een mogelijk levensreddend onderzoek. Vanaf de leeftijd van 14 jaar is een dergelijk hartonderzoek bij reële sportieve inspanningen volgens de meeste cardiologen wel degelijk zinvol en in dat geval kunnen ze onnoemelijk veel menselijk leed van een plots overlijden voorkomen. Zonder een hartfilmpje kan de arts ongeveer 10% van de mogelijke onderliggende hartaandoeningen opsporen. Mét een hartfilmpje kan diezelfde arts tot 85% van die problemen vinden.

Laatst bijgewerkt: april 2015

Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.

eenvoudig terug uit te schrijven
Wij verwerken jouw persoonsgegevens conform het Privacy-beleid van Roularta Media Group NV.
volgopfacebook

volgopinstagram