Wat doen bij een ongeval met gewonden?

nieuws U bent getuige van of betrokken bij een verkeersongeval met gewonden. Wat moet u dan doen?

Stap 1: Zorg voor veiligheid
Zorg allereerst voor uw eigen veiligheid en die van de slachtoffers en andere weggebruikers. Een voertuig kan in brand schieten of het ongeval kan gebeurd zijn na een gevaarlijke bocht waardoor het risico op een tweede ongeval bestaat.

• Benader de plaats van het ongeval alleen als u dat kan doen zonder zelf gevaar te lopen.
• Steek een autosnelweg nooit te voet over.
• Doe een reflecterend veiligheidsvestje aan wanneer u de wagen verlaat. Sinds 1 juni 2009 hoort het fluovestje bij de verplichte uitrusting van een wagen.
• Als het gevaar te groot is (bv. ’s nachts, brandgevaar, autosnelweg), alarmeert u de hulpdiensten onmiddellijk. Wacht op een veilige afstand tot de hulpdiensten arriveren.
• Wanneer er geen hulp nodig is of er reeds professionele hulp aanwezig is, rijdt u het best door. Op die manier brengt u uzelf niet in gevaar.
• Rij het ongeval voorbij en parkeer uw wagen op een veilige plaats (bv. op de pechstrook, op de berm of aan de zijkant van de weg). Op deze manier wordt de signalisatie niet aan het zicht onttrokken en wordt de toegang voor de hulpdiensten vrijgelaten.

• Voorkom een tweede verkeersongeval:
• Verminder uw snelheid als u een verkeersongeval nadert. Doe dit zonder bruusk te remmen.
• Steek uw knipperlichten aan.
• Verricht geen bruuske manoeuvres (draaien of remmen) waardoor andere chauffeurs kunnen schrikken en zelf ongevallen veroorzaken.
• Plaats een gevarendriehoek goed zichtbaar op het wegdek.
• Op een secundaire rechte weg: minstens 30 meter voor het ongeval.
• Op een autosnelweg: minstens 100 meter voor het ongeval.
• In een bocht: vlak vóór de bocht bij voorkeur in elke rijrichting.
• Zorg ervoor dat niets of niemand de signalisatie aan het oog van het aankomende verkeer onttrekt.

• Zorg voor de veiligheid van het slachtoffer
• Zet zo mogelijk de motor uit.
• Evacueer het slachtoffer alleen als het in gevaar is (bv. er lekt benzine uit de auto, er komt rook uit de auto of er ontstaat brand). Verdraai tijdens de evacuatie zo weinig mogelijk het hoofd, de nek en het lichaam van het slachtoffer.
Er zijn verschillende technieken om iemand snel te evacueren.

Zie....
• Vermijd onnodige verplaatsing van het slachtoffer.
• Ook de helm laat u het best op het hoofd van een bromfietser of motorrijder

Stap 2. Beoordeel de toestand van het slachtoffer
Ga na of het slachtoffer in levensgevaar verkeert.

• Controleer het bewustzijn
• Ga na of het slachtoffer bij bewustzijn is: spreek het slachtoffer luid toe (’Gaat het?’) en schud voorzichtig aan de schouders van het slachtoffer.
• Reageert het slachtoffer niet op die prikkels, dan mag u besluiten dat het bewusteloos is.
• Maak de luchtweg vrij.
• Kantel het hoofd achterover en til de kin omhoog.

• Controleer de ademhaling
Controleer de ademhaling door gedurende maximaal 10 seconden te kijken, te luisteren en te voelen of het slachtoffer nog normaal ademt. Kijk of de borstkas op en neer gaat. Luister aan de mond en de neus naar ademhalingsgeluiden. Voel met uw wang of er luchtstroom is.

Stap 3. Alarmeer de hulpdiensten
Zijn er ernstig gewonden, zorg er dan voor dat de hulpdiensten zo snel mogelijk verwittigd worden.

• Verwittig de hulpcentrale 112. De meeste gsm-toestellen laten het bellen van het alarmnummer 112 toe bij ontbrekende belwaarde of zelfs bij slechte gsm-ontvangst.
Langs grote verkeersaders vindt u om de 2 km een praatpaal. De dichtstbijzijnde praatpaal wordt aangegeven met pijltjes op de verlichtingspalen of op kilometerbordjes. Stuur liefst iemand anders weg om te alarmeren en blijf zelf bij het slachtoffer.

Als het niet anders kan, ga dan zelf alarmeren.
• Vermeld bij de alarmering steeds:
Wat er is gebeurd en wat zijn de gevaren.
Waar de hulpdiensten juist worden verwacht.
Wie de slachtoffers zijn en in welke toestand ze zich bevinden.

Stap 4. Verleen eerste hulp
Verleen na de alarmering gepaste eerste hulp tot aan de komst van gespecialiseerde hulp. Controleer geregeld bewustzijn en ademhaling.

• Ademhaling
Controleer of de luchtwegen van het slachtoffer vrij zijn. Haal slijm of braaksel uit de keel. Trek een achterover gevallen tong naar voor.
Mond-op-mondbeademing wordt niet langer aangeraden als u geen EHBO-cursus hebt gevolgd.

• Hartslag
Ingeval van hartstilstand moet zo snel mogelijk hartmassage (borstcompressie) worden toegepast.

• Geef voorrang aan de meest ernstige verwondingen.
• Stelp ernstige bloedingen: dichtdrukken met een absorberend verband of bij gebrek daaraan met zakdoeken of een handdoek, en fixeren met een fixatie pleister.
• Dek grote wonden af met absorberend verband.
• Immobiliseer letsels aan de ledematen.
• Verzorg de minder erge verwondingen: kompressen gebruiken om af te dekken, evt. vastmaken met een fixatie pleister.


• Laat het slachtoffer niets drinken
• Bescherm het slachtoffer tegen koude of warmte.
• Blijf bij het slachtoffer tot de hulpverlening toekomt.

Meer weten over eerste hulp? Volg een gratis eerste hulp cursus van Rode Kruis-Vlaanderen bij u in de buurt.

www.rodekruis.be/NL/Activiteiten/Opleidingen/Opleidingen.htm